Woord vandaag

Zo zeer aan jullie gehecht, achten 
wij het goed met jullie niet alleen 
het evangelie van God te delen, 
maar ook onze eigen ziel, omdat 
jullie ons geliefd geworden waren.
       1 Thessalonicenzen 2:8

De hechte band tussen Paulus en 
de Thessalonicenzen lees je in dit
vers. De volgorde is, dat het gees-
telijke 
eerst komt. Het evangelie 
van God werd gedeeld en Paulus
maakte hen het nodige bekend.

Door die geestelijke band groeide
een verdere band: die van de ziel,
wat mogelijk het lijden aanwijst.
Gezamenlijk lijden, terwijl God de
Vader van het medelijden is en de
God van alle vertroosting. En kun-
nen we elkaar bemoedigen door
wat we zelf aan troost ontvingen.

Woord vandaag

Maar wij waren zachtmoedig ge-
worden in jullie midden, zoals in
het geval dat een voedster haar 
kinderen koestert.

        1 Thessalonicenzen 2:7

De vrucht van de geest is onder
meer zachtmoedigheid. Die was
zeker bij Paulus te zien; een won-
derlijke verandering, hij die vroe-
ger een geweldenaar was. Hij was
bezig de ekklesia van God te ver-
woesten (Galaten 1:13). Hij voed-
de, door Gods geest geleid, nu de
leden van het lichaam liefdevol.
Zo was een warme band met de
Thessalonicenzen ontstaan. Hij is
daar maar kort; maar vervolgens
bad en dankte voortdurend voor
hen. Hij had ze op zijn hart, wat
een voorbeeld voor ons!

Woord vandaag

Evenmin zoeken wij heerlijkheid 
vanuit mensen, noch van jullie, 
noch van anderen vandaan, hoe-
wel wij, als apostelen van Christus, 
tot last konden zijn.

              1 Thessalonicenzen 2:6

Paulus was op geen enkele manier
uit op winstbejag. Ook niet op eer
van mensen. Voor hem gold alleen
het belang van Christus Jezus. En
naar de regel had hij van het evan-
gelie kunnen leven: je zult een dor-
sende os niet muilbanden; de arbei-
der is zijn loon waard kun je lezen.
(1 Corinthiërs 9:1-19). Deze had hij
kunnen gebruiken om te laten zien
dat hij recht had op onderhoud. Dat
deed hij heel bewust niet en zag er-
van af. Zo kon hij zeggen: want vrij
van allen/alles, dien ik allen als slaaf.
Paulus was geen slaaf van mensen.
Hij diende God.

Woord vandaag

Want wij waren niet één keer met 
vleiende uitdrukkingen gekomen, 
zoals jullie weten, noch met een 
voorwendsel vanwege hebzucht. 
God is getuige!
             1 Thessalonicenzen 2:5

Paulus sprak (zie gisteren) niet om
mensen te behagen. In onze tekst
vandaag licht hij dat toe. Geen om-
floerste gezwollen taal om dingen
te verbergen. Maar rechtuit: dat
evangelie van God. Je leest wat en
hoe hij schrijft, je begrijpt dat. In
liefde zegt hij ons de waarheid. En
dat is geen welvaartsevangelie; hij
wilde zelf niets verdienen aan het
evangelie. Het is genade (om niet)
en daarom sprak, deelde hij het
gratis uit. En hij kon oprecht zeg-
gen: God is getuige!

Woord vandaag

maar, zoals wij getoetst zijn door 
God om het evangelie toever-
trouwd te krijgen, zo spreken wij, 
niet om mensen te behagen, maar 
God, die onze harten toetst.

1 Thessalonicenzen 2:4

Paulus sprak rechtuit (zie gisteren)
net als zijn Heer. Er werd geen be-
drog in Zijn mond gevonden. Pau-
lus volgt Christus na. Hij is ons en
zijn grote Voorbeeld. God had aan
de apostel Zijn evangelie voor nu
toevertrouwd. Dat was hij zich erg
bewust en daarom wilde hij geen
mensen behagen, maar God. Wel
fijngevoelig; het kwam steeds aan
op het spreken van de waarheid in
Gods liefde
. Die liefde heeft veel
kanten, zij is blij met de waarheid.