opvoeder van onbezonnenen,
een leraar van onmondigen, de
vorming van de kennis en de
waarheid hebbend in de wet
Romeinen 2:20
Dat is wat Israël in ideale zin zou
zijn. Opvoeder, leraar in hetgeen
voor de volkeren ideaal is. Om de
leraar van onmondigen te kunnen
zijn, moet je eerst opgegroeid en
volwassen zijn. Paulus, in Galaten
3:24,25, stelt vast dat de wet een
kind-geleider (pedagoog) was tot
het geloof (van Christus) kwam.
Zo had Israël wel de vorm(ing) van
kennis en waarheid in de wet, de
zonde verhinderde dat zij konden
groeien tot volwassenen. Het ging
om het doen, dat konden zij niet.
In het evangelie van genade gaat
het om geloof, dat van Christus, en
dát geeft ware, geestelijke groei in
een mens!