Jullie groet Gajus, gastheer van
mij en van geheel de gemeente. 
         
Romeinen 16:23a

Gajus (of Cajus) is een latijnse
naam en zou ‘heer’ of ‘meester’
betekenen. Hij was vriendelijk
voor gasten. Hij was gastheer  
voor de apostel.
Paulus noemt hem in 1 Kor.1:14
als een van de door hem zelf
gedoopten.
Dat gebeurde destijds, toen de
tijd van (geestelijke) volwassen-
heid nog niet aangebroken was:
het aardse koninkrijk voor Israël
en de natiën kon eventueel nog
doorbreken.
Waterdoop is in dit beheer
(bedeling) van Gods genade
niet aan de orde. Het vlees is
immers door de kruisiging
samen met Christus volledig
afgesneden.  
Uit Paulus’ brief blijkt, dat de
gelovigen in de geest van God
naarbinnen in Christus Jezus
gedoopt
zijn (Romeinen 6:3).