Woord vandaag

en Zijn Zoon uit de hemelen te ver-
beiden, die Hij heeft opgewekt uit 
de doden, Jezus, die ons bergt uit 
de komende verontwaardiging
            1 Thessalonicenzen 1:10

De gelovigen in Thessaloniki dien-
den God. En, zoals Paulus schrijft,
was ook de verwachting van Jezus’
komst in deze gemeente aanwezig.
Joodse mensen kenden uit Tenach
(OT) het uitzien naar de Messias.
Zij wisten inmiddels uit Paulus’ ver-
kondiging, dat de uit de doden op-
gewekte Jezus dat is. Met het ons
bedoelt hij alle gemeenteleden. De
opmerkzame lezer, die weet had
van de in de profetieën aangekon-
digde dag van de Heer (Jahweh),
wist óók van de gerichten die aan
de komst van die dag vooraf zou-
den gaan. Wat nu? Moesten zij,
net als Israël op aarde door die pe-
riode heen? Wat zegt dit woord?
Morgen kijken we daarnaar.  

Woord vandaag

want zelf berichten zij over ons wat
voor ingang wij bij jullie gehad heb-
ben en hoe jullie je hebben omge-
keerd naar God toe, weg van de af-
goden om de levende en waarach-
tige God als slaaf te dienen
                1 Thessalonicenzen 1:9

Het evangelie van God en Zijn Zoon
heeft veranderende kracht in zich.
In Thessaloniki werkte dat in korte
tijd in heel wat mensen. Zij waren
bezig de levende en waarachtige
God als slaaf te dienen. En dat
had uitbreiding van het woord naar
Macedonië en Achaje als resultaat,
onder andere. God, grote Redder,
heeft u, jou en mij lief. Die liefde
kan niet anders dan weerklank in
ons hart vinden. We eren Hem met
hart en mond als we zeggen dat Hij
Redder van alle mensen is. God de
Vader komt met alle mensen tot Zijn
doel. Gelovigen in Thessaloniki de-
den dat. Alles in genade tot Zijn eer.

Woord vandaag

want zelf berichten zij over ons wat
voor ingang wij bij jullie gehad heb-
ben en hoe jullie je hebben omge-
keerd naar God toe, weg van de af-
goden om de levende en waarach-
tige God als slaaf te dienen
          1 Thessalonicenzen 1:9

Er werd getuigd dat Paulus en zij
die met hem reisden bijzonder wer-
den onthaald in Thessaloniki. Daar
was vruchtbare grond in de harten
voor het evangelie van genade. In
wezen had God zelf hun hart voor-
bereid. Het droeg rijke vrucht in de
levens van deze gemeenteleden.
Het geheim is: mensen hebben de
verkondiging van de grote God en
Zijn Zoon nodig
.

En niet dit: ‘jij moet je bekeren van
je zondige levensstijl’. Dat prediken
alle religies van deze wereld.

Nee, het evangelie van God en Zijn
Zoon, dát is tot eer van God en dát
richt mensen op Hem!

Woord vandaag

Want van jullie uit heeft het woord 
van de Heer voortgeklonken, niet al-
leen in Macedonië en in Achaje, 
maar in iedere plaats is jullie geloof 
tot God uitgekomen, zó dat wij niet 
de behoefte hebben iets te zeggen

            1 Thessalonicenzen 1:8

Macedonië was destijds een ander
gebied dan wat nu zo heet. Het is
het woord van de Heer,
dát ging uit
en in Handelingen lees je ook van
het woord van God
. Dan gaat het
om Joodse mensen die luisteren,
en bekend waren met Tenach (OT).
Wanneer tot mensen uit de natiën
evangelie klinkt, lees je: het woord
van de Heer
(Handelingen 13:48).
Het geloof naar God toe van deze
Thessalonicenzen was verspreid.
Dat betreft ook de inhoud ervan:
de Redder: onze Heer Jezus Chris-
tus. Híj ís het goede nieuws! Hij is
het, die levens verandert, jouw en
mijn hart vernieuwt; wij zijn in Hem
een nieuwe schepping.

Woord vandaag

zo dat jullie voorbeelden werden 
voor al de gelovigen in Macedo-
nië en in Achaje.
           
1 Thessalonicenzen 1:7

Het woord van het goede nieuws
was uitgegaan uit deze ekklesia.
Het had een groot gebied bereikt
zonder de middelen die wij nu
hebben. Voorbeeldig was hun ac-
tiviteit om het woord te versprei-
den
. Dat gaat vanzelf als dat ge-
nade-evangelie in je hart is. Het
hangt niet van jou, maar van Hem,
Christus Jezus, af
. Je hoeft niets te
‘proberen’ of: ‘beter je best te doen’.
De genade van God werkte in hen;
ook in ons doet Vader Zijn werk.