God spreekt, Abram gelooft. 
Geen werken, geloof is het, op
grond waarvan Abram Gods 
eigen gerechtigheid toegerekend 
krijgt. Naluisteren: HIER 
God en Abram – 1
Woord vandaag
En wie dan ook is voor deze
dingen bekwaam?
       2 Korinthiërs 2:16b
Ja wie is dan ook bekwaam tot
zoiets groots? Het evangelie in
genade verkondigen?
Welriekende reuk van Christus
zijn? Hebben wij toereikende
‘eigenschappen’ daarvoor? In
onszelf niet. Eerder schrijft de
apostel dat wij allen verzegeld
en gezalfd zijn met Zijn geest,
2 Korinthiërs 1:21,22. Het is de
aanbetaling; straks volgt volle
uitbetaling van wat Hij geeft,
daarover is in 1 Korinthiërs 15
in het slotgedeelte (vers 45-58)
uitvoerig geschreven.
Nu leven wij door de geest van
God; straks in volheid, daarom
kunnen we met Paulus zeggen,
dat het Gods werk (2.Kor.3:5) is!
Woord vandaag
voor dezen inderdaad een 
reuk uit de dood tot de dood, 
voor die echter een reuk uit 
leven tot leven.
    2 Korinthiërs 2:16a
Voor hen de omkomen is de
reuk van het goede nieuws 
dat Paulus verspreidt iets 
van de dood. Zij missen het
leven van en door de geest
van God. ‘Dood’ wordt hier 
als stijlfiguur, beeldspraak, 
gebruikt.
Geen contact met God, er is
geen communicatie. 
Romeinen 8:6 stelt vast: de 
gezindheid van het vlees is 
dood; de gezindheid van de 
geest is leven en vrede. 
Het heerlijke evangelie van 
de genade van God. Dat is 
voor hen die leven de reuk 
van leven: Christus Zelf. 
Woord vandaag
omdat wij een welriekende 
reuk van Christus zijn voor 
God, onder hen die gered
worden en onder hen die 
omkomen
         2 Korinthiërs 2:15
Paulus noemt de geredden
en hen die omkomen. 
God roept in deze tijd het 
lichaam van Christus uit. 
Het ‘gered worden’ kan in 
zijn brieven wijzen op het
eonisch leven. 
Het ‘omkomen’, dat vaak is 
vertaald met ‘verloren gaan’,
op het missen van dat leven.
Ook kunnen deze twee naar
het praktische leven nu een
verwijzing zijn. We zien dat 
in 1 Korinthiërs 8:11; 15:2
bijvoorbeeld. 
Te allen tijde is het verband
waar het in staat, beslissend. 
Wij hebben eonisch leven als
genadegeschenk (Rom.6:23)
mogen ontvangen; heel fijn 
om dat nu ook te léven! 
Woord vandaag
omdat wij een welriekende 
reuk van Christus zijn voor 
God, onder hen die gered
worden en onder hen die 
omkomen
         2 Korinthiërs 2:15
Christus is een welriekende
reuk voor God; Hij geeft Zich
over als offergave, slachtoffer.
Christus is een welriekende
reuk voor God; Hij geeft Zich
over als offergave, slachtoffer.
In Romeinen 12:1,2 lezen wij,
dat wij ons lichaam stellen tot
levend, heilig en voor God
welgevallig offer:
onze logische godsdienst.
Dit te doen is niet om iets
voor God te verdienen. God
geeft Zijn geest in ons hart,
en zo zijn wij een welriekende
reuk van Christus.
Voor de geredden aangenaam
en voor hen die omkomen is
het anders. God geve, dat wij
Zijn liefde en genade uitdragen,
zowel in daden als in woorden! 
