Woord vandaag

‘Hoe ver zijn we qua tijd van de vervulling van profetie af?’

Gelet op alle ontwikkelingen, kan het nooit meer ver weg zijn. De duisternis is
de afgelopen tientallen jaren alleen maar verder toegenomen. Het gaat echt
snel. In heel de wereld is erg veel aan de hand en in het Midden-Oosten is het
sinds het ontstaan in 1948 van de Joodse staat niet meer rustig geweest.
Nu is daar in korte tijd heel veel gebeurd. Als we Openbaring lezen, dan wordt
direct in hoofdstuk 1 al opgemerkt, dat het snel zal gaan in de eindtijd.

‘De wereld zal niet rustiger worden?’

Nee, als we lezen wat de Heer in Mattheüs 24 zegt, kun je je niet aan de indruk
onttrekken, dat het aantal geruchten van oorlogen en de oorlogen zelf zal toe-
nemen naarmate de eindtijd vordert en dichterbij komt. De echte eindtijd – strikt
genomen – is wanneer de gemeente het lichaam van Christus is weggerukt van
de aarde. De weerhouder moet eerst weg, voordat de dwaling, het afwijken echt
kan doorzetten. Zoals Paulus aangeeft in 2 Thessalonicenzen 2.

‘Maar wij leven in een rustig land.’

Als je dat vergelijkt met de onrust in het Midden-Oosten en elders, zeker. Zoals
in Openbaring 13 aangegeven, iedereen zal straks het beest en het beeld van
het beest aanbidden en daarmee de draak, die daaraan de grote kracht geeft.
De geest van de antichrist waart rond en is uiterst actief, het geheimenis van de
wetteloosheid dringt steeds verder door. Ook in Nederland lijkt wetteloosheid
steeds normaler te zijn, op alle gebied.

‘Teken aan de wand?’

Zeker. Je denkt regelmatig aan wat over Israël in Richteren gezegd wordt, dat
iedereen doet wat goed is in eigen ogen. Daarachter zit de gedachte, dat de mens
in wezen goed is en dus ook doet wat goed is. Heel tegengesteld aan Romeinen 3,
waar de apostel aan de hand van citaten uit Tenach (OT) vaststelt, dat de mens
afgeweken is, niemand rechtvaardig is, niemand goed doet, samen onnuttig is
geworden. Kortom: we hebben een Redder nodig! Jezus Christus is onze Redder!

Woord vandaag

‘We hebben de afgelopen dagen weer een diepte van Zijn woord gezien.’

Wat aanspreekt daarin is dat de Vader de Zoon heeft gegeven. Zijn Geliefde.
De diepte daarvan kunnen wij nauwelijks peilen. De mensheid moest eerst op
de aarde gezet worden. Daardoor kon Hij mens worden, en zo ook de mogelijk-
hebben dood te gaan. De dood van de Zoon –en de manier waarop- moet voor
de Vader iets enorms geweest zijn. Lijden hebben veroorzaakt. En dat alles om
die mensheid -en uiteindelijk ook alle hemelse machten- te redden!

‘We raken niet uitgepraat over het kruis he.’

Het is het allerbelangrijkste gebeuren in Gods plan van tijdperken. Het kruis is
datgene wat beslissend was. Het is de grote toetssteen van de eonen. We heb-
ben daar veel over doorgekregen, ook over alle omstandigheden hebben de vier
verslagen van Zijn leven ons uitvoerig bericht. Daar wil je als gelovige -en je hebt
Hem lief – alles over weten. We hebben Zijn woord dat ons Zijn liefde duidelijk
laat zien. En wat de Vader van de heerlijkheid ons schenkt.

‘Dat is erg veel. We hebben in feite alles van Hem ontvangen.’

Dat hebben we eergisteren ook even overwogen in de studie brief aan de Galaten,
een bijzonder stukje vanaf 5:13, over de wandel van ons als gelovigen. Paulus laat
dat zien. In 1 Corinthiërs 4:7 staat:

En wat hebben jullie dat je niet ontvangen hebt? En indien je het dan ontvangen
hebt, wat beroem je je, alsof je het niet ontvangen hadt?

De Korintiërs roemden op mensen. Sommigen volgden vooral Apollos, anderen
Paulus, anderen Kefas, anderen Christus. Groepjes. Wij zouden ons bewust zijn,
dat wij al onze rijkdom van Vader door de Zoon hebben ontvangen. Wie Hij dan
gebruikt in Zijn dienst, het is Zijn zaak. Wij danken Hem voor die rijkdom!

Woord vandaag

‘Nu kijken we verder naar het waarom van de poel van vuur?’

Zoals we gisteren gezien hebben, zij er twee lijnen van waarheid te ontdekken.
De ene heeft te maken met onze daden als zondaren en het andere met ons zijn,
wie wij in onszelf zijn. Nu komen de werken van de ongelovigen aan de orde bij
de grote witte troon. Die zullen daar geoordeeld worden, daarover kun je lezen
in Romeinen 2:1-16, waar Paulus laat zien wat dat gericht precies inhoudt.

‘Dat is de grote witte troon. En daarna?’

Als dat gericht voorbij is, gaan de ongelovigen de poel van vuur in. Zij worden
daarin geworpen. Het gaat dan snel. Zij zullen nauwelijks voelen dat zij daarin
geworpen worden omdat zij vermoedelijk al dood zijn voordat ze iets voelen.
Dat is de tweede dood. De ongelovigen gaan daarin voor de tweede keer dood.
Het is dus absoluut geen andere vorm leven. En waarom dat is?

‘Ja ik vermoed wel iets. Dat heeft te maken met wie zij zijn?’

Het blijkt, dat de mens in zichzelf een zondaar is, een doelmisser. Maar ook een
vijand van God. Om dat kwijt te raken, komen ze in de tweede dood. Om de mens
te verlossen van wie hij in zichzelf is, moet hij eerst de tweede dood in. In het le-
ven van de gelovige op aarde is dat de bewustwording dat hij gezamenlijk met
Christus meegekruisigd is
. Dat is eerst een geestelijk leren begrijpen. Wij als ge-

lovigen rekenen ermee dat wij dood zijn voor de zonde. Resultaat van het kruis!
En wandelen in een nieuw leven, dat van Christus Jezus in ons!

Woord vandaag

‘Een enorm uitzicht. Gods plan kunnen we overzien, dankzij de apostel Paulus.’

Het is heerlijk, dat was de laatste zin gisteren, dat ieder uiteindelijk in de armen
van
 Vader terechtkomt. De weg ernaar toe gaat door de diepte van het gericht heen.

Dat is noodzakelijk. Sommigen vragen zich af, waarom nog de poel van vuur als het
kruis geweest is, waar alles is volbracht? De Zoon heeft toch heel die zonde op zich
genomen? Daarmee is immers alles voldaan?

‘Ja dat hoor je weleens, die vraag. Daar weet ik niet direct antwoord op te geven.’

We hebben een tweetal lijnen te onderscheiden, die we lezen. Bijvoorbeeld in Ro-
meinen 5, waar gesproken wordt over het sterven en bloed van Christus voor zon-
daren tot rechtvaardiging
en de dood van de Zoon voor vijanden tot verzoening.

De eerste lijn heeft te maken met de zonden, de daden. Wat een mens al dan niet
doet. De tweede lijn heeft te maken met een innerlijke houding, een gezindheid en
heeft te maken met wie de mens is.

‘De tweede lijkt wel dieper te gaan dan de eerste lijn.’

Dat is zeer zeker het geval. Daardoor komen we bij het antwoord op de vragen.
Meestal komt men in evangelieprediking niet verder dan dat Christus Zijn bloed
heeft gegeven voor de zonden van de zondaren. Maar dat is, hoe geweldig ook,
misschien nog niet de helft van de waarheid. Dat de Zoon dood ging voor de vij-
anden
is iets dat te maken heeft met het diepere innerlijk van God. Hij is de Vader

van de Zoon. En Zijn meest geliefde Zoon moest de dood in voor al die vijanden!

Woord vandaag

‘Bijzonder. Er zijn relatief denk ik niet zo veel gelovigen die zo diep het evangelie
mogen leren kennen.’

Ons past bescheidenheid, ootmoedigheid. We hebben geen enkele grond waarop
wij kunnen baseren dat wij zo gezegend zijn. Niets van onszelf. De enige basis is Gods
liefde, die het behaagde ons te roepen in Zijn onmetelijke genade. Overstromende
genade is ons deel. Er was niets aantrekkelijks in onszelf op grond waarvan God ons
zou roepen. Toch deed Hij dat.

‘Wonderlijk. Je komt er niet uit en het blijft verbazingwekkend.’

Uit alle volkeren roept Hij uit. Zonder onderscheid, zoals voorheen wel kon, maar
nu maakt het niet uit of je Jood of Griek bent, of slaaf of vrije, of Barbaar of Scyth.
Je achtergrond doet er in feite niet toe. Je bent nu in Christus Jezus, een gelovige en
heilige tegelijkertijd. We weten, dat dit slechts als gevolg van Gods werkzame lief-
de gebeurt. Die geest van God werkt in ons Zijn liefde uit. Zodat wij de ander kun-
nen liefhebben.

‘Waneer wij tekortschieten in liefde betonen, komt er dan straf?’

Dat zou zo in tegenspraak zijn met Gods liefde en genade voor de uitgeroepenen;
er bestaat immers geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn!
De veroordeling wacht hen die voor de grote witte troon gaan komen. Zij zullen
gericht worden en daarna in de poel van vuur geworpen worden. Dat is hun weg
om uiteindelijk in de armen van Vader terecht te komen. Wat heerlijk is dat!