Woord vandaag

Het geloof dat jij hebt, heb het 
voor jezelf voor het aangezicht 
van God. Gelukkig hij die 
zichzelf niet richt in dat wat 
hij accepteert
          
Romeinen 14:22

Geloof, net als geest, kenmerkt
dit beheer van de genade van
God. Geen zichtbare tekenen of
wonderen, geen tastbaar land,
niets materieels. Geloof zou in
alles onze handel, wandel, vast
bepalen, kenmerken. In zekere
zin zijn we net als Abram en zijn
vrouw Saraï. Tijdelijk verblijf in
onze ‘aardse tentwoning’ als
beeldspraak voor ons lichaam.
Abram en zijn Saraï verbleven
in tenten, ze hebben vervulling
van de beloften niet tijdens hun
leven gezien.
Zo ook de meeste leden van het
geestelijke lichaam van Christus.
Abram en Saraï verwachtten de
aardse heerlijkheid, de hemelse
is voor ons weggelegd.   

Woord vandaag

Het geloof dat jij hebt, heb het 
voor jezelf voor het aangezicht 
van God. Gelukkig hij die 
zichzelf niet richt in dat wat 
hij accepteert
           
Romeinen 14:22

Hoe sterker je geloof, hoe meer
je gegroeid bent, hoe meer je
rekening houdt met de zwakke
in geloof. Dat is genade van de
grote God
, Die ons riep en Die
de groei gaf. God geve, dat we
geduld hebben met elkaar.
We kennen geen restricties uit
de Mozaïsche wet als het om
eten/drinken en houden van
dagen gaat. We zijn immers, in
onze tijd geroepen in genade.
Zo schenken we genade, óók
als we kritiek van de zwakken
krijgen. Ook dan welwillend en
ootmoedig blijven; het is niet
zo eenvoudig voor het vlees.
In ons echter werkt -door de
geest van God- Zijn kracht. We
hebben geluk, want we leven
uit de genade van de gelukkige
God!

Woord vandaag

Het geloof dat jij hebt, heb het 
voor jezelf voor het aangezicht 
van God. Gelukkig hij die 
zichzelf niet richt in dat wat 
hij accepteert
   
Romeinen 14:22

Geloof. Dat is in het volbrachte
werk van Christus. God heeft in
Zijn liefde de grote overwinning
behaald over het kwaad. Door
de dood van Zijn geliefde Zoon,
en Zijn opstanding. Wij geven
antwoord en danken Vader Die
zoveel genade schenkt.
Erg veel van wat wij zien, horen,
spreekt dat geloof tegen. Zelfs
onze mede-gelovigen spreken
soms tegen wat wij geloven in.
Daardoor besef je te meer wat
een uiterst waardevol geschenk
het geloof is. Zoals Filippenzen
1:29 ons aangeeft, is het genade
voor Christus te lijden, maar ook
in Hem te geloven.

Woord vandaag

Uitstekend is het geen vlees te 
eten, noch wijn te drinken, 
noch iets te doen waar jouw 
broeder zich aan stoot of door 
verstrikt wordt of zwak is
         
Romeinen 14:21

In het verleden, voordat Paulus
sprak en schreef, had Gods volk
Israël duidelijke instructies over
voedsel. Nu ligt dat anders; in
Christus is alle vrijheid om alles
te eten. Als je echter de ander
aanstoot geeft door wat je eet
(en drinkt), dan zou je dat laten
om tot opbouw te willen zijn.
De genade in Christus Jezus is
onze gids nu wij niet onder wet
zijn. Wellicht zijn anderen van
mening dat wij iets moeten als
het gaat om de manier waarop
wij samenkomen, bidden, et
cetera. Het zij zo. Velen beseffen
nog niet hoe diep Gods liefde is:
niets kan ons scheiden van de
liefde van God in Christus Jezus
Heer.
 Onze tekst gaat verder en
is breder dan eten en drinken of
houden van dagen.
Alle facetten van samen leven
als gelovigen vallen hier onder;
we zouden alles doen om geen
struikelblok voor de ander te zijn.
En dat na te jagen wat opbouw
van de ander bevordert.

Woord vandaag

Breek niet omwille van voedsel 
het werk van God af. Alles is 
inderdaad rein, maar het is 
kwaad voor de mens die onder 
aanstoot nuttigt
           
Romeinen 14:20

Wat we wel en niet mogen eten
staat in Deuteronomium 12 en
14. Veel christenen willen zich
daaraan houden. Men ziet in het
overwegen van zulke praktische
zaken, onvoldoende de gevolgen
van Zijn kruisdood.
De genade van God die Paulus
verkondigt maakt een einde aan
zulke voorschriften. Hij schrijft,
dat eten ons niet een ‘status’
bij God geeft (1 Cor.8:8a).
Niets is in zichzelf besmet of  
‘algemeen’. Want het koninkrijk
van God is niet eten en drinken,
lees Romeinen 14:14,17.
De reden dat wij soms niet iets
eten, is omdat we een zwakke
in geloof niet willen kwetsen of
een struikelblok willen zijn voor
de ander. Fijngevoeligheid en
ootmoedigheid kenmerken de
gegroeide gelovige immers.