‘Hij kwam naar de mensen toe en werd Mens.’
Dat maakt het evangelie tot goed nieuws. Niet alleen dat Hij afdaal-
de, maar ook dat Hij stierf aan het kruis. Daarna werd Hij door Vader
opgewekt uit de dood. Op de derde dag, vanzelfsprekend. Jesaja ge-
tuigt van Hem in 53:2, dat Hij geen gestalte of eer had, dat wij Hem
zouden opmerken, en geen verschijning dat wij naar Hem zouden
verlangen. En dan in vers 3, dat Hij veracht werd en door mensen ge-
meden.
‘Dat is niet bepaald de vorm van God.’
Dat Johannes later schrijft, dat ‘wij Zijn heerlijkheid hebben gezien’
verwijst naar de verheerlijking op de berg en hoe Hij in de opstan-
ding was. En, wanneer je er oog voor hebt, Hij deed wonderen als
tekenen van het komende aardse koninkrijk. Maar een uiterlijke
heerlijkheid als uitstraling van licht zoals op de berg van verheer-
lijking was juist de uitzondering. Hij was Mens.
‘Indrukwekkend, dat Hij zo’n grote heerlijkheid verliet.’
Dat deed Hij voor ons, voor alle mensen. Velen kunnen dat laatste
niet geloven, omdat tradities van mensen dat verhinderen. Maar
Hij was ootmoedig en nam de vorm van een slaaf aan. En zo diende
Hij, daarvoor was Hij gekomen (Marcus 10:45; Mattheüs 20:28).
Hij stierf voor allen, en redt allen. Alle zondaars, de hele mensheid
is gered in het kostbare bloed van Christus. Wat een evangelie!