Woord vandaag

‘Ik heb nog veel gedacht over gisteren.’

We hebben er al eens eerder bij stilgestaan. Hebreeën zegt ons meer
dan we denken. Bijvoorbeeld: de voorwerpen van de tabernakel wer-
den met bloed gereinigd. Dit zijn de voorbeelden van dat wat in de
hemelen is. Deze aardse (voorwerpen)werden met bloed van dieren
gereinigd, maar de hemelse dingen zelf met betere offers dan deze,
zegt Hebreeën 9:23.

‘Ja dat bevestigt de godsdienst van de hemelsen.’

Ja, in de hemelen bevindt zich een dienst aan God. En de Heer Zelf is
de hemelen doorgegaan; is eenmaal op aarde gekomen en heeft Zich
opgeofferd. Zodat daardoor bij de voleinding van de eonen de zonde
definitief uit het universum (het al) verwijderd zal worden. Dat zegt
Hebreeën 9:26. Dus de dienst in de hemelen was zeker niet volkomen.
Eerst moest Hij Zelf de hemelen doorgaan (Hebreeën 4:14) en dat be-
hoefde ook daar slechts één keer.

‘Voor de Besnijdenis bevat hun dienst geestelijk onderricht.’

Omdat deze dienst een afbeelding van de ware hemelse godsdienst is,
zitten er diepe geestelijke waarheden in besloten. Verder wezen deze
voorwerpen en inzettingen als typen naar de waarheden, die alles met
het werk van Christus te maken hebben. Het beschermdeksel zelf was
een type van onze Heer (Romeinen 3:25). Daarop werd het bloed één
keer per jaar gesprengd. Dat bloed van een dier verwees naar het
bloed van Christus (Romeinen 3:25; 5:9), dat eens voor altijd een de-
finitieve reiniging zou brengen (Hebreeën 1:1,2)!

Woord vandaag

‘Onze bediening richt zich vooral op de hoogsten?’

Misschien, toch lijkt het erop, dat het meer omvat. Omdat niet elk
lid van het lichaam van Christus zal regeren te midden van de heme-
lingen, zullen diegenen zich waarschijnlijk bezighouden met bood-
schappers en anderen die lager in orde zijn. Daar zijn er veel van en
de gemeente heeft dan ook twee eonen de tijd om hen de weder-
zijdse verzoening door het kruis bekend te maken.

‘Dat geldt zowel voor de kant van de duisternis als de anderen?’

Er bestaat wel verschil. Die aan de kant van de tegenwerker ston-
den, hebben het nodig om uit hun vervreemding van God te komen
en veranderd te worden door het woord van de waarheid van het
evangelie. Het woord van verzoening door het kruis zal onder hen
werken. Alleen de gemeente die Zijn lichaam is, zal deze boodschap
kennen en uitdragen, zoals in de brieven van Paulus staat.

‘Ja, het lijkt zo ongelooflijk, ik sta verwonderd.’

Ook de kant van degenen die God wel altijd dienden, zullen verder
onderricht moeten ontvangen. Er was in de eerste eon hoogstwaar-
schijnlijk al een ‘godsdienst van de hemelsen’ (Hebreeën 8:5). Daar-
van was de tabernakel- en tempeldienst een afbeelding en schaduw.
Deze dienst was op aarde onvolkomen, en in de hemelen gold dat
net zo. Want de Thora (de wet) had een schaduw van de toekomsti-
ge goede dingen (Hebreeën 10:1; Kolossenzen 2:16,17)!


Woord vandaag

‘En wie staan onder die soevereiniteiten?’

De Schrift spreekt regelmatig van grote aantallen boodschappers
en hemelingen. Myriaden, vele miljoenen. Waarschijnlijk nog veel
meer dan dat. Omdat er orde moet zijn, spreekt de Schrift als van-
zelf over deze rangorden. Niet alleen is er een bekendmaking van
de veelvuldige wijsheid aan deze machten. Er bestaat tegelijkertijd
een enorme geestelijke strijd, waarin de gemeente de wapenrus-
ting van God heeft.

‘Ja in Efeziërs 6 wordt ook van deze gesproken.’

In heel de wapenrusting van God kunnen wij staan en standhouden
tegen: de soevereiniteiten, de gevolmachtigden, de wereldmachten
van deze duisternis, de geestelijke machten van de boosheid. Die
bevinden zich te midden van de hemelingen. Kijk, zo’n belangrijk
vorst was Michaël, die tegenover de vorst van Perzië stond, zo lees
je in Daniël 10. Daar krijgen wij een kijkje achter de schermen, die
wij normaal gesproken niet kunnen zien.

‘Zijn er meer benamingen van?’

Men spreekt aan de ‘andere kant’ (de duisternis) van ‘de meesters
van de wijsheid’, dat lijken hoge machten in rangorde aan de kant
van de duisternis
te zijn. Daaronder hebben ook zij boodschappers

en op aarde bevinden zich de demonen. Deze laagsten, de demo-
nen, zijn ook wel boze geesten. Zij kunnen in mensen en in voorwer-
pen zitten of ermee verbonden zijn. De Heer dreef ze uit door Zijn
woord.

 

Woord vandaag

‘Wat een toekomst hebben wij, dat sterkt vandaag!’

Zeker, de toekomst is vol verwachting. De schepping heeft een
onbestemd verlangen (Grieks: apokaradokia, Romeinen 8:19).
En wacht op de onthulling van de zonen van God. Dat zijn onder
andere: wij, de leden van het lichaam van Christus. Wij hebben
een grootse toekomst, niet omdat wij geweldig zijn, maar om-
dat Christus dat is en wij leden van Hem zijn.

‘Tsja, en de hemelse machten staan verbaasd.’

Die zullen verbaasd staan. Terwijl boodschappers graag iets wil-
len begrijpen van het evangelie van de Besnijdenis (1 Petrus 1:12).
Door de gemeente wordt nu al en straks in volheid de veelvuldige
wijsheid van God bekendgemaakt. Aan wie? Aan de soevereini-
teiten en gevolmachtigden te midden van de hemelingen. Een
van de hoogste rangorden van de hemelse machten, zijn deze.

‘Die soevereiniteiten?’

Het Griekse woord wijst naar begin, oorsprong. Zoals een geeste-
lijke vorst van een land als Perzië (Daniël 10:13) zeker een hoge
macht is in het hemelse bereik, zo is een soevereiniteit een hoge
geestelijke macht die een behoorlijk hemels gebied bestuurt.
Onder zich heeft zo’n soevereiniteit waarschijnlijk tronen, heer-
schappijen en gevolmachtigden
. Vrijwel al deze benamingen ver-

onderstellen een vorm van regeren.

Woord vandaag

‘De seizoenen wisselen elkaar snel af.’

Na deze zomer wacht weer herfst, en zo heeft Vader ook dat
bepaald. Zomer en winter en lente en herfst blijven totdat deze
aarde vergaat. En dat duurt nog minstens ruim 1000 jaar. Alle
onheil, wereldwijde, allesvernietigende catastrofes: al dat soort
verhalen, het klopt niet. Want de aarde zal nog 1000 jaar blijven.
En toch gaat het snel, want het spoedt zich naar de dag van God.

‘Die dag van God, dat is de nieuwe aarde?’

Ja, de nieuwe hemelen en aarde (Openbaring 21 en 22) zullen
komen. Dat is de dag van God. Dan zal ook het koninkrijk van
de Zoon van God steeds meer gestalte krijgen. De liefde van God
zal dan meer en meer voelbaar en merkbaar zijn. Mensen komen
tekort aan die liefde. Ook in het geestelijk bereik zal het koninkrijk
van de Zoon van Zijn liefde (Kolossenzen 1:13) meer en meer ge-
stalte krijgen.

‘Door onze hemelse bediening?’

Ja en die bediening is niet alleen hemels van karakter, dat is nu
al zo, maar is ook daadwerkelijk te midden van de hemelingen,
niet op aarde. Want ons domein behoort toe aan de hemelen
(Filippenzen 3:20,21), dáár is onze plaats, dáár is onze bediening.
Nu al wordt door de uitgeroepen gemeente heen aan de soeve-
reiniteiten en gevolmachtigden te midden van de hemelingen de
veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt (Efeziërs 3:10,11)!