Woord vandaag

‘Het is goed om even de dingen op een rij te hebben. Het evangelie van
de genade van God is machtig!’

Het wordt ook ‘het evangelie van jullie redding’ in Efeziërs 1:13 genoemd.
Daar, in Efeziërs, wordt het als bekend verondersteld. Als een mens dat
evangelie gelooft, betekent het verzegeling met de geest van de belofte,
de heilige. Ditzelfde evangelie wordt in Galaten 2:7-9 ‘het evangelie van
de voorhuid (of: onbesnedenen)’ genoemd. Waarom? Omdat het wezen-
lijk verschilt van het evangelie van de besnijdenis, dat ook in Galaten 2
genoemd wordt.

‘Eigenlijk logisch dat Abraham dan genoemd wordt, want die was geen
Jood of Israëliet.’

Hij was geroepen in onbesneden staat, betoogt Romeinen 4. Hij geloofde,
en dat is het principe dat overeenstemt met genade. We zouden verstaan,
dat dit evangelie dus wezenlijk verschilt van dat van de besnijdenis. Bij
de Besnijdenis is die rite (besneden worden) een noodzaak om bij het uit-
verkoren volk te horen en een aardse roeping te hebben. Dat er op grond
van geloof alleen leden van het volk Israël bij het lichaam van Christus
zouden gaan horen, is duidelijk genoeg. Dat is meekomen op grond van
het evangelie van de voorhuid!

‘Ja de plaats van gelovigen uit Israël is in de tijd van Handelingen lastig
te begrijpen.’

Dat zorgt ook voor veel verwarring, discussies, verschillende opvattingen,
et cetera. We zijn bevoorrecht, dat we door de brieven Romeinen-Filemon
duidelijk zicht hebben op het unieke evangelie van de voorhuid. Daarin is
Gods genade het centrale gegeven. Daar waar in allerlei religies werken van
de mens -op welke manier dan ook- vereist zijn, is in dit evangelie God zelf
die alles bewerkt. Zijn Zoon, de geliefde, is het, die alles doet wat nodig is.

‘Dat is wat we beseffen en vreugde in ons hart geeft.’

We zijn gezegend. Absoluut. We hebben geen enkele verplichting die wij
moeten volbrengen om in de gunst van God te komen. We zijn volkomen
gezegend in die liefde van God in Christus Jezus. We hebben ook geen
verplichtingen die ervoor moeten zorgen, dat wij in de gunst van God
blijven. Wij zijn en blijven te allen tijde Zijn geliefde heiligen!

 


Woord vandaag

‘Het wordt stapje voor stapje duidelijker, wat is het volgende
evangelie dat we bespreken?’

Het evangelie van God is feitelijk wat in Handelingen 20:24 genoemd
wordt ‘het evangelie van de genade van God’. Het draait om de dood en
opstanding van de Heer Jezus Christus waarvoor Hij in het vlees kwam.
De aardse bediening bereikte zijn hoogtepunt in de diepte van het lijden
aan het kruis. Dat werkte de redding van heel de mensheid uit. Dat is de
boodschap die in Romeinen 3 en 5 klinkt: heel de mensheid gered in en
door de dood en opstanding van Christus.

‘Mooi he, het sluit werken van de mens uit en is helemaal het werk van
God en Christus.’

Machtig evangelie en dat moet gehoord worden! Geen religie, geen werk
van de mens vereist, totaal Gods genade alleen! Het is om niet, dat wij
dat ontvangen. Het is niet: je moet gered worden en daarvoor moet jij,
mens, de laatste (en beslissende!) stap zetten; nee, het is helemaal lou-
ter genade. Het evangelie is niet naar de mens, het is naar God en dat
zegt dat God alles doet! Heerlijk, dat we dat evangelie mogen uitdragen
en kennen.

‘Heerlijk, elke keer als je het hoort word je weer blij van binnen en wil
je 
het uitjuichen!’

Ja mooi, het is ook steeds weer een bevestiging als je het hoort en je
gaat het weer wat dieper beseffen in je hart. Het is werkelijk een echt
evangelie. Al wat iets -ook al is het maar nog zo weinig- van de mens
verwacht, is geen zuiver genade-evangelie. We zijn bevoorrecht dat
we deze dingen nu al mogen weten. Licht in ons hart, God heeft het ge-
geven en het verlicht heel ons mens-zijn.
Alle mensen gered in het bloed van Christus is aanstotelijk voor allen
die nog aan religie en traditie vastzitten. Zij zijn als de oudere broer van
de verloren zoon. Kunnen het niet verdragen, dat mensen die een min-
der goed gedrag hebben vertoond dan zijzelf, met open armen door de
v(V)ader ontvangen worden en het beste kleed en eten krijgen, want
dát 
is: genade van God.


Daniël – 6 – 6:1-29 in leeuwenkuil

Daniel in de leeuwenkuil was het onderwerp voor de studie
die gehouden is op 28 juni 2011.
In Daniel 6 wordt verhaald hoe hij in de leeuwenkuil geworpen
werd en daar wonderlijk weer uit kwam. Wat heeft dat profetisch
te zeggen? Dat en meer werd op deze avond behandeld.
Klik hier voor het audiobestand.

Woord vandaag

‘Wat is dan na het eonische evangelie een echt evangelie?

Dat is het evangelie van God. Dat wordt in Romeinen zo benoemd. In de eerste
verzen van hoofdstuk 1 staat dat. Het is het evangelie van God, aangaande Zijn
Zoon, Jezus Christus, onze Heer. Het gaat om God en om Christus in dit evan-
lie en dat kan ook niet anders. Als het over de mens zou gaan, zou het geen
evangelie zijn. In dat evangelie (Romeinenbrief) draait het om de dood en op-
standing van Jezus Christus.

‘Romeinen is een machtige brief, ik ben erg blij met die boodschap.’

En reken maar dat Romeinen een geweldig evangelie is. In Romeinen 3 wordt
geen vergeving van zonden, maar rechtvaardiging om niet, in Zijn genade, door
de vrijkoping in Christus Jezus verkondigd. Geen werken van de mens vereist,
dus. Het evangelie van God draait om de dood en opstanding van onze Heer Jezus
Christus uit de dood en van tussen de doden uit. Dat is de boodschap, het goede
nieuws, dat ook ‘het evangelie van Christus’ of ‘de genade van Christus’ (Galaten
1:6-9) genoemd wordt.

‘Ah, het begint al wat duidelijk te worden.’

Door Zijn genade zijn wij geroepen, daar komt geen eigen werk van de mens aan
te pas.
Gelovigen zijn mensen die het helemaal van God verwachten; niet alleen
voor vandaag maar ook voor morgen en overmorgen! Daarna wordt als voorbeeld
van geloof Abraham genoemd in het vierde hoofdstuk. Het gaat dan om de Heer
Jezus Christus in hoofdstuk 3, die zelf een gelovige was en als voorbeeld dient.
Hij geloofde dwars door alles heen dat God, Zijn Vader, Hem uit de doden zou op-
wekken, en dat geloof werd nooit beschaamd. Zo’n vast vertrouwen hebben wij
ook nu wij rijke beloften hebben; daarin worden wij nooit door Hem beschaamd!

Woord vandaag

‘Bij evangelie gaat het om de genade van God, is dat allereerst dat
het  
om God zelf gaat?’

Ja, bij het eonische evangelie dat we gisteren onder de loep hadden,
is het God als schepper die centraal staat. We leven nu in de tijd dat
de mens zichzelf centraal stelt en dat God naar de achtergrond ge-
schoven is. Het besef, dat er één schepper: de God van de Bijbel, is,
is wegeëbd onder invloed van de gedachte, dat alles zomaar ontstaan
zou zijn. En raak je oorsprong van alle dingen kwijt, dan ben je ook
de toekomst kwijt.

‘Daarom kun je blij zijn als je God kent!’

Als je God kent zoals Hij is. Veel mensen in het christendom lopen
rond met een verkeerd beeld van God. Hij is de schepper, dat is over

het algemeen wel bekend, maar wat het doel van God is, en dat God
wérkelijk liefde is, is vaak niet of veel minder bekend.
Dat hangt samen met de gedachte hoeveel de mens zelf moet doen
ja of nee. In veel ‘evangelie’ verkondiging wordt wel gesproken over
wat God doet, maar uiteindelijk blijkt, dat de mens zelf de noodzake-
lijke stap moet nemen, een keuze moet maken, zelf een handeling
moet doen op welke manier dan ook, om gered te kunnen worden.

‘Ja, dat hoor je nogal eens. Daarmee ben je de genade van God kwijt?’

Genade van God sluit de werken van de mens uit, anders is de genade
geen genade meer, zegt Romeinen 11:6:

Maar als het in genade is, is het niet meer uit de werken, anders is
genade geen genade meer. En als het uit de werken is, is het geen
genade meer, anders is het werk geen werk meer.

Het is geen genade meer, als je ook maar een heel klein beetje werk
van de kant van de mens verwacht. Als woorden gebruikt worden als:
‘verplichting’, ‘je moet toch’, ‘ja het is van Gods kant genade, maar…’,
‘nu is het aan jou..’, ‘het is jouw keuze’ et cetera, dan gaat men niet
uit van pure genade, maar van werk van de mens dat uiteindelijk de
doorslag moet geven.

‘Ja, het hangt allemaal gelukkig van God af, en niet van de mens.’

Dat is het evangelie. Het evangelie dat tevoren aan Abram gepredikt
werd, was dat God een belofte gaf en zei: Ik zal …. Ik zal …..Ik zal…..
Daar waren geen werken van Abram bij! Abram geloofde simpelweg

in de beloften van God! Die zal alles volbrengen wat Hij beloofde!