Woord vandaag

ons onophoudelijk herinnerend 
jullie werk van het geloof en 
moeite van de liefde en volhar-
ding van de verwachting van 
onze Heer Jezus Christus, voor 
onze God en Vader

         1 Thessalonicenzen 1:3

Wat te zien was bij deze uitge-
roepenen in Thessaloniki, stem-
de Paulus dankbaar. En bracht
ook voortdurend gebed voor de
leden teweeg. In onze dagen is
dat ook onder gelovigen te zien.
Wereldwijd is men bezig in werk
van het geloof. Eigen werken zie
je overal, bij de meeste mensen.
Hier was het echter geloofswerk
met en vanuit het evangelie van
genade. Zij hadden velen bereikt
met dat evangelie, tot eer van
hun Heer.

Woord vandaag

Wij danken God altijd voor jullie 
allen, jullie in herinnering bren-
gend in onze gebeden
          1 Thessalonicenzen 1:2

Na de genade en vrede die naar
ons toekomen kun je niet anders
dan danken. Ook in dat woord zit
de genade van God. Ontvangen
wat je niet verdiende kan niet an-
ders dan dank in je hart wekken.
De vrede van vers 1b komt voort
uit de kruisiging van onze Heer; en
Hij leeft! Romeinen 5:1,9-11 laat
dat zien: verzoening is een feit.
We danken en bidden Vader voor
al die andere gemeenteleden.

Woord vandaag

Genade voor jullie en vrede van 
God, onze Vader, en van de Heer 
Jezus Christus.

         1 Thessalonicenzen 1:1b

Dit is alles wat we nodig hebben:
genade en vrede. Beiden zijn uit
God, de Vader
. Genade, ja, dat is
de grondtoon in het paulinische
evangelie. De apostel werkt dat
later uit in de Romeinenbrief. Het
is rechtvaardiging om niet door
vrijkoping in Zijn geliefde Zoon.
Zijn kruisiging en opstanding vor-
men de basis. Genade is iets ont-
vangen zonder dat jij iets deed.
Gods liefde in actie. U, jij, ik: we
zijn gerechtvaardigd door Zijn ge-
loof; de basis van onze redding.
Niets te doen, o mens: Híj heeft
het alles volbracht.

Woord vandaag

Paulus en Silvanus en Timoteüs 
aan de uitgeroepen gemeente 
van de Thessalonicenzen in God,
de Vader, en de Heer Jezus 
Christus. 
        1 Thessalonicenzen 1:1a

Als gemeenteleden zijn we ook
nauw met onze Redder verbon-
den. De Heer, Jezus Christus, Hij
is de gezalfde Redder. Niet alleen
van de ekklesia (uitgeroepenen),
maar ook van de rest: allen.
In Hem ziet de Vader ons. Dat is
verder onderricht in Efeziërs en
Kolossenzen. Hij redt; niet alleen
straks bij de bazuin, maar ook nu
in ons dagelijks leven. Zijn gena-
de
is ons genoeg, en Zijn kracht
is in onze zwakheid zó belangrijk.