Woord vandaag

3 april 2020

‘God bestuurt het al.’

De fundamentele waarheid dat alles uit
God is, wordt fel bestreden. Dat kan vol-
gens velen niet zo zijn. We lezen:

want uit Hem en door Hem en tot Hem 
is het al; Hem zij de heerlijkheid voor de
eonen, amen!  
                                 Romeinen 11:36

Verder vinden we ook dit:

het al nu, is uit God, Die ons met Zich 
verzoent door Christus en geeft ons de

bediening van verzoening
                                 2 Corinthiërs 5:18

‘Duidelijke woorden.’

God zegt het zelf via Paulus, en ande-
ren. De situatie in de wereld, in Neder-
land, in uw, jouw, mijn leven is uit God
Hij bepaalt in hoeverre de druk groot 
wordt. In feite kun je Gods plan (voor-
nemen) zo samenvatten als we kunnen
lezen in Romeinen 11:36. God, de Bron
van alles; de Zoon is het kanaal waar-
door Hij Zijn voornemen uitvoert. De
Zoon, Christus, werkt het allemaal uit.

‘Hij is ootmoedig.’

Hij willde nooit Zijn eigen wil doorvoe-
ren ten koste van die van Zijn Vader. In
Gethsemane bad Hij dat de drinkbeker 
van het lijden aan het kruis weggeno-
men zou worden. Hij bad ook, dat niet
Mijn wil, maar de Uwe geschiede
. En zo
vervolgde Hij Zijn weg; het zou nog enke-
le uren duren. Zo zou het lijden van het
kruis komen. De Zoon sprak er met Zijn
Vader over. Hij werkt het uit!

Woord vandaag

2 april 2020

‘Hij zal op tijd komen.’

Ja, en de uitroeper (Qohelet, Prediker)
van Tenach (OT) zegt dat voor alles een
bestemde tijd is. Prediker 3 zegt dat tij-
den gesteld zijn. Bijvoorbeeld: geboren 
te worden én te sterven. Alle dagen die
tussen begin en einde van een mensen-
leven zijn bij God bekend. Hij maakt(e)
al die dagen, wist wat zou gebeuren.
Wat ons toevalt, komt uit Gods hand. 
Niets minder dan dat.

‘Fijn om dit te overwegen.’

In Uw hand zijn mijn tijden spreekt de
Psalmist in 31:16. Dat is een duidelijke
waarheid, die we niet zouden vergeten.
Het Uw en mijn spreekt van relatie. De
verwondering proef je bij de schrijver. 
Bij ons kan dat slijten. De enorme diep-
te ervan is, dat Jahweh wéét welke tijd 
het is. Maar Hij staat zelf buiten de tijd. 
Tijden: eonen, millennia, jaren,maan-
den, dagen, uren, minuten, seconden;
alles is in Zijn machtige Vaderhand.

‘Hij werkt Zijn plan uit.’

Op liefdevolle manier, dat ontgaat ons
niet, want Romeinen 8 zegt dat niets 
tussen ons en de liefde van God kan ko-
men. Wat een geweldige zekerheid is
dat. Vast staat, dat geen veroordeling 
mogelijk is voor hen die in Christus Jezus
zijn (Romeinen 8:1). Vast staat óók, dat
Zijn liefde ons vasthoudt. Christus gaat
door het geloof in je hart wonen, en je
leven wordt door Hem bepaald.

Woord vandaag

1 april 2020

‘Vader kort de dagen in.’

Omwille van Zijn liefde voor Zijn volk
Israël zal dit zo zijn. De opzet van de
tegenstander met als instrument de
wetteloze, zal niet slagen:

want zoals de bliksem vanuit het oos-
ten komt en zichtbaar is tot in het 
westen, zo zal de aanwezigheid van
de Zoon van de mens zijn
                               Mattheüs 24:27

Zo snel een bliksemflits van oost tot
west aan de hemel te zien is, zo snel
zal Hij aanwezig zijn voor Zijn volk.

‘Dat zal spannend zijn voor Israël.’

Ineens, na de 1260 dagen van grote 
verdrukking zal Hij daar zijn:

en direct ná de verdrukking van die 
dagen zal de zon verduisterd worden
en de maan zal haar schijnsel niet
geven en de sterren zullen van de
hemel vallen, en de krachten van de
hemelen heftig bewogen worden
                               Mattheüs 24:29

Dit is wat heel bepalend zal zijn, de
toekomst van Israël én van de vol-
keren is in Zijn hand.

 ‘De Heer gaat komen.’

Dat voorzegt de Heer ook van Zich-
zelf op dat moment (met Zijn disci-
pelen op de Olijfberg):

en dan zal in de hemel het teken van
de Zoon van de mens verschijnen; en 
dan zullen alle stammen van het land
rouw bedrijven
   Mattheüs 24:30a

Wat moet dan veel door Hem heen 
zijn gegaan, toen Hij dit zei. Dat Zijn 
aanwezigheid pakweg 2000 jaar na de-
ze uitspraken dát zal veroorzaken. Het
volk Israël zal rouwen én vreugde heb-
ben, wanneer zij Hem zien. 

Woord vandaag

31 maart 2020

‘Ezechiël was een ziener.’

Ja, één van de grote profeten van Te-
nach. Hij mocht ver, heel ver kijken
in de toekomst. We lezen verder.

En ik profeteerde zoals mij bevolen 
was, en er is geluid terwijl ik profeteer,
en zie, een gedruis en de beenderen
komen bij elkaar, been bij been; en ik 
zag en zie, er kwamen zenuwen op, en 
er kwam vlees op, en Hij trok een huid

erover, maar er was geen geest in hen
                                    
Ezechiël 37:7,8

‘De Joodse staat ontstaat.’

Vervulling, exact, van deze profetie. 
Er is sprake van een lichaam met ge-
beente, zenuwen en vlees, maar er
is geen geest in. Het leeft wel, maar
de geest van God is niet leidend. En
de Heer profeteerde aansluitend op 
deze profetie:

want waar het dode lichaam is, daar
zullen de gieren zich verzamelen
                             Mattheüs 24:28

‘De volken rondom Israël.’

Die zijn altijd begerig om de Joodse 
staat te vernietigen. Als gieren cirke-
len ze rond. In de grote verdrukking 
denken ze eindelijk hun doel te berei-
ken, maar die is ingekort tot 1260.

en als die dagen niet ingekort werden,
zou geen vlees gered worden, maar
ter wille van de uitverkorenen zullen
die dagen ingekort worden

                               Mattheüs 24:22

Dit is Gods liefde, en Hij heeft u lief.

Woord vandaag

30 maart 2020

‘We zien uit naar de bazuin.’

De bazuin van God, ja, verwar die niet
met de 7 uit Openbaring. De datum van
de bazuin van God staat vast. Pas daar-
na gaat veel profetie in vervulling. Een
profetie, onder onze ogen vervuld, is 
over het ontstaan van de Joodse staat 
in 1948. We lezen dit:

de hand van Jahweh was op mij, en Hij 
bracht mij in de geest naar buiten en 
zette mij neer, midden in een vallei. 
Die lag vol beenderen
      Ezechiël 37:1

‘Boeiend, lang geleden opgeschreven.’

Hij deed mij geheel rondom langs hen 
gaan. En zie, daar liggen zeer veel op 
de grond van de vallei, en zie, ze zijn 
erg dor. En Hij zei tot mij: mensenzoon, 
zullen deze beenderen leven? En ik zei: 
Heer, Jahweh, U, U weet het.
                                       
Ezechiël 37:2,3

Vallei spreekt van laagte, bij het meer
van Galilea en dode zee is het laag.

En Hij zei tot mij: profeteer over deze
beenderen en zeg tot hen: O, dor 
gebeente, hoor het woord van Jahweh
                                        
Ezechiël 37:4

‘Hij moest zo spreken – opvallend.’

Zo zegt de Heer Jahweh tot deze been-
deren: Zie Ik ga geest in jullie brengen
en jullie zullen leven
     Ezechiël 37:5

Een algemene belofte en profetie van 
het geschenk van de geest.

En Ik geef zenuwen op jullie en doe
vlees op jullie komen, trek huid over

jullie en geef geest in jullie, zodat
jullie leven                      
Ezechiël 37:6

De ontwikkeling tot een lichaam, en
opnieuw de belofte van geest, leven.
Wij hebben dat al mogen ontvangen
en weten ons zelfs verzegeld.