‘Prachtig hoor, die typologie in Genesis.’
Het is een bijzonder iets in de Schrift, die typologie. Het laat diepere lagen in
de tekst zien. Paulus doet dat in Galaten 4, onder andere. Daar toont hij de
typologie in de geschiedenis van Hagar en Sarah, Ismaël en Izaäk. Het blijken
twee verbonden voor te stellen. Het gaat daar om de tegenstelling gebonden-
heid (slavernij : Hagar/Ismaël/de berg Sinaï) tegenover de vrijheid (vrij zijn:
Sarah/Izaäk/Jeruzalem boven).
‘Ja, daar het ging het over afgelopen woensdag in de Bijbelstudie.’
Een avond waarop veel aan de orde kwam. Paulus’ felle toon in deze brief,
het verschil tussen oude en nieuwe verbond. Valse broeders, de plaats van
Paulus, de bedekking bij Mozes, en zo voorts. Al met al bleek, dat het zo de
moeite waard is, samen de Schriften te openen.
Het evangelie van de genade van God stelt ons in de vrijheid. Verlost van
de zonde, verlost van een wettisch leven, verlost van de grondregels van de
wereld, genade!
‘Dat delen we met heel wat gelovigen.’
Zeker, maar het punt is, dat veel gelovigen helaas maar niet willen aan-
vaarden dat God de Redder van alle mensen is (1 Timotheüs 4:10), en dat
is nu typisch een van die teksten waarvan theologen zeggen: ‘Ja dat staat
er wel, maar dat moet je zo niet zien’. En men verlegt de waarheid –na een
korte of langere redenering- en stuurt de oprechte gelovige het bos in!
Vandaar dat de Heer bij gelegenheid de farizeeën en schriftgeleerden door-
licht en laat zien hoe het zit.
Uiteindelijk hebben wij allemaal Zijn genade nodig!