Woord vandaag

‘God regeert, dat hoorden we gisteren.’

Het is een belangrijk punt, dat Paulus bidt voor de gelovigen,
dat zij groeien in de erkenning van God. Dat is ook de uitkomst
van de eonen. God, de Plaatser, werkt daar naartoe. De geschie-
denis van de Farao is belangrijk, omdat Romeinen 9 daar over
spreekt. Het wonderlijke is, dat God zelf het hart van de Farao
standvastig maakte.

‘Dat zegt Hij vooraf tegen Mozes, ja.’

In Exodus 4:21 staat het, en in 7:3 eveneens. Daarna gaat de 
geschiedenis lopen van de 10 plagen, die over Egypte komen.
Dan lezen we bij gelegenheid dat het hart van Farao verhard-
de, en wordt verwezen naar de uitspraak uit Exodus 4:21.
En niet alleen daar, maar ook als het gaat om de volkeren.
Toen Jozua het land Kanaän binnentrok, versterkte, verhardde 
Hij de harten, opdat er strijd was, en door IEUE overwinning.

‘Het gaat om de Naam van God.’

Zeer zeker, en die werd verheerlijkt dwars door alles heen.
Daar ging het om in de geschiedenis met Farao. En zo blijkt,
dat God (Onderschikker, Plaatser) alle touwtjes in handen
heeft. Hij is het, die volgens Psalm 33:15 alle harten van de
mensen vormt. En het hart van de koning is in de hand van
IEUE als waterbeken (verdelingen van water); Hij neigt het
tot alles, wat Hem behaagt. (Spreuken 21:1)

 

Woord vandaag

‘God is de Allerhoogste, Hij regeert. Toch?’

Uiteindelijk heeft Hij alle touwtjes in handen. Niets kan Zijn
werken tegenhouden. Ook in het voor ons wellicht ingewikkelde
hemelse bereik, de hemelse regionen. Daar zijn de geestelijke
machten die in Kolossenzen 1 genoemd worden: tronen, heer-
schappijen, soevereiniteiten, gevolmachtigden. Dit geldt voor
de onzichtbare machten.

‘Maar Christus Jezus staat toch boven die machten?’

In Kolossenzen 2:9,10 staat daarvan:

Hem, Die het Hoofd is van iedere soevereiniteit en volmacht

Dat geldt zeer zeker voor de hemelse. In de toekomst zal blij-
ken, als Hij ook blijkt te zijn: Koning van de koningen en Heer
van de heren
. Dat is het aardse aspect van het geheimenis van

Christus. In Efeziërs gaat het om het hemelse aspect ervan.
Daarin heeft de gemeente, het lichaam van Christus, deel.

‘Ja, we kennen ook de boodschappers.’

Een machtige boodschapper is bijvoorbeeld Gabriël. De Heer
zelf wordt in 1 Thessalonicenzen 4:16 de Vorst-boodschapper
genoemd. Het is een bijzonder gegeven, dat de Heer zelf ook

de functie van Boodschapper had, als Profeet. Maar Hij is de
hoogste, de belangrijkste. Dat hebben de hemelse machten
van meet erkend en namen een onderschikkende plaats in.  

Woord vandaag

‘Boeiend onderwerp, maar waarom nu?’

Omdat we als leden van het lichaam van Christus op de hoogte
zouden zijn wie we gaan ontmoeten. Na de bazuin van God,
waarover gesproken in de dienst van 9 augustus 2015, is het
ons werkterrein, in de hemelen, boven. Daar bevinden zich al-
lerlei hemelse machten. Die lijken steeds meer openlijke in-
vloed uit te oefenen op de mensheid, op de wereld. Alom wordt
gesproken over een nieuwe wereldorde.

‘Daarom wordt het steeds meer een chaos?’

Zeker. We zien hoe langer hoe meer de trekken van wat de
Heer Jezus zei in Zijn rede over de eindtijd. Dat het zal zijn als in
de dagen van Noach. Petrus zegt daar ook iets over in zijn brie-
ven. Hij spreekt over de boodschappers die zondigden (2 Pe 2:4)
en weerspannig (of: hardnekkig) waren in de dagen van Gods
geduld, toen Noach onder meer de ark bouwde (1 Pe 3:19,20).

‘Onze dagen lijken veel op die dagen, ja.’

Zoals toen kennelijk sprake was van sterke activiteit van de he-
melse boodschappers, maar ook de hogere machten, zo is dat
ook in onze dagen. Een sterk verhoogde invloed van de machten
merkbaar, de slotfase van deze derde –boze- eon nadert. En wij
leven in deze tijd, zo vlak voordat de bazuin van God gaat klin-
ken. Wat hebben we dan heel de wapenrusting van God nodig!

Woord vandaag

‘Ja mooi, de algenoegzaamheid van God. Hij boven alles.’

De eonen (Grieks: aionen) zijn bedoeld om het plan van God
uit te voeren. Vader doet dat door Christus Jezus. Die is, zo
hebben we gezien, de Eerstgeborene van heel de schepping.
En in Hem is het al geschapen, wat in de hemelen en wat op
de aarde is, het zichtbare en het onzichtbare. Vooral die on-
zichtbare zijn voor ons van groot belang.

‘Waarom?’

Omdat dit de geestelijke machten en krachten betreft. Dit
zijn de onzichtbare, omdat geest per definitie voor ons als
mens onzichtbaar is. De Heer Jezus gaf zelf de geïnspireerde
illustratie uit de natuur, de wind. Je ziet en hoort dat niet,
maar je ziet en hoort wel de uitwerking ervan. Zo, zegt de
Heer in Johannes 3:8, is het ook met de geest.

‘Er zijn heel wat geestelijke machten.’

Er zijn er heel wat, die toebehoren aan de hemelen. We wil-
len enige tijd ‘kijken’ naar de hemelse, geestelijke machten.
Wat Gods woord daarvan zegt. Daarom zullen we nu niet aan-
dacht besteden aan de demonen, omdat die meer met de aar-
de verbonden lijken te zijn.
Ten eerste is ons uitgangspunt Kolossenzen. Hierboven kwam
1:16 heel even naar voren, waar de bron van die geestelijke
machten vermeld wordt.

‘Vader heeft deze in de Zoon geschapen.’

Dat doet ons verwonderd staan. Aan het begin, vroeg in de eer-
ste eon, schiep God niet de hemelen en de aarde, maar geeste-
lijke machten en krachten. De zonen van de Onderschikkers.
Dit zijn waarschijnlijk geen hemelse boodschappers, maar de
wat hogere in rangorde. Want dat laatste is te midden van de
hemelsen aanwezig, een hiërarchie, of rangorde.

Woord vandaag

‘De mens heeft Vader voor alles nodig.’

Abram besefte dat uiteindelijk, toen hij wachtte totdat AL
(Onderschikker) Zijn belofte ging vervullen. God wachtte
totdat Abram en Saraï naar de mens gesproken geen nage-
slacht meer konden verwekken. Waar de menselijke energie
is uitgeput, tekortkomt, blijkt dat God zich kan laten zien als:
de Algenoegzame.

‘Het duurt soms lang voor gelovigen dat erkennen.’

Gelovigen menen dat ze allerlei dingen voor de Heer moeten
doen. Punt is: het dienen van de Heer kan slechts door Hem
gebeuren. In de brief aan de Filippenzen, die over de dienst
aan God en Christus Jezus gaat, zegt daar iets over. Abram

moest dit leren kennen, dat Vader alles bewerkt.

‘We zijn gezegend wanneer we dit gaan zien.’

In Filippenzen laat Paulus zien, dat voor de wandel en het
dienen geldt, dat niet de mens (het vlees) het is, maar God.
Het dienen gaat alleen door Hem. Het is uiteindelijk zo:

werkt je redding met vrees en beven uit, want God is het,
Die in jullie zowel het willen als het werken voor Zijn wel-
behagen bewerkt
                                         Filippenzen 2:12b, 13

Dit is de algenoegzaamheid van God in Filippenzen.