Woord vandaag

‘Vanavond Openbaring studie.’

Ja is steeds actueel, de thema’s uit Tenach
komen naar voren en we ontdekken dat
wat geschreven staat. Openbaring sluit aan
bij de profetie van Tenach, en de Heer Jezus
deed dat ook. Hij zei er wel nieuwe dingen
bij en geeft ook chronologisch in tijdvolgor-
de aan wat gebeurt.

‘Daarin is de laatste jaarweek cruciaal.’

Wanneer het verbond met velen geratifi-
ceerd wordt, zal die gaan lopen. Tot dat mo-
ment staat de klok wat betreft de vervulling
van die profetie stil. Na de bazuin en weg-
rukking van de gemeente volgens 1 Thessa-
lonicenzen 4:15-18 gaan de ontwikkelingen
hier op aarde door.

‘God is altijd actief.’

Dat hebben we gezien bij de besprekingen
van Filippenzen. Ook een zeer bijzondere
brief van dé apostel waar we naar zouden
luisteren in deze tijd van genade. In Romei-
nen komt de genade van God naar voren.
In Galaten wordt deze door Paulus vurig
verdedigd, waar we God dankbaar voor
mogen zijn. Zo kom je heel scherp het on-
derscheid tussen wetticisme en genade
aan de weet. Fijn, dat de apostel dat ons
heeft nagelaten. Genade regeert nu.

Woord vandaag

‘Met Paulus blijf je uit de verwarring.’

Zeker. Als je gewoon gelooft wat hij in
zijn brieven schrijft. Daarvan zijn beide
brieven van de unieke verwachting van
het lichaam van Christus een wezenlijk
onderdeel: 1 en 2 Thessalonicenzen.
In deze dagelijkse overdenkingen komt
dit regelmatig aan de orde.

‘Ja, ik verheug me op de bazuin.’

Gelukkig kunnen we gewoon geloven
wat in deze brieven gezegd wordt. Geen
probleem. De verwarring ontstaat, wan-
neer mensen gaan redeneren, en andere
tekstverbanden erbij gaan halen. Zoals
Mattheüs 24 en Openbaring. Deze zijn
echter niet voor het lichaam van Christus
bedoeld
, maar voor Israël en de volkeren.

‘Woord van de waarheid recht snijden.’

Die aanwijzing zouden we nauwgezet
opvolgen, ja. Zodra je verschillende tekst-
verbanden door elkaar gaat halen, ont-
staat de eindeloze verwarring die je over-
al om je heen ziet en hoort. In bovenver-
melde schriftgedeelten wordt niet over
het lichaam van Christus gesproken. Dat
was aan Paulus voorbehouden, door de
Heer zelf!

Woord vandaag

‘Fijn, woensdag Openbaring verder.’

De toekomst. Heel dat boek moet nog
in vervulling gaan. De zogenaamde his-
torische uitleg gaat ervan uit, dat het
grotendeels al vervuld is in het verleden.
Die uitleg zegt ook dat de 70e jaarweek
van Daniël 9:24-27 al vervuld is.

‘Het is allemaal toekomstig.’

Zeker, het is helemaal niet aangetoond,
dat alles al vervuld is. Men ging uit van
diverse aannames, en dat is altijd een
wankele bodem om op te staan.
De zeven gemeentes hebben nooit in die
plaatsen in Klein-Azië tegelijk bestaan.
In de nabije toekomst, ná de bazuin van
God, dán zullen ze daar zijn.

‘Dat is één van de punten.’

Zo zijn nog meer te noemen. Het is een
misvatting te menen, dat deze profetie
al vervuld is. Dat geldt ook voor Daniël.
Van Daniël is niet alles vervuld. Het 4e
wilde dier moet nog komen. De kleine
hoorn (de wetteloze) moet nog komen.
Dat zei Paulus in 2 Thessalonicenzen 2
tegen de verontruste gelovigen daar.

Woord vandaag

‘We kijken naar de gemeente.’

We eindigden gisteren met de unieke
hemelse bediening van het lichaam van
Christus. Dan bedoelen we niet een be-
diening op aarde die een hemels karak-
ter heeft. Dat is voor de heiligen van
Israël weggelegd.
Het gaat om een bediening in de hemel
en te midden van de hemelsen
.

‘Duidelijk, wat mij betreft.’

Velen ontkennen dit geweldige wat we
via Paulus horen. Zij menen dat zij op
aarde zullen blijven en zelfs de grote
verdrukking zullen meemaken. Hiertoe
wordt –zoals zo vaak- het moment van
de bazuin van God anders gezien of er-
ger: weggeredeneerd.

‘Jammer, ik ben er zo blij mee.’

De vele pogingen die al ondernomen
zijn om de verwachting van de gemeen-
te weg te nemen: het blijft merkwaardig.
De een meent dat de gemeente door
de grote verdrukking moet gaan. De an-
der zegt dat het voor een ander lichaam
geldt dan wat nu geroepen wordt.

‘Je wordt er bijna moe van.’

Het is een kakafonie. Als je gewoon de
brieven volgt waar het in staat, 1 en 2
Thessalonicenzen, is het duidelijk. De ba-
zuin van God wordt aan het prille begin
van de tijd van genade voor ogen gesteld
als de verwachting voor het lichaam van
Christus. Wanneer? Uit het komen van
de verontwaardiging (van God), 1 Thes-
salonicenzen 1:10!

Woord vandaag

‘Wat een geweldig doel van God.’

Allen hebben uiteindelijk leven. De 2e
dood is tussenstation. Het laatste wat
de levende God en Vader geeft aan de
mensen, is leven, onsterfelijkheid, de
levendmaking van allen staat in de eer-
ste brief aan de Corinthiërs.

‘De liefde van God.’

Dat woord reikt verder dan wat Vader
onthulde aan Johannes op Patmos. Dat
is de uiterste openbaring aan de Besnij-
denis. Wat verder reikte, veel verder,
gaf Vader aan de apostel Paulus. Die
mocht verder zien, en dus een grotere
heerlijkheid waarnemen.

‘Wat fijn, dat we dat mogen zien.’

Het geeft licht, leven en rust in je hart.
Uitzicht op een toekomst voor ieder-
een. En niet alleen voor alle mensen,
maar ook voor de geestelijke machten
en krachten. Daarvoor zet Vader de
gemeente in, die het lichaam van

Christus is. Wat een bediening!