‘Zeg, ik ben best benieuwd naar de uitwerking van het kruis in de verzoening.’
Het is ook iets groots. Als we eerst kijken naar Efeziers 2:11-18, dan lezen we
daar iets bijzonders. Het gaat daar om een in twee groepen verdeelde mensheid.
Israel onderscheidt zich door de besnijdenis. De afsnijding van het vlees, zoals ooit
aan Abraham opgedragen door Ieue, die zich dan onthult als Al Sjaddai. God is al-
genoegzaam, en het vlees (al wat de mens zelf kan) moet afgesneden. Dat toont
Genesis 17 in een bijzonder type van de afsnijding van Christus op Golgotha.
‘Nu ben ik direct wakker. Ongelooflijk. Genesis 17 wijst al naar het kruis?’
Dat is zeker, ja. En door het kruis werd de wederzijdse verzoening een feit. We
vergeten soms dat een brede kloof bestond tussen Israel en de volkeren. In evangelie-
prediking wordt vaak en veel over het kruis gesproken. Terecht. Alleen lijkt het wel,
dat alleen de positie van de zondaar tegenover God wordt besproken. En dat die zon-
daar door het kruis gered kan worden.
Eigenlijk: gered is, maar dat wordt weinig benadrukt.
‘De boodschap van Efeziers 2 wordt maar weinig besproken?’
We zijn erg gewend aan het feit, dat de volkeren met Israel omgaan op een nauwere
manier dan ooit voor het kruis. Alhoewel het recente verleden diverse vreselijke uit-
braken van vijandschap tegen Israel heeft laten zien, het was voor het kruis ook erg.
Er bestond vijandschap. Tussen Israel en de volkeren in het vlees. De besnijdenis was
symbol van hun uitverkiezing en afzondering van de overige volkeren. Zij hadden ook
meer licht doordat zij de Thora en andere geschriften bezaten. Morgen spreken we
elkaar weer!