De een gelooft inderdaad alles 
te mogen eten, de zwakke 
echter nuttigt groenten
          
Romeinen 14:2

Het niet willen eten van vlees
kon te maken hebben met wat
aan afgoden geofferd was. Het
geweten sprak; Paulus maakte
dat niet uit, in feite. Toch hield
hij uit Gods liefde rekening met
zulke gelovigen. De zwakke wil
alleen groen(te) eten. Als we
daarmee te maken hebben is
het Gods liefde om in nabijheid
van hen geen vlees te eten.
Hetzelfde geldt voor al wat met
eten en drinken te maken heeft.
Sommigen zien spijswetten van
Israël als leidend, maar Paulus
geeft in 1 Timotheüs 4:1-5 aan
dat de gelovige vrij is om alles
te eten en te drinken, met dank
aan God, Die geeft.