Woord vandaag

‘Met de zonde kwam ook de vijandschap?’

De mens werd niet alleen een zondaar, maar bleek later ook vijand van God.
Als we de lijnen in het gezin van Adam en Eva doortrekken, dan zien we bij
Kaïn en Abel twee verschillende offers. En omdat Kaïn zijn broer doodsloeg,
is het voor ons uiterst belangrijk te ontdekken waarom. De Schrift zegt dat
ons in sobere woorden, die veelzeggend zijn. Ze brachten allebei een offer en
Ieue accepteerde het ene wel, het andere niet.

‘Hoe bleek dat dan?’

Dat Ieue Abels offer accepteerde? Als we de Schriften lezen, dan lees je dat
bij een Hem aangenaam offer Ieue het zelf aansteekt. Vuur uit de hemel. Kijk
maar bij David op de dorsvloer van Araunah, waar we ons zondag in verdiep-
ten. David bouwde in opdracht van Ieue een brandofferaltaar en Hij stak het
zelf aan. Hoewel dat bij Abel er niet bij staat, is dat een zeer goede mogelijk-
heid. Kaïn was boos, sloeg zijn eigen broer dood en Ieue verdreef hem.

‘Wat was zo bijzonder aan het offer van Abel dan?’

Allereerst was Abel herder, hij hield vee, en Kaïn agrariër, hij bewerkte de
aardbodem. Hij bracht van de opbrengst van zijn zware handarbeid aan de
aardbodem een offer aan Ieue. Abel gaf van de eerstgeborenen van zijn
kleinvee en van hun vet aan Ieue offerande. Ieue sloeg acht op dat offer en
dat van Kaïn niet. Hierin zit een diepe, geestelijke onderwijzing.

‘Er staat toch het nodige over Kaïn en Abel in de Schrift?’

Jawel, 1 Johannes 3:12 zegt ons, dat Kaïn uit de boze was en zijn broer dood-
sloeg. De boze had vat op hem –want de tegenwerker is een moordenaar
vanaf het begin- en dat leidde tot die vreselijke daad. Johannes schrijft ver-
der dat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig. Dat heeft
te maken met welk soort offer zij brachten! 

Woord vandaag

‘Wat een enorme betekenis heeft het kruis voor ons en heel de schepping!’

Waarschijnlijk geeft God door Zijn apostel Paulus –verguisd en veracht- de
hoogste en tegelijk diepste onthullingen. Dat geldt zeker als het om het kruis
gaat. Ook wanneer de toegang tot de Vader aan de orde komt, blijkt Paulus
verhelderend te schrijven over de betekenis van Golgotha. De reikwijdte van
het kruis blijkt niet beperkt tot de gelovigen van nu. Heel de schepping is er
bij betrokken.

‘Verzoening bedoel je? Tussen de mens en God?’

En dat veronderstelt eerdere vijandschap. Twee kanten. Paulus geeft in dat
wonderlijke eerste hoofdstuk van Kolossenzen antwoorden. De grote levens-
vragen waar kom ik vandaan? en waar ga ik naartoe? Worden in feite op
de hoofdschedelplaats beantwoord. Zij die met geopende ogen ernaar kijken,
zien dat Vader hier naartoe werkte in Zijn enorme plan van eonen.
Dat blijkt ook uit de typen en beelden die Hij liet opschrijven.

‘We zijn bijzonder gezegend, wanneer dat tot ons doordringt.’

Bij het lezen van de eerste bladzijden van de Schrift, lezen we over de schep-
ping van de mens. Die werd geschapen met een speciaal doel. Nu kon de
Zoon mens worden. Dat was de diepste beweegreden voor de Vader. Hij
wilde Zijn liefde bekendmaken in en aan heel Zijn schepping.
En al snel kwam de oude slang –die was vijand nummer één- bij de mens en
misleidde hen tot zonde, ongehoorzaamheid en krenken van het liefdevolle
Vaderhart!    

Woord vandaag

‘Zeg, zijn er nog meer aspecten van het kruis die belangwekkend zijn?’

Als het om het kruis gaat, waar de Heer aan stierf, dan is alles van belang.
Ook alle notities in de diverse verslagen van het leven van de Heer op aarde zijn
belangrijk. Toen Hij aan het kruis hing waren er vier anderen, die ook aan het
kruis hingen. Twee rovers en twee misdadigers. Dat is drukt een kostbare waar-
heid uit, die Paulus later in zijn brieven naar voren brengt.

‘En dat is?’

Dat de wereld mede gekruisigd is. De hele oude mensheid. De wereld en het
aardse wordt uitgedrukt in het getal vier in de Schrift. Vaak zie je de verhouding
één tegenover of ten opzichte van vier. En dat die ene bij de vier opgeteld de
vijfde is en de genade ‘brengt’. Dat zie je ook bij Ornan, die met zijn vier zonen
tarwe aan het dorsen is. Dat geldt des te meer bij de Heer aan het kruis, Hij de
Ene, brengt de genade voor de andere vier.

‘Ah, wat mooi zeg. Heerlijk.’

Hij brengt genade voor heel de mensheid, voor heel de wereld. Heel de mens-
heid ging mee aan het kruis. Hij stierf voor allen. De mensheid kan er niets aan
doen, dat zij van Adam afstamt en dus stervend is. Gevolg is, dat allen doel-
missers zijn. En net zo min kan heel die mensheid iets veranderen aan het feit,
dat zij met Christus mee aan het kruis is gegaan. Dat is zo, opdat uit het graf
een nieuwe mensheid zou komen, en in Christus was die er in principe op de
Paasmorgen. Wat een genade!

Woord vandaag

‘Wat een evangelie. Paulus heeft veel te zeggen. Grote genade.’

De Heer is nabij. In Filippenzen staat, dat wij alles met gebed en smeekbede
bij Vader bekend kunnen maken. Met dankzegging. Dan zal Hij onze gedach-
ten en ons hart bewaren als in een vesting, in Christus Jezus. Dan maken wij
ons in feite geen zorgen meer, maar weten dat Hij zorgt. Paulus kende het ge-
heim, dat Vader alles in handen heeft en dat alles Zijn doel dient.

‘Heerlijk, als dat tot je doordringt. Hij zorgt.’

Paulus strekte zich uit naar het ervaren van de opstandingskracht van Chris-
tus in Zijn leven. Hem te kennen, en de kracht  van Zijn opstanding. Als je dat
in je leven gaat ervaren, dan kun je meer doen dan anderen in het werk van
de Heer. Daarom kon hij de broeders toespreken en zeggen dat zij overvloe-
dig konden zijn in het werk van de Heer. Terwijl zij op hetzelfde moment wis-
ten, dat hun arbeid niet tevergeefs is, in de Heer!

‘Ja, dat is het. Ingezet worden in Zijn dienst.’

Zijn dienst is: bezig zijn in de verzameling, roeping en opbouw van het lichaam
van Christus. Je bent tot opbouw, wanneer je de ander kan steunen en voor de
ander kan bidden. Tot troost kan zijn. Wij zeggen dan: in simpele, eenvoudige
dingen. Je bent tot opbouw, wanneer je de ander kan bemoedigen door een
gebaar, een blijk van meeleven, onder andere, dan ben je tot opbouw
in en van het lichaam van Christus bezig!

‘Fijn, deze dingen. Het verheldert. Het zit dus niet in grote dingen, maar in
al wat je doet tot opbouw.’

Dat is nuttig. Waar Paulus zegt, dat alle dingen hem geoorloofd zijn, zegt hij
er direct bij, dat niet alles nuttig is. En wat is nuttig? Dat wat tot opbouw van
de gemeente is. Nuttig is, wanneer we elkaar genade schenken, indien iemand
tegen iemand een klacht heeft (Kolossenzen 3:13), en zoals de Heer jullie
genade schenkt, zo ook jullie. We zien de liefde van God op die manier werken!    

Woord vandaag

‘Best bijzonder, dat de woonplaats van God steeds meer uitbreidt in Gods plan.’

Zeg dat wel. Dat is wonderlijk, we hebben gezien dat bij de dorsvloer van Araunah
de plaag stopte. Zo kon Gods woonplaats daar gebouwd worden. Dat is een type
van de plaag van de zonde, die op Golgotha stopte. Op de berg Moria was het David,
die loskocht en offerde. Op Golgotha was het de Heer zelf (van wie David een type
was) die Zichzelf offerde en zo de hele wereld loskocht. Zilver is het losgeld. Zilver
is in hoogste instantie een beeld van de verzoening, die Hij tot stand bracht.

‘Tsja, ik raak steeds weer onder de indruk hoe Zijn woord in elkaar zit.’

Gewoonweg geweldig. Omdat op Golgotha de plaag van de zonde door de zonde-
loze Zoon gestopt werd, kon de woonplaats van God verder uitgebreid worden.
Dat zal straks gebeuren in de 1000 jaren als de tempel van Ezechiël als indrukwek-
kend bouwwerk zal staan in Israël en een groot gebied zal beslaan. Dan is het heili-
ge der heiligen nog groter dan in de tempel van Salomo. Maar nu, in deze tijd
woont God door Zijn geest in de gelovigen.

‘Magnifiek, wat een rijkdom hebben we dan ontvangen!’

Zeker. We zijn in Christus gezegend met iedere geestelijke zegen te midden van
de hemelingen. En de gemeente die Zijn lichaam is, is zeer nauw betrokken bij
de verlossing van de hemelse machten en krachten. Daartoe zijn zij in Christus
al een nieuwe schepping. In die zin hebben de gemeenteleden geestelijk al de
voleinding bereikt. In Hem reeds opgewekt en levendgemaakt! En dat, terwijl
Johannes op Patmos in Openbaring 21 en 22 nog niet eens levendmaking noemt.
Zelfs daar is nog geen sprake van de levendmaking. De mensen zullen pas aan
het einde van Zijn voornemen van eonen onsterfelijkheid ontvangen.
Wij al bij de bazuin van God. Ongelooflijk!