29 november 2019
‘De Zoon van Zijn liefde.’
Daar zijn we bijna als we Kolossenzen-
brief lezen. Het is een magnifiek deel.
De verzen 13-23 zijn wellicht het hoog-
tepunt van deze brief. De totale schep-
ping is in de Zoon van Zijn liefde. Adem-
benemend, verder in de Schrift lees je
zoiets niet. Dat ziet op de situatie zelfs
vóór Genesis 1:1. De hemelen en aarde
die daar vermeld worden, staan nog.
Deze oude schepping zal ooit ophou-
den te bestaan. Dan komt de nieuwe,
waar wij al deel van uitmaken.
‘Ja ongelooflijk zeg.’
Het is in wezen héél bijzonder wat de
apostel mocht onthullen in Kolossen-
zen 1. Dit hopen we te bestuderen in
de avonden van januari—maart 2020.
Dat schept hoge verwachtingen, het is
ook zó geweldig wat daar staat. Tradi-
ties van mensen zijn ingezet om dit te
ondermijnen, te verdoezelen, onder te
sneeuwen. Allerlei bolwerken (2 Corin-
thiërs 10:1-6) zijn tegen deze enorme
onthullingen opgeworpen.
‘En allerlei redeneringen.’
Ja en die vormen zeer zeker onderdeel
van de bolwerken. Geloofsbelijdenissen
zijn zulke hoogten die opgebouwd, op-
geworpen zijn tegen de kennis van God.
Al die bedenkingen brengen wij onder
de gehoorzaamheid van Christus. Hij ge-
loofde (en dus: gehoorzaamde) God. Zo
ook wij, wij stellen ons onder wat wij de
Schrift horen zeggen. Daar luisteren wij
eerbiedig naar en dat is maatstaf voor
ons denken en leven. Blijdschap volgt!