Woord vandaag

‘Wat betekent eigenlijk dat de hogepriester Kajafas heette en dat hij zijn
klederen scheurde?’

Kajafas betekent: ‘onderzoeker’ (of: navorser) en daarmee spreekt het van
de verborgenheid waarin God zwijgt, en de Heer Jezus zweeg in dat hele
proces als type van dat zwijgen van God in deze tijd. Tegenover deze zwij-
gende Heer staat de navorser als type van wat de gelovige zou doen in deze
tijd: de verborgen dingen nazoeken in de Schrift. Paulus en de Heer Jezus
hebben daarover gesproken, de Heer in verband met het aardse koninkrijk
in verband met Israël (Mattheüs 13) en Paulus in verband met het verborgen
koninkrijk van de Zoon van Gods liefde als het gaat om het lichaam van
Christus (Kolossenzen 1:12-14).

‘Zo heb ik het nog nooit bekeken! Wat een bijzondere dingen zitten er toch
in die Schrift.’

En zij zeiden spottend: ‘profeteer ons, Christus, wie is het die U geslagen heeft?’
Dat is inderdaad de vraag. In elk geval letterlijk het Sanhedrin en figuurlijk
sloeg de tegenwerker Hem, want die wilde Hem graag doen zwijgen. Daarna
ging de toekomstige leider van de apostelen Hem ook nog verloochenen. Hij
werd steeds eenzamer, naar de mens gesproken. Maar de Vader was nabij Hem.
Petrus loochende en zijn geweten ontwaakte als het ware toen de haan kraaide.
En dat is een beeld van de opwekking uit de doden van de Heer en wat in de toe-
komst bij het volk Israël zal gebeuren als zij echt gaan ontwaken en het nieuwe
verbond zullen binnengaan in het koninkrijk van de Vader (Mattheüs 26:29)!

‘Tsja, dat is weer iets bijzonders he, zo blijkt ook die haan heel erg belangrijk te
zijn in de geschiedenis.’

Ja, zo bezien is de haan een type van de opstanding. De kraaiende haan is een spre-
kende haan, en kondigt in de vroege ochtend de nieuwe dag aan. Het spreekt van
de opstanding uit de doden! En het geweten van Petrus ging hierdoor ook spreken
en hij weende bitter, als type van het rouwklagen wat het volk zal doen, als Hij te-
rugkeert en zij zullen zien wie zij doorstoken hebben. Dan zal de rouwklacht groot
zijn zoals de rouwklacht in de dagen van Hadad-Rimmon. En het zou leiden tot een
hernieuwing van de band tussen Petrus en Jezus en dat is weer een beeld van de her-
nieuwde liefde tussen het volk Israël en de Heer en de bruiloft kan gaan beginnen!

Opmerkelijk

‘Régis Berdoulat, predikant in de Zwitserse stad Lausanne, was in 2008 op
een conferentie in Zuid-Korea, waar hij 22 Franse predikanten ontmoette
die waren aangesloten bij de Église Réformée de France (ERF). Een van-
ouds gereformeerde koepel, maar als gereformeerde baptist (…) voelde
Berdoulat met slechts vijf van hen een nauwe geloofsband. “Veel van die
predikanten waren kritisch over het gezag van de Bijbel en spraken aar-
zelend over het verlossingswerk van Jezus. Ze hadden amper Bijbelken-
nis
, laat staan van gereformeerde belijdenissen”. ……

Berdoulat ziet de toekomst van de ERF somber in, zei hij gisteren in de
Bethlehemkerk in Woerden. …..

Predikanten van de ERF hopen het tij te keren door onder meer een fusie
volgend jaar met Lutheranen. Berdoulat is er sceptisch over. “Met een
verandering van structuren alleen kom je er niet. Deze kerken moeten
terug naar de bron, naar de Bijbel. Het is ten diepste een theologisch pro-
bleem.” …’

Uit : Nederlands Dagblad, 29 maart 2012, blz.2

Woord vandaag

‘Zij veroordeelden Hem, omdat zij vonden, dat Hij God gelasterd had.’

Zij vatten het op als een lastering van God, en Hij had dat niet gedaan, maar
volgens de Thora moest de lasteraar van de Naam gedood worden (Leviticus
24:16). Dus volgens die tekst hadden zij gelijk, toen zij zeiden dat Hij gedood
moest worden (Mattheüs 26:66). En daarna spuwden zij Hem in het gezicht.
Zo kwam het water van hun mond naar buiten, en typologisch staat dat voor
de woorden die zij tegen Hem spraken.

‘Tsja, dat is ook wat er in de Psalmen stond.’

Maar ook in een profetisch  woord van Jesaja 50:6 :
Ik geef Mijn rug aan degenen, die slaan en Mijn wangen degenen, die het
haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en
speeksel’.
Het is een geweldige waarheid, dat de Schriften voortdurend vervuld werden.
En de anderen gaven Hem kaakslagen (Mattheüs 26:68) als teken van het feit,
dat zij Hem het zwijgen wilden opleggen. Men sloeg Hem op Zijn mond en/of
tegen de kin opdat er geen woorden meer uit Zijn mond zouden komen. En
bij Paulus waren het geestelijke opdoffers om hem het zwijgen op te leggen.
Denk eens aan de Corinthiërs, die vonden zijn spreekstijl niet in orde, en qua
inhoud waren ze verdeeld en sommigen luisterden liever naar Petrus, of acht-
ten de woorden van de Heer op aarde hoger in deze tijd (‘Ik ben van Kefas, ik
ben van Christus’) dan de woorden die Hij via Paulus spreekt.

‘Maar je ziet steeds, dat daar waar het Woord gesproken wordt, er weerstand
komt en men probeert de ander het zwijgen op te leggen.’

Zo gaat het steeds, bij de profeten, bij de Heer Jezus, bij Petrus en Johannes
(Handelingen 2, 3, 4). bij Paulus et cetera. Steeds weer probeert de tegenwer-
ker het Woord terug te dringen, het zwijgen op te leggen en de waarheid in
ongerechtigheid ten onder te houden. Maar God zelf zorgt ervoor dat het toch
doorgaat, want het Woord is niet gebonden! God zelf zal ervoor zorgen, dat het
goede nieuws, dat Hij redder van alle mensen is, door zal gaan!

Woord vandaag

‘Eigenlijk dramatisch, dat de leiders van Zijn eigen volk Hem zo veroor-
deelden op basis van valse getuigenissen. Onrecht!’

Van welke kant je het ook bekijkt, het was volkomen onrechtvaardig, dat
de Rechtvaardige zo te kijk moest worden gezet. Op al de vragen en valse
beshuldigingen zweeg Hij koninklijk. Pas toen de hogepriester van Hem
eiste en zwoer bij de levende Elohim, pas toen zei Hij heel kort iets, maar
dat had tegelijkertijd zo’n diepte, dat de hogepriester aanleiding zag om
Hem te kunnen veroordelen. De diepte ervan kon hij niet goed peilen.

‘Het was inderdaad kort maar wel heel krachtig wat Hij zei.’

Hij bevestigde de vraagstelling van Kajafas (de naam Kajafas betekent: onder-
zoeker), dat Hij de Christus is, de Zoon van God, door te zeggen: U hebt het
gezegd. Maar Hij zei nog meer en daarbij richtte Hij zich tot het gehele Sanhe-
drin: ‘van nu aan zullen jullie de Zoon van Adam zien zitten aan de rechter
(hand) van de kracht van God en komen op de wolken van de hemel’.
Daar-
mee zei Hij dat Hij in de komende tijd verheerlijkt zou worden en weer terug
zou komen.

‘Ja, dat is in een paar woorden gezegd wat er in de afgelopen 2000 jaar zou ge-
beuren.’

En Hij noemde zich impliciet de Zoon van God, want Adam was de zoon van God
(Lucas 1:38). En door zichzelf te betitelen als dé Zoon van Adam zei Hij feitelijk
dat Hij de Zoon van God is! En dat Hij verheerlijkt zou worden aan Gods rechter-
hand was een geloofsuitspraak, want Hij wíst dat Hij zou moeten lijden en sterven!
Met andere woorden: ook hieruit bleek Zijn vaste vertrouwen in Zijn God en Vader
dat die Hem uit de doden op zou wekken.

‘Wat is dat geweldig he, het geloof van Jezus Christus, zoals Paulus schrijft’.

Heerlijk, dat het Zijn geloof is, waarin wij kunnen rusten. Het blijft goed nieuws,
want Zijn werk blijkt voldoende voor heel de wereld, alle mensen gered. Hij maakt
Zijn Naam Jezus (Jahweh-redt) helemaal waar! En Hij moest dat doen, en daarin
was het Sanhedrin (onbewust en tegen wil en dank) een instrument in Gods hand.
Het Sanhedrin als geheel geloofde niet. Integendeel, zij waren uit op machtsbehoud
en wilden Hem daarom weg. En Hij bewandelde de weg die Vader bepaalde!