Op 10 oktober 2019 opnieuw Openbaring 17
aan de orde. Waarom is de vrouw breekster
van de Torah en wat is het geheimenis van
de vrouw en het beest in dit gedeelte?
Luisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
10 oktober 2019
‘Gods hand leidt alles.’
In hoogste instantie wel. In Zijn plan,
dat tevoren door Hem bedacht is, ge-
beurt niets bij toeval. Dat is wanneer
we het vanuit God bekijken. Vanuit de
mens gezien gebeuren de dingen toe-
vallig, althans zo lijkt het. Wij als men-
sen weten niet tevoren wat gebeurt,
integendeel weet God dat wél. Talloze
profetieën kunnen daarvoor geciteerd
en besproken worden. Niet alleen het
goede, maar ook het slechte gedrag is
daarin regelmatig onderwerp.
‘Dat lees je zeker, ja.’
Stel dat de mens een echte vrije wil zou
hebben. In dat geval zou God niet tevo-
ren kunnen vertellen wat gebeurt. Dat
geldt niet alleen voor de daden, maar
ook voor de gevolgen ervan. En voor de
reeks gebeurtenissen die daar weer uit
voortkomen, et cetera. God kent de toe-
komst echter wél. Dat houdt tegelijk in,
dat Hij de toekomst en de gebeurtenis-
sen die komen, beheerst en onder con-
trole heeft. En uiteindelijk gaat niets bui-
ten Hem om.
‘Gelovigen accepteren dat soms niet.’
Omdat alles uit God is (Romeinen 11:
36), verklaart Paulus nadrukkelijk, dat
niemand het denken (lett: de denkzin)
van de Heer kende of Zijn adviseur was
of Hem eerst gaf (Romeinen 11:34-36).
Het al in vers 36 omvat al wat gebeurt
en (nu) bestaat. In dat vers (36) zegt de
apostel ook, dat het al (alles) door Hem
is. In Efeziërs 1:11 is dit beschreven:
..Hem, Die alles bewerkt in overeenstem-
ming met de raad van Zijn wil
Hieruit blijkt zonneklaar, dat God alles
tevoren weet omdat Hij alles bewerkt. En
Hij weet dus ook tevoren wat Hij bewer-
ken zal en wat dat voor resultaat heeft.
We zien in de geschiedenis wat Hij deed
en wat dat tot gevolg had. Het zal uitein-
delijk leiden tot Zijn verheerlijking.
Woord vandaag
9 oktober 2019
‘Gods hand in de geschiedenis.’
Het is opdat wij door de volharding en
vertroosting van de Schriften, de ver-
wachting hebben. Zo zegt Romeinen
dat. Als het gaat om de verlossing van
het volk Israël uit Egypte, dan lees je:
Want de Schrift zegt tot Farao, dat:
hiertoe heb Ik jou verwekt, zodat Ik in
jou Mijn kracht zou tonen en zodat
Mijn Naam in heel de aarde verkon-
digd zou worden
Exodus 9:16; Romeinen 9:17
En Paulus trekt de conclusie:
dus Hij is barmhartig over wie Hij wil,
en Hij verhardt wie Hij wil
Romeinen 9:18
‘Dat is om goed mee te nemen.’
Paulus schrijft nergens, dat God diege-
ne verhardt die zich eerst verhardde.
En in de geschiedenis van de verlossing
van Israël werkte God in het hart van
de Farao tegen Zijn geopenbaarde wil.
En dat is wel overeenkomstig Zijn raad
en bedoeling. Niemand kan Zijn verbor-
gen bedoeling weerstaan. Uiteindelijk
was de bedoeling, dat Gods Naam ver-
heerlijkt zou worden. En dat gebeurde.
‘Wat lezen we nog meer?’
Bijvoorbeeld over de toekomst als het
volk het koninkrijk zal binnengaan. De
mensen lezen soms een voorwaarde in
de tekst, alsof Israël zich eerst moet be-
keren en God pas dan Zijn zegen zal ge-
ven. Het gaat om Deuteronomium:
Jahweh jullie Elohim/God zal jullie hart
en het hart van jullie zaad besnijden om
Jahweh jullie Elohim lief te hebben met
heel jullie hart en heel jullie ziel opdat
jullie in leven zullen blijven
Deuteronomium 30:6
Dit spreekt van Jahweh Die goed doet
in en voor Zijn volk. Zonder Zijn inwer-
king konden ze zich niet tot Hem beke-
ren. Dat geldt ook de volkeren na hen.
Woord vandaag
8 oktober 2019
‘Farao’s hart.’
Dat was waarom het draaide in de ver-
lossing van Israël uit Egypte. En in we-
zen was God het, Die het hart bewerkt.
Als we naar de feiten kijken, zien we:
Zo zegt Jahweh, de Elohim van de He-
breeën: Laat Mijn volk gaan dat zij Mij
dienen… ! Exodus 7:16
En in Exodus 10:8 zegt de Farao: Ga!
Toch zegt het vervolg:
En Jahweh maakte het hart van Farao
standvastig zodat hij de zonen van Israël
niet liet gaan
Exodus 10:20
‘Het is duidelijk zo.’
We noteren, hoe geschreven staat wat
met het hart van Farao gebeurde.
..het hart van de Farao was standvastig..
Exodus 7:13
..verheerlijkt is het hart van Farao..
Exodus 7:14
..en de Farao verhardde zijn hart..
Exodus 8:15,32
..en het hart van Farao verhardde..
Exodus 9:7
..en Jahweh maakte het hart van de
Farao standvastig..Exodus 9:12
..en het hart van Farao was standvastig,
Exodus 9:35
..en Jahweh maakte het hart van Farao
standvastig.. Exodus 10:20,27
‘Dat is helder, de feiten.’
Alleen in Exodus 8:15,32 lees je, dat
Farao zijn hart verhardde. Dit zijn de
enige twee vindplaatsen. En die zou-
den nog anders vertaald kunnen wor-
den; het Hebreeuws laat daarvoor e-
nige ruimte. En naast die twee vinden
we minstens vijf keer de uitspraak, dat
het Jahweh Zelf was, Die het hart van
Farao verhardde (standvastig maakte).
Morgen lezen we wat Paulus opmerkt
over deze kwestie.
Woord vandaag
7 oktober 2019
‘Verlossing uit Egypte.’
Iets dat in de geschiedenis van Israël
als een huis staat. En steeds verfilmd
wordt. God bepaalde, dat in het gezin
van Amram en Jochebed Mozes gebo-
ren werd. Ondanks het decreet van
Farao dat al de geboren jongetjes van
het volk Israël direct na hun geboorte
gedood moesten worden lees je dit:
Hij (Jahweh, onze God vers 7) zond
Mozes, Zijn dienaar, en Aäron die Hij
gekozen had
Psalm 105:26
Mozes kwam, want God opent de baar-
moeder van Jochebed (vergelijk Gene-
sis 29:31, 30:22 e.a.).
‘Ja, alles is uit God.’
Dat bevestigt de Schrift keer op keer.
In Exodus lezen we hoe Farao instru-
ment in de hand van God is. We lezen
Exodus 4:21:
Jahweh zegt tegen Mozes: wanneer jij
terugkeert naar Egypte, zie toe, dat jij
al de wonderen die Ik in jouw hand
plaats, dat jij ze doet voor de Farao.
Toch zal Ik zijn hart standvastig maken
en Hij zal het volk niet laten gaan
Vaak wordt de geschiedenis uitgelegd,
dat Farao eerst zijn eigen hart verhard-
de en dat God als reactie het hart van
Farao verder verhardde.
‘Dat hoor je, ja.’
We gaan zien dat deze redenering niet
kan standhouden wanneer je Schrift-
gegevens leest. En in Exodus stond al:
En Ik weet dat de koning van Egypte
jullie niet zal laten gaan, ook niet door
een sterke (standvastige) hand
Exodus 3:19
Mensen beweren, dat God Zijn schepse-
len kan sturen en beheersen, maar dat
niet doet uit respect voor hun waardig-
heid. We lezen anders in Exodus 4:21;
Hij zegt dat Hij dat wél doet. En je leest
bovendien:
En Ik Zelf zal het hart van Farao doen
verstijven (verharden) en Mijn tekenen
en wonderen doen toenemen in het
land Egypte Exodus 7:3