Woord vandaag

‘Was boeiend, gisteravond over dat zuurdesem.’

We hebben de Schrift nagelopen over dat belangrijke begrip. Dan kom je
heel wat tegen. Het is nooit positief, ook niet in Mattheüs 13:33 als het gaat
om die vrouw die zuurdesem verborg in drie maten fijn meel. In de uitleg in
sommige kringen wordt dat als positief gezien, het evangelie of zelfs de kerk,
maar daarvoor heb je geen enkele steun in de Schrift. Wanneer we zien hoe
de Schrift over dat zuurdesem spreekt, dan kun je het niet als positief zien.

‘Het zure in de schepping wijst meestal op verderf.’

Dat is wat het is. Dat blijkt ook geestelijk zo te zijn. Als je kijkt naar de woor-
den in 1 Corinthiërs 5 en Galaten 5, dan blijkt ook –als je geestelijk ziet- dat
het door de apostel niet positief wordt gezien. Hij wijst tegenover het zuur-
desem, het verderf, naar oprechtheid en waarheid. Dan zie het verschil. Het
is goed om zelf in alle rust, kijkend naar wat de Schrift zelf zegt, te zien wat
zuurdesem inhoudt en waarom dat in deeg een in feite vreemd element is.

‘Paulus zal best veel kritiek gehad hebben.’

Dat kreeg hij, en dat vrijwel altijd uit religieuze achtergronden. Met name de
orthodoxie van zijn dagen verfoeide hem. Ze wierpen hem voor de voeten,
dat hij afval van Mozes zou onderrichten. Dat was een valse aantijging. Hij
volgde in de praktijk ook het evangelie van de genade van Christus. Hij geeft
aan, dat de gelovige in de praktijk van het leven staat en leeft onder de genade
van God
, en dus niet in wet (Galaten 5:1-4). Daar gaat het in Galaten om.


Voor de vrijheid maakt Christus ons vrij! Staat dan in de vrijheid en laat jullie
niet weer in het juk van slavernij vastzetten
!

Woord vandaag

‘Er zal zeker nog heel wat rechtgezet moeten worden als Hij komt.’

We hebben gezien –op de avonden van het profetisch woord- dat het
nog even zal duren voordat het koninkrijk over heel de aarde gevestigd
is, vanaf het moment dat Hij komt volgens Mattheüs 24:29-31. Net als
het gericht begint ook het koninkrijk van de Messias bij het huis van God,
Israël. In feite moeten dan ook eerst de beide huizen, Juda en Efraïm,
samengevoegd worden tot één huis.

‘Er zal op aarde nog heel wat weggedaan worden, gezuiverd worden.’

In de Schrift wordt duidelijk, dat het volk, toen het uit het diensthuis, uit
Egypte, uitgeleid werd, het zuurdesem uit de huizen moest verwijderen.
Zo zal ook heel wat boosheid en ongerechtheid van de aarde moeten ver-
dwijnen als Hij Zijn koninkrijk vestigt. Gerichten over Israël staan in de
Schrift altijd model voor de gerichten over de volkeren. Eén groot model-
gericht is dat over Sodom en Gomorra.

‘Ook in Galaten wordt daarover gesproken, zuurdesem.’

Ja, een belangrijke les is die van het zuurdesem in de Schrift. We zullen
vanavond in de studie van Galaten daarmee bezig zijn. En het is een be-
langrijke! Anders zou de apostel dat niet noemen, door God geleid, want
ook voor de Galatenbrief geldt, dat die God-geademd (2 Timotheüs 3:16)
is! De kwestie: leven onder de Thora (van Mozes) óf onder de genade van
Christus Jezus is in deze brief waar het om draait. De apostel is bijzonder
stellig en duidelijk: genade van God, dát is waar wij onder leven!

Woord vandaag

‘Hem ontmoeten op de bladzijden van de Bijbel. En straks echt in de lucht!’

Dat uitzicht kregen ook de Thessalonicenzen mee. Zij waren later nog ver-
ontrust en dachten dat de dag van de Heer al gekomen was. Niets was ech-
ter minder waar. De dag van de Heer is nog steeds niet gekomen. Die is nu
wel erg dichtbij. We leven nu in toppunt van de dag van de mens. Alles
draait om de mens, die zichzelf een goddelijke status heeft toegekend.

‘Daaruit blijkt de dwaasheid van de mens.’

De mens zal alleen nog een ander mens als heerser, als despoot accepteren.
Dat zal de wetteloze zijn, die zichzelf zal laten aanbidden alsof hij de ware
God is. Dat zal niet lang duren, de Heer gaat komen en als Hij bezig is te
komen, komen er ook gerichten over de aarde. Het zal starten bij het huis
van God, Israël (1 Petrus 4:17).

‘Daarna over de volkerenwereld?’

Dat is het gevolg, ja. Voordat het zo ver is, wordt het lichaam van Christus
weggerukt van deze aarde. Dat staat in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Anders
is het niet. Men doet pogingen dat weg te redeneren, maar laat daarmee
zien het niet eens te zijn met hoe Vader dat doet. Soms lees je de meest
merkwaardige gedachtespinsels om er onderuit te kunnen komen. In feite
is dat vreemd en verdrietig tegelijk. Vreemd, omdat de Schrift het zo uit-
drukkelijk stelt. En verdrietig omdat men daarmee de liefde van de Vader
afwijst, Die Zijn geliefden weghaalt om zo Zijn verontwaardiging te kunnen
tonen aan de wereld en de geestelijke machten. Er moet inmiddels heel
wat rechtgezet worden! Dat zal eerst gebeuren, voordat het koninkrijk
van Christus op aarde opgericht kan worden!

Woord vandaag

‘Op hem gericht leven, Zijn woord heb je nodig.’

Gods woord is het kostbaarste bezit van de mensheid. Zonder dat zouden we in
totale duisternis zijn. Kunnen we ons niet voorstellen. Mensen die uit de volsla-
gen geestelijke duisternis komen, weten van dat enorme licht, dat Gods woord
verspeidt. Het evangelie van de heerlijkheid van Christus verlicht ons hart. Het
is iets, dat niemand ons ooit kan afnemen, hoewel de tegenstander, de god van
deze eon, gelovigen ervoor probeert te verblinden.

‘Heb je dan ook ongelovige gelovigen?’

Dat is een tegenstelling. Maar als je luistert naar wat de Heer tegen de Emma-
üsgangers zegt, dan waren zij dat ook. Ongetwijfeld waren het gelovigen, maar
ze waren verdrietig. Emotioneel. Daarom drong onvoldoende tot hen door, dat
Hij ook opgewekt zou worden op de derde dag. Dat had Hij gezegd, en dat had
hen niet bereikt, of zij begrepen het eerst niet.

‘Zij geloofden niet alles.’

Nou, daar heb je het. De Heer zegt tegen ze, dat zij ongelovig en traag van hart
waren te geloven al wat de profeten gezegd hadden. Hij legde hen verder de
Schrift uit, al wat op Hem betrekking in heel de Tenach (OT). Zowel de Thora,
de Profeten als de Psalmen spreken over Hem, die komen zou. En dat is in één
woord: ge wel dig!

‘We ontmoeten Hem op elke bladzijde van de Bijbel?’

Ja en dat is toch heel erg fijn? Wie kun je beter ontmoeten? Hij komt naar ons
toe, steeds weer wijst de Schrift, in beelden, typen en profetieën naar onze
Redder en Heer: Christus Jezus. Hij, die mens werd en in nederigheid en oot-
moed diende. Hij, die zonder zonde was en toch gekruisigd werd. Hij, die aan
het kruis om vergeving voor Zijn vijanden bad. Hij werd opgewekt door Vader
op –inderdaad- de derde dag. Dat houdt dus een belofte in, dat allen zullen
leven, wat Hij ís de Opstanding en het Leven!

Woord vandaag

‘We hebben een toekomst, dat is erg waardevol.’

We zijn gericht op wat komt, net als Paulus. We leven elke dag op aarde en staan
met beide benen op de grond. Dagelijks dienen we de Heer in wat we doen. Zo prak-
tisch is het evangelie wat Paulus brengt. Maar, ons leven leven wij met het oog op
de geweldige toekomst die Hij ons geeft. Lijden zal dan verwisseld worden voor
heerlijkheid. Lees de tweede Korintebrief er maar op na. Dan lees je voortdurend
deze dingen.

‘Ja het zichtbare is van korte duur. Het onzichtbare eonisch.’

Het lijden is voelbaar op de bladzijden van de tweede Korintebrief. Maar wij heb-
ben deze schat in aarden vaten. Een mooie beeldspraak voor het feit, dat wij een
geweldig evangelie van binnen, in ons hart, meedragen. Het evangelie van de heer-
lijkheid van Christus, die het Beeld van de onzichtbare God is. Hij is verhoogd en
wij leven op Hem gericht. Hij is gericht op ons en bovenal op Zijn Vader. Hij houdt
ons vast en Hij heiligt en reinigt de gemeente.

‘Ja fijn, dat Hij dat doet. Hij wast onze voeten.’

Ja, dat Johannes 13 is een prachtige uitbeelding, profetisch/typologisch, wat de
Heer in deze tijd van de verborgenheid aan het lichaam van Christus zou doen.
Hij wast, geestelijk gezien, ons in het waterbad met Zijn uitspraak (Efeziërs 5:22-31).
Alle zelfheiliging en zelfreiniging is in feite een religieuze bezigheid. Hij, de Heer doet
dat! Hoe? Door Zijn Woord! Daarom heeft het luisteren naar het woord van de waar-
heid een reinigende werking. Ons hart en denken wordt op Hem gericht en daaruit
onze wandel in geloof. Met het oog op de heerlijkheid die komt!