Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

en moge jullie ongeschonden geest 
en ziel en lichaam onberispelijk in 
de aanwezigheid van onze Heer 
Jezus Christus bewaard worden.
         1 Thessalonicenzen 5:23^b

Dit gebed van de apostel wijst op
wat het hoogste is. Onze geest die
in verbinding is met de geest van
God. Die heilige geest, die woont
in je als gelovige. Dat is enorm en
groots, in feite. Je bent door God
en in Christus verzegeld. Paulus is
prakticus en wijst daarom ook op
onze ziel en ons lichaam. Door de
kracht van heilige geest zal Hij ons
bewaren. We zullen onberispelijk
zijn in de grote aanwezigheid van
onze Heer in de lucht.

Moge Hij nu, de God van de vrede, 
jullie geheel en al heiligen
1 Thessalonicenzen 5:23^a

Gister sloot Woord vandaag zo af:
heilig hen in Uw waarheid. Gebed
van de Heer Jezus Christus. Ook
Paulus bidt dit. Het is de God van
de vrede, Die in ons Zijn helende
werk doet:

God is het, Die zowel het willen
als het werken in ons bewerkt.

Dat is de hoogste overweging. In
alle opzichten: geheel en al. Fijn,
ook dit is Zijn genade aan ons. In
ditzelfde vers werkt de apostel
dat verder uit. We lezen morgen
wat dat inhoudt, terwijl we God
de Vader danken in wat Hij doet,
Hij geeft diepe vrede in ons hart.

Blijft van al het kennelijk boze 
vandaan
1 Thessalonicenzen 5:22

Dit is te zien in samenhang met
voorgaande verzen. Profetie kan
goed, zelfs uitstekend zijn. Als het
de toets van Zijn woord doorstaat.
Al wat ‘uit de wereld’ komt en ons
wil beïnvloeden toetsen we. Dat
rijke woord van God laat dan wel
zien hoe dat zit. Je ontdekt vanzelf
hoeveel pseudo, leugen, is. Alleen
de waarheid maakt vrij zei de Heer
in Johannes 8:32. De boze bedient
zich naar zijn aard van wat onjuist
(niet waar) is. Dat dit in onze tijd
wel erg duidelijk is, behoeft verder
geen toelichting. Het gebed van de
Heer is ook voor ons:
Vader, heilig hen in de waarheid,
Uw woord is de waarheid.

maar toetst alles, houdt het 
uitstekende vast
1 Thessalonicenzen 5:21

Dit houdt nog niet in: proeft alles
en behoudt het goede. Enkelen
deden dat en raakten in allerlei
verstrikt. Waar het om gaat: het
vorige vers sprak over profetie.
Paulus stelde 1 Thessalonicenzen
op papier in de tijd dat de aparte
gave van profetie functioneerde.
De gelovige kon die profetie toet-
sen aan de beschikbare Schrift en
deze brief. Maar nu, in onze tijd,
kunnen wij al wat op ons afkomt
toetsen aan Gods woord. Dat is
de enig juiste toetssteen voor
ons. Daarbinnen in het bijzonder
de brieven van Paulus. Dát zijn
de woorden van het geloof en
het uitstekende onderricht.

Kleineert profetiën niet
1 Thessalonicenzen 5:20

De Schrift is een en al profetie. In
wezen is profetie niet in de eerste
plaats voorzeggen van toekomst.
Het is spreken van Gods woord.
In de begintijd van de roeping van
het lichaam van Christus (Paulus!)
was profetie één van de bijzondere
gaven van de geest. Na de begin-
tijd was deze gave niet meer nodig,
nu Gods woord gecompleteerd
was door Paulus.
De aanwijzing in onze dagtekst
wijst dan ook op Gods woord in
het algemeen en de profetische
brieven van de apostel van al de
natiën in het bijzonder. Daarom
volgen we die Schrift nauwgezet.