Daniël – 2 – 2:1-49 de droom

Het Profetisch Woord

Naar deze redding hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de
genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd.
Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de geest van Christus, die in hen
was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen
zou, en ook van de heerlijkheid daarna…
1 Petrus 1:10,11

U kunt de tweede studie Profetisch Woord downloaden
en beluisteren. Wat zegt Petrus over de profeten en de profetieen?
Daniel is een profeet volgens de Heer Jezus. Wat heeft deze profe-
tie ons te zeggen? Er staan berekeningen in; o.a. 490 jaar.
Nebukadnezar droomde en Daniel kon dat verklaren. Hoe zit dat?
Wat ziet Johannes in Openbaring 17 waardoor hij verbijsterd is?

Klik hier voor de audio-opname van 3 mei 2011.
Bijlagen voor deze avond:
Daniel 2:31-43: klik hier.
Daniel 9:24-27: klik hier.
De 70 weken van jaren: klik hier.

Woord vandaag

‘Zeg, als je in Lucas 17 kijkt, lees je niet alleen over Noach, maar ook
over Lot en zijn dagen.’

Ja, dat wordt door de Heer in één adem eigenlijk genoemd. Hij zegt dat
het in de dagen van Lot op dezelfde manier toeging als in de dagen van
Noach vóór de grote vloed:


Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten,
zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden.
Op de dag echter waarop Lot uit Sodom wegging, regende het vuur en
zwavel uit de hemel en bracht hen allen om. Evenzo zal het zijn op de
dag waarop de Zoon des mensen (van Adam) geopenbaard zal worden.

Men ging gewoon zijn eigen gang: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij
verkochtten, zij plantten, zij bouwden…..  totdat de dag aanbrak, waarop
Lot uit Sodom wegvluchtte (hij moest er flink voor aangespoord worden)
en Sodom en Gomorra en Adama en Zeboïm verwoest werden door vuur
en zwavel. De steden werden omgekeerd in de as gelegd.

‘Veel gelovigen lijken ook onbekommerd hun leventje te leven. God en
Zijn woord hangen er maar een beetje bij.’ 

Als je in gemeentes kijkt, dan bezoekt men nog wel (soms ook maar inci-
denteel) de dienst op zondag en op andere momenten zie je mensen hele-
maal niet meer. Bijbelstudie-avonden die met regelmaat gehouden wor-
den ‘lopen leeg’ zoals dat heet. Je vraagt je dan af of men nog wel het woord
van God leest of iets dergelijks. In het evangelische zie je wel veel activiteit,
maar als je kijkt hoeveel er echt aan een stuk opbouwende, gedegen bijbel-
studie wordt gedaan, dan kon dat weleens flink tegenvallen.

‘Hosea zei toch ook al van Israël, dat het volk te gronde gaat door gebrek
aan kennis?’

Waarbij het Hebreeuwse woord voor ‘kennis’ meer betekent dan alleen het
verzamelen van informatie en dat opslaan in je hersens. Het heeft de notie
in zich van: bekennen, gemeenschap, omgang hebben met. Maar hoe kun
je goed omgaan met Jahweh, met God, als je niet eens de moeite neemt om
naar Hem te luisteren? En Hij moet wel altijd naar jou(w gebed) luisteren?
Dat laatste doet Hij wel, maar hoe wil je echt bemoedigd en getroost wor-
den als je niet eens Zijn woord opent en die stem van God tot je hart laat
spreken?

‘Dit ligt zwaar op je hart he.’

Dat wel ja, als gelovigen samen komen, op een of andere manier, dan kan
ik me dat niet voorstellen zonder het Woord. Tegenwoordig kan dat ech-
ter steeds meer, lijkt het wel. Maar dan word je een gezelligheidsclub, leuk
kletsen met elkaar, maar het Woord bungelt er zijdelings bij. Als die ten-
dens zichtbaar wordt, is dat een van de eerste tekenen dat de zaak uit el-
kaar gaat vallen of aan het vallen is. Eenheid? Ja, door het Woord!

Opmerkelijk

‘Het heerlijke doel, dat God alles in allen zal zijn, wordt bereikt door
het kruis. Het waarom van redding kan verklaard worden met één
enkel woord: liefde. God redt omdat Hij liefheeft. Het hoe kan even-
eens door één woord gezegd: offer. Wij zullen nagaan wat het directe
verband is tussen het offer van Christus en de bestemming van de
schepselen van Gods hand. Wij leren niet de redding van allen om
allerlei volgelingen om ons heen te verzamelen, maar omdat het
Gods hart laat zien en in Zijn woord staat.
Wij verdedigen de verzoening van het al niet uit trots dat wij ‘de waar-
heid’ zien, maar omdat het eer en verheerlijking aan Hem geeft, die
gehoorzaam was tot de dood en de vrucht van Zijn smartelijk lijden is;
Hij die vrede maakt door het bloed van Zijn kruis.

‘God wil….dat alle mensen gered worden en tot erkenning van de waar-
heid komen’ (1 Timotheüs 2:4).

‘Getrouw is het woord, en alle verwelkoming waard (want hiertoe ar-
beiden wij en worden wij gesmaad), dat wij steunen op de levende God,
die de Redder van alle mensen is, inzonderheid van de gelovigen.
Beveel en leer dit.’ (1 Timotheüs 4:9-11).

Wij kunnen vol vertrouwen rusten in en op die ene heerlijke en grote
fundamentele waarheid – dat alle redding uit God is.
Aan de ene kant verzekert dit ons, dat de mogelijkheid aanwezig is dat
alle mensen gered worden, want alleen God is daartoe in staat. Aan de
andere kant sluit het alle menselijke pogingen en schema’s tot herstel
uit, hetzij door werken, door lijden, door hen een tweede kans te geven,
of door wat ook maar in de mens zijn oorsprong vindt.’

Uit: Alles in allen (Engelse titel: All in all) A.E. Knoch, blz.79,80

Woord vandaag

‘We zien bij Noach de kracht van het woord van God.’

Nou en of. God had het gezegd, en dus ging het gebeuren! Voor Noach
was dat geen punt, hij handelde in geloof op het woord en belofte van
God. Hij ging aan de slag en bouwde de ark. Of dat nu exact 120 jaar was
op de dag af, of ongeveer? Dat doet er niet zo heel veel toe, alleen geloof
ik dat het precies 120 jaar was. Waarom niet?

‘Overigens, het valt me op, dat de Heer zonder meer Genesis ziet als histo-
risch betrouwbaar.’

Dat is duidelijk ja, de Heer haalt regelmatig teksten uit de Tenach aan en
daaruit blijkt, dat het voor Hem alles woord van God was en is. Hij kende
zonder twijfel hoe men er binnen het judaïsme over dacht. Noach handel-
de in geloof en ging uitgebreid aan de slag om de ark te gaan bouwen. Hij
besefte dat hij niet blijvend op de (oude) aarde was en ging op tijd de ark
in met zijn gezin waarna de Heer zelf de deur achter hem sloot.

‘Daarna kwam Noach op een nieuwe aarde, en er was een heel nieuw begin.
De oude mensheid was nagenoeg weg.’

De naam Noach heeft dan ook te maken met ’troosten’, het Hebreeuwse
woord nacham (de naam: Menachem komt daar vanaf) betekent ’troosten’.
En dat doet God: Hij vertroost doordat Hij iets nieuws begint. Denk aan op-
standing, een nieuwe schepping, de nieuwe mensheid. Het blijft niet bij
verdriet, pijn, gemis, ellende, wanhoop soms, maar Hij geeft een nieuw be-
gin, dát is troost!

‘Oh geweldig zeg, ja ik herken dat, dat is een zeer troostvolle gedachte.’

God gaat een nieuwe schepping geven, het oude is voorbij, zie het is alles
nieuw geworden. God gaf diepe troost aan de apostel, toen hij zelfs dacht
dat hij het leven erbij moest laten, zó werd hij vervolgd om zijn evangelie.
Maar de God van alle vertroosting bemoedigde hem, verleende hem op-
standingskracht zelfs in zijn oude zwakke gestel.
Zelfs het woord ‘berouw krijgen’ (Genesis 6:6) is verbonden met dit woord
nacham, zodat je daar zelfs zou kunnen lezen, dat Jahweh zich troostte in
zekere zin; Hij zou de aarde gaan vernieuwen!


Woord vandaag

‘Wat is nu precies het punt in de woorden van de Heer in Mattheüs 24?’

Waar we het gisteren over hadden? Het gaat om: ….’het niet merkten’. Voor
de rest noemt Hij ‘het gewone leven’ : eten, drinken, trouwen en ten huwe-
lijk geven. Dat gaat almaar door. Het punt zit m bij: ‘en het niet merkten’,
waarbij ‘merkten’ eigenlijk ‘wisten’ is. Zij leefden allemaal onbekommerd
hun leventje, terwijl zij niet wisten dat er iets aan zat te komen waarvoor
Noach heel druk met hout in de weer was.

‘Zij leefden er onverschillig langsheen, dus. Het interesseerde hen niet.’

Dat is het. Laodicea. Ondanks Noach, de prediker van gerechtigheid, die
onverstoorbaar in geloof aan zijn ark bouwde. Hij zal meewarig bekeken
zijn, ze zullen hem uitgelachen hebben, gezegd hebben dat hij een fana-
tiekeling was. Nochtans ging het na 120 jaar wel regenen. God had gezegd,
dat de tijd voor de mensen 120 jaar was. In Genesis 6:3 staat, dat Jahweh
dat zei, maar niet tegen wie.

‘Nee, dat klopt, er staat alleen dat Hij dat zei.’

Ongetwijfeld zullen alleen gelovigen deze woorden gehoord hebben. Moge-
lijk heeft Noach ze gehoord en gaf hij ze door aan wie ze wilden horen. In
zijn dagen waren dat er niet zoveel meer. In elk geval wijst Hebreeën 11 op
het geloof van Noach:

Door het geloof heeft Noach, toen hij een aanwijzing van God ontvangen
had van de dingen die nog niet te zien waren, uit ontzag de ark gebouwd,
tot redding van zijn gezin. Daardoor heeft hij de wereld veroordeeld en is
hij een erfgenaam geworden van de rechtvaardigheid die overeenkoms-
tig het geloof is.

‘Er staat, dat hij dat ‘uit ontzag’ deed. Niet: ‘uit ontzag voor God’?’

Ja, in de herziene Statenvertaling staat dat cursief (schuin gedrukt). Het
is : ‘uit ontzag’ en dat maakt het wat sterker op het woord gericht. Hij han-
delde uit ontzag voor het woord van God. De uitspraak was, dat het nog
120 jaar zou duren voordat de grote vloed zou komen. Noach had ontzag
voor dat woord van God. Voor hem stond het vast, dat de tijd beperkt was.
Na die 120 jaar van geduld van God (zie 1 Petrus 3:20) begon het zo hard te
regenen, dat er geen houden meer aan was. Slechts 8 zielen werden gered!