Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

8 augustus 2019

‘God heeft alles in Zijn hand.’

De Schriften spreken daar vol overtui-
gingskracht over. Niet alleen bij Paulus,
ook in Tenach en daarna. Maar de dui-
delijkste tekst is wellicht Efeziërs  1:11.
Want we lezen daarin, dat God het is,
Die alles bewerkt. Niet alleen dat wat
Zijn wil is; maar ook wat tegen Zijn wil
ingaat. Was het niet Jahweh Zelf, Die
tegen Mozes zei dat Hij Farao’s hart
zou verharden? Paulus sluit daar he-
lemaal bij aan in Romeinen 9.

‘Zijn keuze is bepalend.’

Zeker, de mens heeft nu eenmaal geen
vrije wil. God kiest, en dat blijkt ook bij
ons als gemeenteleden zo te zijn:

Gezegend is de God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, Die ons zegent met
iedere geestelijke zegen …zoals Hij ons
uitkiest in Hem….             Efeziërs 1:3,4

Het feit dat Hij uitkiest zorgt ervoor dat
alle gemeenteleden ook werkelijk geroe-
pen worden én gehoor geven aan het e-
vangelie van genade.

‘Niemand ontbreekt bij de bazuin.’

Ja, dat is: iedereen is erbij. Elk lid van
het lichaam van Christus zal de bazuin
horen en meegenomen worden door
de Heer. Dat is alles uit God, zoals dit
ook te horen was te midden van Israël:

niemand kan tot Mij komen tenzij de
Vader Die Mij heeft gezonden, hem
trekt; en Ik zal hem opwekken op de
laatste dag
                                    Johannes 6:44

Dat geldt ook ons, althans het eerste
deel van de tekst. Het tweede deel
gaat over de Besnijdenis (Israël).

7 augustus 2019

‘Misleiding is soms subtiel.’

Daarom is het goed te weten dat evan-
gelie werkelijk goed nieuws is. We ver-
heugen ons in die grote God, Die liefde
is. Zijn plan gaat door, Hij laat Zich door
niets of niemand tegenhouden. Wij we-
ten door geloof dat de genade van God
onze werken uitsluit. Zo is ook Zijn gena-
de fundamenteel voor het feit, dat alle
mensen gered worden. En dat is zo fijn,
de dood van Christus en Zijn opstanding
uit de doden vormen het fundament.

‘Dat is maar al te waar.’

En Gods liefde is de bron waaruit dit al-
les voortkomt. Nu het grote werk af is,
kan de gelovige rusten. Geen werken
tot redding vereist, wij wandelen ont-
spannen in de rust van het geloof. En:
werkelijk alles is in Zijn hand, daarover
hebben we geen enkele twijfel. Ja, en
Hij vertelt immers vanaf het begin wat
het einde is. Zo is de waarheid als het
om de Plaatser (God) gaat. Hij zet alles
op de juiste plek. In ons aller leven.

‘Ja, fijn, dat geeft mij rust.’

We hebben de troostrijke verzekering:

in Hem ook zijn wij door loting aan-
gewezen – wij die tevoren bestemd zijn
in overeenstemming met het voorne-
men van Hem, Die alles bewerkt in
overeenstemming met de raad van
Zijn wil                              Efeziërs 1:11

God is het, Die in diepste zin alle touw-
tjes in handen heeft. Hij zal niet losla-
ten wat Zijn hand begon. In ons leven
brengt Hij uiteindelijk alles terecht. En
ja, dat is onze diepe troost én vreugde.

6 augustus 2019.

‘De aanvallen komen onverwachts?’

De tegenwerker gebruikt tussenperso-
nen om zijn aanvallen uit te voeren. Bij
Adam gebruikt hij de vrouw om te mis-
leiden tot zonde. Zij die misleid zijn, zijn
instrumenten waarmee hij werkt. Gelo-
vigen schrikken wanneer ze horen, dat
ook zij door de tegenwerker gebruikt
kunnen worden. Het is wel degelijk mo-
gelijk. Let eens op Judas, van hem zou
je het overleveren van de Heer niet ver-
wachten. Juist hij, één van de twaalf!

‘De tegenstander kan ons gebruiken?’

Ja, wanneer we niet alert zijn op wat om
ons heen gebeurt. Velen zijn zich onvol-
doende bewust wie zij zijn in Hem. En
weten niet wat Gods plan is in deze tijd.
Veel christenen zijn druk met het verbe-
teren van de wereld, de aarde. Daaruit
blijkt dat ze misleid werden. En niet de
normale weg van lijden, vernedering en
verdrukking gaan. Juist de gerespecteer-
de religieuze mens zit verstrikt in de val
van de tegenstander.

‘En loopt verblind rond?’

Omdat zelfs een Petrus het overkwam
dat hij door de satan gebruikt werd zou
ons erg oplettend maken. Mattheüs 16:
21-23 vertelt ons dat zelfs de leider van
de Besnijdenis apostelen misleid was.
Hij wilde voorkomen dat de Heer leed
en stierf, wat noodzakelijk was in Gods
plan. De Heer zei tegen hem, dat hij be-
dacht was op de dingen van de mensen
en niet op wat van God is. Petrus was op
dat moment heel humaan, menselijk.

5 augustus 2019

‘Genade gaat tegen het vlees in.’

Dat is logisch als je weet, dat het
evangelie niet naar de mens is. Een
vleselijke gelovige wil door het doen
loon van God krijgen. Dat werkt niet
zo. Nu is de geestelijke wereld voor
de gelovige een feit. En aandoen van
de wapenrusting van God is van be-
lang. Want vurige pijlen kun je maar
op één manier opvangen. Hoe? Door
het schild van het geloof. Je ervoer
mogelijk al eerder, dat de strijd niet
tegen bloed en vlees is.

‘O ja, dat heb ik wel geleerd.’

Meestal leren we dat in de praktijk in
allerlei conflicten. Voor een gelovige
draait het om de geestelijke kant van
zo’n situatie. Toen we dat nog niet zo
door hadden leidde het wellicht tot
ruzies. En vaak genoeg hadden die tot
gevolg, dat gelovigen uit elkaar gingen.
En ontstond een nieuwe groep. Maar in
geloof de vurige pijlen doven betekent
óók onrecht lijden en genade schenken.
Want eenheid van de geest is belangrij-
ker dan leerverschillen.

‘Niet in de opgezette vallen trappen.’

En dat betekent voortdurend opletten,
want elk conflict met bloed en vlees le-
vert verliezers op. En verlies bij de be-
ma is het gevolg. Wanneer we ons dat
meer bewust zijn, zal dat minder scha-
de opleveren, zowel nu als straks. Erg
fijn is het, als we elkaar bemoedigen in
liefde. En dat doen in plaats van elkaar
vliegen afvangen en beter willen weten
dan de ander. Deze dingen bekijken we
anders nu we meer zicht op de functie
van de bema hebben.

4 augustus 2019

‘Met Hem een hoge plaats.’

Ja, het hele lichaam van Christus zal in
en met Hem zeer hoog verheven zijn.
Niet nu, maar in komende eonen. Als
mens kun je het verlangen koesteren
om nu vol aanzien te zijn en hoog te
reiken. Het zicht op de bema zal je er-
van genezen. Je wéét, dat ootmoedig
dienen en lijden je weg op aarde is.
En dat levert na de bema grote heer-
lijkheid op. De bema is -zo gezien- een
grote genade, nu al.

‘Zo heb ik dat nog nooit gezien.’

Omdat je blijft luisteren en nadenken
over Zijn woord, kom je verder. Beter
zicht op de bema zorgt voor meer licht
op je toekomst. En in die komende pe-
riodes, tijdperken, zal God door ons in
mildheid Zijn overstijgende rijkdom van
genade tonen. Aan de hemelse wezens
die wij nu niet kunnen waarnemen. Zij
zitten ons wel dwars en schieten vurige
pijlen af. Via mensen komen de aanval-
len, zowel van links als van rechts.

‘We leven in en van Zijn genade.’

Zeker, en Gods genade is niet uitgeput
wanneer wij gered zijn. God blijft in ge-
nade met ons omgaan terwijl Hij ons in
Zijn dienst gebruikt. Hoe meer we dat
bewust zijn, hoe meer zal genade ons
spreken en doen kenmerken. Mensen
rondom de Heer Jezus merkten dat Hij
genadig was. Wij verdienden Zijn gena-
de net zo min als die rovers en misdadi-
gers die met Hem gekruisigd waren.
Ja, dán waarderen we Zijn gunst dieper,
beter, en anderen merken dat op.