Woord vandaag

zij echter die uit partijschap bezig 
zijn, en -inderdaad- weerspannig 
zijn tegen de waarheid, 
maar overtuigd zijn door de
onrechtvaardigheid; verontwaar-
diging en gramschap.

                 Romeinen 2:8

We zien dat het gedrag van de 
mens niet zomaar gebeurt, of 
dat men ‘met alles wegkomt’. 
Bij de grote witte troon zal men
verontwaardiging en gramschap
van God ondergaan. Zijn Zoon 
zal dat uitvoeren. Het gericht zal
dan plaatsvinden; hoe dat exact 
in zijn werk gaat weten we niet.
Wanneer grote misdadigers en 
foute politici, dictators en harde
criminelen niet tijdens het aardse
leven berecht konden worden,
laat dat bij veel mensen een idee
van onrecht achter. In het laatste
oordeel, of gericht, komt alles wel
aan de orde en kunnen genoemde
lieden het rechtvaardige gericht in
Zijn licht niet ontlopen. 

Woord vandaag

Inderdaad hun die, door 
volharding in goed werk, 
heerlijkheid, eer en
onverderfelijkheid zoeken: 
eonisch leven
   Romeinen 2:7

Eonisch leven ontvangen alleen
de gelovigen die uitgekozen zijn.
Voor het lichaam van Christus is
dat al van vóór eonische tijden.
Voor Israël in wezen ook, maar 
dat wordt nergens gemeld in de
Schrift. Degenen die daartoe in
de kracht van God goede werken
konden doen, zullen leven in de
komende eonen, maar bij zowel 
het lichaam van Christus als bij
Israël en anderen zal genade van
God 
de basis, zijn. De hoogste en
meest overstromende genade is
voor Zijn lichaam. Anders is het
bij Israël, dat ook voorwaarden 
kent om hun aardse koninkrijk in 
te gaan. Zoals: volharden tot het 
einde 
van de boze eon. God zal
ze de kracht geven, zoals Hij die
ook aan u, jou en mij geeft!

Woord vandaag

onthulling van het rechtvaardig 
gericht van God
Die ieder zal 
vergelden naar zijn werken

           Romeinen 2:5b,6

God zal ieder vergelden naar de
werken die hij/zij deed. Dat zal 
voor ons, leden van het lichaam
van Christus, zo zijn. 
2 Corinthiërs 5:10 zegt:

….eenieder zou terugontvangen 
voor wat hij door zijn lichaam
deed, hetzij goed of slecht

De rechtvaardigen die opstaan 
bij aanvang van het aardse 
koninkrijk (Daniël 12:13) zullen 
vergelding krijgen:

en gelukkig zul jij zijn, omdat zij 
niets hebben om jou te vergelden, 
want het zal jou vergolden 
worden in de opstanding van de 
rechtvaardigen    
Lucas 14:14

Het woord vergelden wijst op een 
beoordeling, richten. Ook deze 
rechtvaardigen gaan beoordeling 
én beloning krijgen.

Zo zien we, dat ieder vergolden 
zal worden naar de werken

Wij na de bazuin van God; 
rechtvaardigen van Israël en de 
volkeren na hun opstanding;
en de rest van de mensheid bij 
de grote witte troon.

Woord vandaag

In overeenstemming nu met 
jouw hardheid en onberouwelijk 
hart vergaar jij voor jezelf 
verontwaardiging in de dag
van verontwaardiging en 
onthulling van het 
rechtvaardig gericht van God
            Romeinen 2:5

Dit wijst vooruit in de toekomst
naar de grote witte troon. In die
dag zal God rechtvaardig richten.
Dan zal iedere ongelovige alles 
van het leven dat net geleefd is
(de dood is als het ware maar 1
seconde), opnieuw beleven. 
Wel dan in het licht van Degene
die daar op de troon zit. Jezus 
Christus zal daar richten. Ook de
hier genoemde hardheid van het
hart en het geen berouw kennen
over wat gedaan is, zal daar aan
de orde komen. Gods gericht is
daar en de ziel zal benauwdheid
en (grote) verdrukking moeten 
ondergaan. Alles zal besproken 
worden in Zijn licht. Ten slotte
zal de zondaar te horen krijgen,
dat de kruisiging van Hem, voor
Wie die staat, voldoende was 
tot redding van oneindige dood.
Wat een moment zal dat zijn! 

Woord vandaag extra

Ga dan zullen wij terugkeren naar 
Jahweh, want Hij, Hij scheurde in 
stukken en Hij zal ons genezen; 
Hij sloeg en Hij zal ons verbinden. 
Hij zal ons doen leven na twee 
dagen, in de derde dag zal Hij ons 
doen opstaan en wij zullen leven 
voor Zijn aangezicht.

                   Hosea 6:1,2

Israël zal na twee dagen leven. In
vers 2 staat leven (2x) en opstaan 
(1x). Twee dagen = 2000 jaar: bij 
Jahweh is 1 dag als 1000 jaar 
(Psalm 90:4; 2 Petrus 3:8). 
Israël, de lichtverspreider, zou dat 
2 dagen, 2000 jaar, niet zijn, want:
geen geest, geen leven. 
Met ingang van welke gebeurtenis
dan rekenen? Sommigen denken
dat je daarvoor de verwoesting van
de tempel en Jeruzalem in 70 AD
door Titus moet nemen. In die visie
kom je in 2070 AD + 7 jaar terugtel-
len. Maar kan dat in het licht van
Hosea 6:1-2? Je leest bij die profeet
over leven, opstaan
Verbranding (70 AD) van tempel en
stad was resultaat van ongeloof en
verharding, Daniël 9:26 spreekt van
verwoesting.
Daniël 9:24-27 geeft géén vinger-
wijzing in verband met geest/leven
De wedergeboorte van Israël vond
niet plaats nadat de Messias Jezus
naar de Vader was opgevaren.  
Na pinksteren bleek: Israël gelooft 
niet. Daar waren duizenden die in
de Messias Jezus geloofden, maar 
niet in heel het volk. Het ligt meer
voor de hand te rekenen vanaf de 
tijd van Israëls ongeloof, 30-40 AD. 
In Ezechiël 37 draait het om leven 
door de geest; er is sprake van een
lichaam, met vlees en zenuwen; 
maar nog geen geest vanaf 1948
in de Joodse staat als geheel.
Het verwachten van Israël is de 
komst van de geest die echt leven 
brengt: 2 dagen van Hosea 6 zijn 
bijna om.
Maar, als leden van het lichaam 
van Christus is voor ons eerdere 
verwachting in Christus gegeven:
de bazuin van God.