Woord vandaag

‘Zijn woord is heel kostbaar.’

Dat wordt ook gezegd in de tijd dat de profeet Samuël begint. In
het begin van 1 Samuël staat in de vertalingen, dat het woord van
Ieue (Ik ben) schaars was geworden. Er staat eigenlijk: kostbaar,
of
dierbaar. Wanneer het echte woord van God steeds minder
klinkt, 
zoals in onze dagen, dan wordt dat kostbaar of dierbaar.
Waar wordt 
nog werkelijk het woord van God zelf echt serieus
genomen?

‘Men wijkt snel af.’

Zo vroeg in de Schrift begon het al. Het woord van God was er, en
werd door de slang veranderd. Daardoor werd de vrouw misleid
en zij at van de boom van kennis van goed en kwaad. Heeft te ma-
ken met het onderscheid van wat goed is en wat niet. Religieuze
mensen houden zich daar steeds mee bezig. ‘Is wat ik doe op dit
moment, goed of niet?’ En zo word je krampachtig.

‘Je hoort weleens over: ‘wat zou Jezus doen?’’

Dat weet je niet. Je weet wel wat Hij toen deed en wat Hij nu doet,
en dat kunnen wij niet imiteren. Hij roept en heiligt en reinigt de
gemeente die Zijn lichaam is. Dat kunnen wij niet doen, dat doet
Hij. Zo kunnen wij evenmin doen wat Hij op aarde deed. Wij kun-
nen niet, net als Petrus, wandelen op het water. Wat wij wel kun-
nen (en dat is door God gegeven), is God geloven op Zijn woord.  

Woord vandaag

‘Wat zei men dan anders in dat rapport?’

Men beweert, dat alleen waarheid is, wat voor jou als mens waar
is. Met andere woorden: wanneer jij iets waar vindt voor jezelf,
is het voor jou de waarheid. Maar dat hoeft voor jouw buurman
of buurvrouw helemaal niet zo te zijn! Dan heeft Gods woord dus
geen gezag over je, als jij meent dat het voor jou niet waar is.
En zo moest het denken van de christenen veranderd, omgebogen
worden in de door de tegenstander gewenste richting.

‘Dat is nogal wat.’

Het was duidelijk werk van de tegenwerker, want het lijkt ontzet-
tend veel op wat in de hof ooit gebeurde. De Heer Jezus zelf beleed
in dat bijzondere gebed, en bad voor Zijn discipelen:

Heilig hen in Uw waarheid, Uw woord is de waarheid (Joh. 17:17)

De slang verdraaide het woord van God. Daardoor raakte Eva in ver-
warring en at, zondigde. Maar het begon met het inbrengen van ver-
keerde gedachten over God! En over de waarheid van Zijn woord!

‘Men werd dus gemanipuleerd door de tegenwerker.’

En in kerken (niet alle kerken in Nederland) was dus zo’n rapport
wel gezaghebbend en was men de waarheid van het woord van God
kwijt. Het is duidelijk, dat het om een heel ernstige zaak ging.
De grote aanval op de waarheid en betrouwbaarheid van de Schrift
was al veel eerder ingezet. Geraffineerd en langzaam maar zeker
werd de inhoud van de Schrift uitgehold en uiteindelijk bleef er in
de ogen van een aantal theologen niets over.

‘En professoren en theologen onderwezen dat weer aan anderen.’

Het punt is, dat zij het kwijt waren geraakt en dat Gods woord niet
veranderd is. Gods woord bewijst zichzelf, mensen hoeven dat niet
eens te doen. Voor een oprecht gelovige zal twijfel nooit lang kunnen
bestaan. God is waar en elk mens in principe leugenaar. Tenzij een
mens door Zijn genade Zijn woord leert kennen. En daardoor wie Hij
is. Dan zal die mens van harte beamen wat de Heer in Zijn gebed zei!   

Woord vandaag

‘We hebben weer veel om goed over na te denken.’

Jawel, het Woord volgen brengt je veel dat tot nadenken
stemt. En veel om over te danken. Dat ook. Vaak blijkt, dat
de 
mens wikt (overweegt, denkt na, maakt zich zorgen), maar
Gód 
beschikt. Daar willen wij niet aan, en proberen de dingen
anders 
te zien. Of de tegenwerker probeert ons via anderen te
beïnvloe
den en op dwaalsporen te zetten.

‘Er worden wissels omgezet?’

Wanneer we het over sporen hebben, is die beeldspraak wel
van toepassing, ja. Eén voorbeeld dat me goed bijgebleven is,
is het rapport ‘God met ons’ over het Schriftgezag. In dat rap-
port, leidend in heel wat kerken destijds, werd het begrip
waarheid anders opgevat. De knappe koppen hadden zich ge-
bogen over deze materie.

‘En wat kwam uit de bus?’

Een veranderde opvatting over het begrip waarheid. Wij zien
het zo, dat de Schriften absolute waarheid spreken. Dat wil
zeggen, wat de Heer Jezus bad: Uw woord is de waarheid (in
Johannes 17:17), geldt voor alle mensen van alle tijden en
plaatsen. Niet wat zij denken/menen/vinden, maar wat de
Schrift zelf zegt, dát is de waarheid. Die staat boven ons!

 

Woord vandaag

‘Wat hebben we een andere kijk door Zijn woord!’

Je denken verandert door Zijn woord. Nadat je het evangelie
hebt 
gehoord en dat gelooft, stel je je lichaam tot een levend,
heilig en 
God welgevallig offer. Daar zit je denkzin bij. Daarom
is het eerste
dat verder in Romeinen 12:1,2 genoemd wordt,
onze denkzin. Net 
zoals we de leden van ons lichaam Hem ter
beschikking stellen, zo ook onze denkzin.

‘Dan worden we veranderd.’

Ons denken is doelwit van de voortdurende aanvallen van de
te
genwerker. Hij beïnvloedde het denken van Eva door zijn
twijfel 
zaaiende woorden. Daardoor ging zij anders handelen
en at van 
de boom van kennis van goed en kwaad. Die stond
midden in de 
hof. Had God daar neergezet. De slang had via
het denken het vlees aangesproken en aan
gewakkerd. Zij at
en gaf ook aan haar man.

‘De slang wist hoe hij het moest spelen.’

We lezen het in de Schrift. De aanvallen op het denken van de
mens gaan onverminderd voort. De tegenwerker gebruikt alles
om dat te beïnvloeden en om te buigen, zodat de mens gaat
denken wat de tegenwerker wil. En raakt en blijft in duisternis.
Juist gelovigen zijn een voornaam doel van zijn activiteiten.
Eén van de redenen daarvoor is, dat zij geestelijk zicht krijgen
en daardoor een gevaar vormen voor hem en zijn navolgers.

‘De gemeente wordt straks weggegrist.’

Als gevolg daarvan wordt de tegenstander later uit de hemel op
aarde geworpen (Openbaring 12). In de geestelijke wereld 
is dat
bekend. Dat lichaam van Christus gaat een bijzondere
toekomst
boven, te midden van de hemelingen, meemaken. 
Niet op aarde.
Daar ligt de belangrijke missie van Israël, om voor de volkeren
zegenkanaal te zijn. Wij zullen dat boven voor 
de hemelse mach-
ten en krachten zijn!

Woord vandaag

‘Wat in de Hebreeënbrief staat, geeft verder perspectief.’

Via deze brief leren we meer en dieper over de grote waarde van
het ene Offer, de Heer Jezus Christus. De offeranden onder het
oude verbond –en dus heel dat oude verbond- kon niets tot vol-
komenheid brengen. Daarom had Ieue (Ik ben) in diepste zin geen
behagen in de offers die gebracht werden. Alleen dat ene Offer,
het Lam dat gekend was vóór de nederwerping van de wereld,
daar had Hij wel behagen in.

‘Hij zit nu aan de rechterhand van de Vader.’

Dat is Zijn heerlijkheid nu. Dat wordt ook in Hebreeën 10 gezegd,
waar opnieuw Psalm 110 wordt aangehaald:

Deze nu, destijds één slachtoffer voor de zonden offerend, is gezet
-uiteindelijk- aan de rechter(hand) van God, verder wachtend tot
Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten geplaatst worden

Dat blijken niet alleen Zijn vijanden op aarde te zijn, zoals die bij-
voorbeeld in Psalm 2 vermeld worden, maar ook de onzichtbare,
hemelse vijanden te midden van de hemelingen.

‘Waar je in Psalm 110 en Hebreeën 10 denkt aan aardse.’

Daar komt dus weer de derde dimensie bij te pas. Uit 1 Corinthiërs
15:25,26 en Efeziërs 6:10-12 lees je wat meer. Wij denken dat het
‘in de hemel’ allemaal vrede en ok is. Maar niets is minder waar!
Juist in het hemelse bereik, het geestelijke bereik, daar zitten de
grote vijanden. Onzichtbaar voor ons, maar door Zijn woord weten
wij dat ze er wel degelijk zijn en willen dwarsbomen.

‘Dit zijn hele belangrijke, wezenlijke dingen.’

Het wereldgebeuren bestaat niet uit toeval. Integendeel. Waar
we een tijdje terug bij stil stonden, het absolute God zijn van God,
geldt vandaag. Er gaat niets buiten Vader om. Hij leidt het alles in
over
eenstemming met de raad van Zijn wil. Juist in de geestelijke
we
reld is dat zo. Toen de geestelijke vorst van Perzië de geestelijke
vorst tegenhield en Michaël te hulp kwam (Daniël 10), 
was dat iets,
dat niet buiten Vader om ging.