Woord vandaag

12 april 2020

‘Hij werd opgewekt.’

Gezegend Pasen! Hij stond op, werd uit
de doden en de dood opgewekt. De Va-
der deed Hem ontwaken uit de doods-
toestand, waarin Hij van niets wist. Hij 
stond op door de kracht van de Vader.
In de Griekse Schrift wordt maar liefst
ruim 50 keer gemeld dat Hij opgewekt
zou worden of werd opgewekt. Paulus
haalt ooggetuigen aan, zelfs meer dan 
500 broeders tegelijk, die Hem hebben 
gezien in Zijn opstanding. 

‘Het is een feit. Hij leeft!’

In het formidabele 1 Corinthiërs 15 laat
de apostel dat zien. Tegen de donkere
achtergrond van ongeloof in deze loka-
le ekklesia, stelt hij vast:

maar nu, Christus is opgewekt uit de 
doden, de Eersteling van hen die ont-
slapen zijn

                             1 Corinthiërs 15:20

Niet alleen is de dood door een mens
(Adam) de wereld van de mensen bin-
nengekomen, zo is ook de opstanding
van de doden door een Mens (Chris-
tus Jezus), vers 21.

‘Hij is de Eersteling.’

Dat is een term uit de oogst. De gezet-
te tijden van Jahweh (Leviticus 23, zie
de UR’s hierover) spreken van bijzon-
dere handelingen als het oogsttijd is.
De eersteling moest op de 16e nisan be-
wogen worden voor het aangezicht van
Jahweh. Dat was type van Christus, en 
garantie dat de héle oogst gaat komen.
Dat betuigt de apostel in vers 22:

want evenals in Adam allen sterven,
zo zullen ook in Christus allen levend-
gemaakt worden

Dát is het uitzicht dat Vader ons geeft!

Woord vandaag

11 april 2020

‘Hij werd begraven.’

Hij werd in een nieuw graf gelegd, Zijn
oom, Jozef van Arimatea, kreeg op ver-
zoek Zijn lichaam. Hij liet het in een 
nieuw gehouwen graf leggen. Zoals in
Jesaja 53 voorzegd. Hij was bij de rijke
in Zijn dood. De vrouwen moesten af-
wachten tot de dag na de grote jaarsab-
bat, de 15e nisan, de eerste dag van de
ongezuurde broden. Op de 16e nisan is
het, dat zij zich naar het graf spoedden
om Hem te balsemen met nardusmirre.

‘Hij stierf op de 14e nisan.’

Zoals in Tenach voorgeschreven was,
dat het lammetje tussen de avonden 
geslacht moest worden. De Heer hield 
het Pesachmaal met het lammetje dat 
geslacht was nadat de avond was inge-
vallen. Waarmee in Israël de 14e nisan
begon. Daarna was Hij zelf het Lam en
werd vóór de volgende avond, vóór de
15e nisan begon, geslacht. Hem werd
geen been gebroken, vlekkeloos.

‘Ja, alles exact volgens de Schrift.’

Helemaal volgens de voorschriften, zo-
als Zijn Vader het had laten optekenen.
Hij stierf, zondeloos en werd zelf zond-
offer. Zo werd de zonde weggedaan en
was allereerst God gerechtvaardigd, zo-
als Paulus zegt in Romeinen 3:21-26. 
Nu het Lam volkomen geofferd was en
begraven, was alles gedaan en kon de
16e nisan gaan aanbreken. Het graf is
verzegeld, men wilde zeker zijn.  

Woord vandaag

10 april 2020

‘Hij werd gekruisigd.’

Dat was nodig, Hij heeft iedereen lief,
en daarom liet Hij zich vernederen, en
slaan. Nota bene door toedoen van de
leiders van Zijn eigen volk. Zij gaven de
Heer van de heerlijkheid over in han-
den van de Romeinen. Die hingen Hem
aan het hout, terwijl Pilatus geen over-
treding in Hem kon vinden. Hij zweeg,
en dat was koninklijk. Alle aanklachten
hadden geseponeerd moeten worden.

‘Het moest gebeuren.’

Ja, want alleen zó konden de Psalmen
in vervulling gaan, die het grote lijden
aankondigden. De details van wat ge-
beurde bij en in Jeruzalem staan ge-
schreven; die moesten vervuld worden.
Indrukwekkend was Golgotha wel, dat
beseften de omstanders, maar ook de
Centurion, hoofdman over 100, hij zei:

waarlijk, deze was Gods Zoon!
                                    Marcus 15:39

Toen hij gezien had hoe Jezus de laat-
ste adem uitblies. 

‘Hij stierf voor allen.’

De Schrift laat dat zien, Paulus schrijft:

want indien Eén voor allen stierf, zijn
allen gestorven; opdat degenen die
leven niet langer voor zichzelf zouden
leven, maar voor Hem Die voor hen 
stierf en opgewekt werd
                             2 Corinthiërs 5:15

Hij heeft alles voor u, jou en mij over-
gehad. Hij ging die weg eerst voor Zijn
God en Vader, maar ook voor ons. De
liefde van Christus drong sterk bij Pau-
lus aan, zo ook bij ons. Uit liefde voor
Hem kunnen léven.

Woord vandaag

9 april 2020

‘Het is een aangename tijd.’

Dat zou je niet zeggen als je de wereld
van vandaag ziet. Somber zijn gaat weg
als je dit opnieuw beseft:

gezegend is de God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, Die ons zegent met
iedere geestelijke zegen te midden van 
de hemelsen, in Christus
     Efeziërs 1:3

De overweldigende rijkdom van Gods 
genade, dat is ons deel. Dan is de pro-
blematiek van alledag ineens anders.

‘Meer ruimte in je hart.’

Paulus zegt in 2 Corinthiërs 6:11,12:

onze mond heeft zich voor jullie geo-
pend, Corinthiërs, ons hart staat wijd
open, jullie nemen geen kleine plaats
in ons in

De apostel stond door de genade van
God die in hem werkte, open voor ze.
Dat is wat die genade uitwerkt: open-
heid naar de ander. Je bidt voor mede-
mensen en degenen die je kent. Vader
heeft hen uitermate lief. 

‘Ja, dat verandert je kijk op de ander.’

Verzoening en genade zou ons kenmer-
ken. Bij de Corinthiërs zelf was dat nog
niet goed doorgedrongen:

maar jullie zijn nauw in jullie ingewan-
den     
                   2 Corinthiërs 6:12b

Ze hadden groepjes, waardoor nog ster-
ker de realiteit van de genade van God
op de achtergrond kwam. Ze dachten 
en werkten niet in overeenstemming
met Gods liefde en genade. Paulus wel,
dat is ons voorbeeld.  

Woord vandaag

8 april 2020

‘Tijd van verzoening.’

Ja, gisteren kwamen we uit bij 2 Corin-
thiërs 5, de verzoening. In die dagen le-
ven wij nog steeds. Het geestelijke ka-
rakter van de tijd verandert wanneer
de bazuin van God (niet die 7 uit Open-
baring) geklonken heeft. Dan zullen al-
le gemeenteleden van het lichaam van
Christus weg zijn. Dan gaat de dag van
Gods verontwaardiging komen. De in-
leiding van de dag van Jahweh.

‘Nu nog genadetijd.’

Nog steeds de tijd van overstromende 
genade
. En in 2 Corinthiërs 6 gaat Pau-
lus daar nog op door. Hij laat aan die
gemeente (en ons) zien hoe de bedie-
ning van verzoening eruit ziet.

samenwerkend nu spreken wij ook jul-
lie aan niet tevergeefs de genade van 
God te ontvangen
              (vers 1)

De gelovigen leefden in Corinthe niet 
naar hun stand. Ze verlaagden zich.

‘Verlagen, hoe dan?’

Ze leefden niet uit en in genade. On- 
der de wet en/of zelf bedachte regels. 
Of ze troefden elkaar af met de gaven
van de geest, of vochten rechtszaken 
bij de wereldlijke rechter uit. Allemaal
vleselijk gedoe. Terwijl deze tijd zo is:

want Hij zegt: in een aangename era
hoor ik jou, en in een dag van redding 
help Ik jou; zie! nú is een welaangena-
me era! zie! nú is een dag van redding!
                              2 Corinthiërs 6:2

Dat beseffend zeg je: Vader, dank U!