Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

19 december 2019

‘God bepaalt alles.’

Dat ga je als gelovige steeds vaker en 
meer beseffen. Dat de verharding van 
een hart óók Zijn werk is, ontgaat veel
gelovigen. Zij leggen dat proces bij de 
mens neer. De inwerking van geest op 
een mens wordt vaak onderschat. Als 
we daarover nadenken, zullen we dat
in gaan zien. Beslissingen kunnen nooit
uit eigen vrije wil genomen worden. En
heel wat invloeden bepalen mensen. 

‘Wat je dus bewust doet.’

Wat onbewust je denken bepaalt, is 
belangrijker. Het punt is, dat we juist 
dat niet weten: vaak blijkt het achter-
af. Je kiest en denkt het goed te doen, 
om je later te realiseren, dat in werke-
lijkheid God bepaalde welke richting je
leven ging:

Jahweh ziet uit de hemelen, en Hij ziet
alle zonen van Adam; 
Hij ziet uit Zijn vaste woonplaats op alle
inwoners van de aarde.
Hij formeert al hun harten; Hij let op al
hun werken.
                                  Psalm 33:13-15

De regie was en is altijd in Vaders hand.

18 december 2019

‘Vader heeft het in Zijn hand.’

De apostel Paulus kon in Zijn brieven
de diepere waarheden van Gods plan 
bekendmaken. Zo lezen we:

wij spreken wijsheid onder de volwas-
senen; maar een wijsheid niet van de-
ze eon, noch van de leiders van deze 
eon, die teniet gedaan worden; wij 
spreken echter Gods wijsheid in gehei-
menis die verborgen was die God vóór 
de eonen voorbestemd heeft tot onze
heerlijkheid
                              1 Corinthiërs 2:6,7

‘Dat is nogal wat.’

Ja, en gemeenteleden mogen daarvan 
horen. Daar word je echt dankbaar en 
blij van. De leiders van deze eon wisten 
niets daarvan. Hadden ze dat geweten, 
dan hadden zij de Heer van de heerlijk-
heid niet gekruisigd (want dat deden 
zij). Die wijsheid is uit God en heeft te
maken met Zijn voornemen. Dat werkt
Hij uit en maakt Zijn wil bekend. Hoe-
wel de leiders tegen die wil in gingen 
door Jezus te kruisigen, werkten zij he-
lemaal Gods bedoeling uit.

‘God wekte Hem op.’

En maakte op die manier Zijn macht,
kracht en heerlijkheid bekend. Dat is
Zijn bedoeling. Net als bij Farao. En de
God Die Zijn Zoon opwekte, werkt Zijn
plan door de Eerstgeborene uit de do-
den uit. En zo is het nog; God geeft aan 
de Israëlieten een geest van verdoving, 
en zij geloven niet (Romeinen 11:7,8). 
Zij werden verhard staat daar ook; een 
werk van God. Binnenkort zal Hij dit op-
heffen en zullen zij zien op Hem, Die zij
doorstoken hebben.

17 december 2019

‘God werkt het uit.’

Door Zijn Zoon werkt Hij Zijn plan uit. 
En als zonen zet Hij verder de gemeen-
te en Israël in. Dat zoonschap is eerst
aan Israël gegeven. Als één van de ge-
nadegaven, die Paulus in Romeinen 9
noemt: zoon-plaatsing, of: plaats van 
zoon. Het probleem van Israëls verhar-
ding in zijn dagen komt op tafel in de
hoofdstukken Romeinen 9-11. En, con-
cluderend lees je Romeinen 11:29:

want de genadegaven en de roeping
van God zijn onberouwelijk

‘Ja, heel fijn, dat geloof ik.’

Het spreekt vanzelf, dat zo’n uitspraak
helemaal voor de gemeente, u, jij en ik,
geldt. Maar na Romeinen 8:29,30 is dat
voor ons onnodig. Wij, tevoren gekend,
bestemd, geroepen en gerechtvaardigd
door God, wij zijn nu al enigszins, later
helemaal verheerlijkt. Daar is niets van 
onszelf bij. Het is alles uit God en door
Hem. Het is ook helemaal Zijn eer dat 
te doen en zal Hem verheerlijken.

‘In deze tijd van genade.’

Wat wij -geestelijk gezien- ervaren, is
een prelude, een vooruitzicht. Verder-
op in Zijn plan van eonen zie je nieuwe 
hemelen en de nieuwe aarde. Het is die 
nieuwe schepping waar wij in Christus
al deel van uitmaken. Bovendien zijn 
de einden van de eonen al over ons ge-
komen. Wij staan al aan het einde van
de vijfde eon, in Hem. Daar zal Vader 
gaan komen; daarvoor kunnen wij nu 
al Hem danken, loven en prijzen. 

16 december 2019

‘We mogen met Vader spreken.’

Daar is Vader op uit. Ja, zeker met de
leden van het lichaam van Christus, die
als eersten vrije toegang tot Vader heb-
ben. De hogepriester in Israël kon één
keer per jaar -Jom Kippoer- in het heili-
ge van de heiligen komen. Dan was hij
dicht bij de heerlijkheid van Jahweh. In
Zijn tegenwoordigheid mocht hij alleen
met bloed komen, dat, gesprenkeld op
het verzoendeksel, beschermend was
voor het volk, één jaar lang.

‘Dan is ons voorrecht opmerkelijk.’

De vrije toegang is door Zijn geloof en
niet het onze. We weten ons gered in
genade, door geloof, en dat is niet uit
onszelf. God heeft zelf Zijn naderings-
geschenk, Christus, gegeven. Alles heb-
ben we te danken aan God, aan Chris-
tus. Onze redding en wandel zijn in
genade, en alleen zo is dat alles tot eer 
van Vader en van Zijn Zoon. Danken, 
dat staat voorop. Daarnaast kun je al-
les met gebed en smeekbede bekend-
maken bij God.

‘Filippenzen 4:4-7.’

Dat is hét woord voor ons. We brengen 
al onze verzoeken bij Hem. Hij werkt in
Zijn plan het uit, ook in ons persoonlijk 
leven. Daarom kunnen we Vader tevo-
ren danken, omdat Hij echt  alles  doet 
samenwerken tot wat goed is. De psal-
mist wist het al:

stort jullie hart uit voor Zijn aangezicht
God is voor ons een toevlucht
                                           Psalm 62:9

Ja, en voor ons is het nog fijner, want 
ons leven is samen met Christus verbor-
gen in God!

15 december 2019

‘Het plan van God.’

Daar kom je steeds bij uit. Wat opvalt: 
gisteren lazen we Efeziërs 3:10,11. Di-
rect daarna spreekt Paulus over vrije
toegang die wij tot Vader hebben. In
Christus Jezus voert Vader het plan van
eonen uit. En door Hem hebben wij de
geweldige mogelijkheid om God te bid-
den en te danken. Als wij niet weten
wat moet zijn, komt Zijn geest ons in
onze zwakheid te hulp. We mogen we-
ten, dat God alles doet samenwerken 
tot wat goed is.

‘Dat is naar Gods plan.’

Zo zien we, dat we ook in Romeinen 8 
een antwoord ligt in het weten met je 
hart van Gods plan. We hoeven zeker 
niet alle details te kennen, maar we be-
seffen, dat God heel Zijn plan uitwerkt.
Hij zal doen wat nodig is, Hij heeft lief
en zal je nooit laten gaan. Hij is het, bij
Wie je alles kwijt kunt wat op je hart is.
In Zijn liefde laat Hij je niet los. Kracht 
om te volharden: Hij geeft het aan je.
God zal je niet begeven, niet verlaten.

‘Heel fijn deze dingen te horen.’

In de nieuwe schepping, waar God in
Zijn plan door Christus naartoe werkt,
zal de dood niet zijn. God zal al de tra-
nen van je ogen wissen. Terwijl Hij ze
toch in Zijn kruik heeft; dat lijden kent.
Hij is het, Die de God van het mededo-
gen en van de vertroosting is. In het be-
sep van Zijn voornemen kun je Hem
danken voor alles. Om dat te kunnen
kan lang duren, maar Vader houdt van
je en roept je met Zijn liefdevolle stem.