Woord vandaag

O mens! Voorzeker, wie ben jíj 
die tegenantwoord geeft aan 
God? Het geknede zal toch niet 
uitspreken tegen de Vormer:
“Waarom maak jij mij zo?”

             Romeinen 9:20

De vraag kon niet gesteld door
een mens tegenover God. Is in
wezen als een kruik die tegen
de Vormer spreekt en vraagt
waarom die zo gemaakt is. Dat
is voorrecht van de Vormer
(Pottenbakker). Hij maakt zoals
Hij ze wil hebben. Een mens is
zoals die is. Ieder zal zijn zoals
God dat tevoren bepaalde. Wij
kunnen Hem niet narekenen,
laat staan kritiek uitoefenen.
Wij zijn mens en God Plaatser.
Laten we Hem danken voor
de plek die wij innemen, voor
Zijn aangezicht.

Woord vandaag

O mens! Voorzeker, wie ben jíj 
die tegenantwoord geeft aan 
God? Het geknede zal toch niet 
uitspreken tegen de Vormer:
“Waarom maak jij mij zo?”

             Romeinen 9:20

Dit zet de vragensteller, maar
ook ons als luisteraars op de
juiste plek. Wie ben jij, o mens?
Je hebt het wel tegen God, de
Plaatser, Die liefde is.
Wanneer Hij de schepselen hun
gang laat gaan, en ze gaan tegen
Zijn (geopenbaarde) wil in, dan
is dat Zijn voornemen. En dat Hij
daardoor Zijn bedoeling bereikt,
dan is dat Zijn liefde. In de eerste
plaats gaat het om Zijn eer, Zijn
heerlijkheid. Dit alles heeft niets
met fatalisme of iets dergelijks
te maken; Vader bereikt wat Hij
ermee wil bereiken.

Woord vandaag

Jij zal dan tot mij uitspreken:
“Waarom doet Hij dan nog 

beklag? Want wie heeft Zijn 
bedoeling weerstaan?”
          Romeinen 9:19

Een tweede voorbeeld uit de
geschiedenis is Zijn kruisiging.
De menigte riep: ‘kruisig Hem’
en ging daarmee in tegen Gods
(geopenbaarde) wil: Je zult niet
doodslaan
. Hij werd gekruisigd
en zo werd Gods (verborgen)
bedoeling bereikt. De menigte
kon Gods bedoeling ermee niet
weerstaan. Vader wekte Hem
op uit de doden, en zo wordt de
Naam van God verheerlijkt.

Woord vandaag

Jij zal dan tot mij uitspreken:
“Waarom doet Hij dan nog 

beklag? Want wie heeft Zijn 
bedoeling weerstaan?”

          Romeinen 9:19

God heeft alle touwtjes in Zijn
handen. Niemand is in staat om
Zijn bedoeling te weerstaan. Zijn
(geopenbaarde) wil, daar ging
Farao tegenin. Gods bedoeling
was, dat Zijn Naam verheerlijkt
en groot gemaakt zou worden .
Dat gebeurde: de hardheid van
het hart van Farao (door God)
blokkeerde doorgang van Gods
wil. Toch ging Gods bedoeling
door. God kan wel degelijk iets
aan te merken hebben. Daar is
Hij God (Plaats-er) voor.

Woord vandaag

Dan is Hij dus voor wie Hij wil 
barmhartig, wie Hij echter wil, 
verhardt Hij.
            Romeinen 9:18

God is barmhartig voor wie Hij
dat wil zijn, passend in de fase
van Zijn plan. Uiteindelijk blijkt
God dat voor eenieder te zijn.
En: wie Hij echter wil, verhardt
Hij
bezorgt ons moeilijkheden.
Dat was zo bij Farao. Men zegt:
eerst verhardde Farao zijn hart,
als ‘straf’ daarop verhardde de
God van Israël dat hart. Bekijk
je de tekst in Exodus, dan blijkt
dat Jahweh Zelf steeds het hart
van Farao verhardde. Farao was
anders te zwak en had het volk
al na de eerste of tweede plaag
laten gaan. Reden: zodat Mijn
Naam afgekondigd zou worden
over heel de aarde
.