Woord vandaag

poch niet tegen de takken. Indien 
jij echter pocht: jij draagt de 
wortel niet, maar de wortel jou
    Romeinen 11:18

De natiën pochten (roemden zich
negatief) tegenover Israël. Zegen,
in allerlei opzichten, meenden zij,
was aan eigen werk te danken.
Terwijl invloed van Gods woord
(en dat via Israël) voor weldaad
zorgde. Natiën gedroegen zich
zelfs vaak antisemitisch. Dat op
zich, had mede te maken met
het waanzinnige idee: ‘kerk’ is
in plaats van Israël gekomen.
Niet alleen de verwoesting van
Jeruzalem in 70 AD was uiting
van het zich hoger achten dan
Israël. In afgelopen 2000 jaar is
vaak gebleken dat ‘de takken
van de wilde olijf’ lelijk pochten
tegen Gods volk. Terwijl ze door
de wortel gedragen werden.  

Woord vandaag

Indien nu enkele van de takken 
uitgebroken zijn, en jíj echter, 
een wilde olijfboom zijnde, daar 

tussen geënt en jij 
gezamenlijk-deelnemer aan de 
wortel van de vettigheid van
de olijfboom geworden bent
          
Romeinen 11:17

Dit is het beeld van de olijfboom.
Israël is dat van oudsher. Zowel
de wortel, de stam als de takken
betreft Israël. De beste olie werd
geperst uit gerijpte olijven. Deze
olie werd voor licht gebruikt, de
olielampen uit Mattheüs 25:1-13
zijn treffend voorbeeld.
Aan Israël waren de woorden van
God gegeven, Romeinen 3:1-3.
Dat was het licht, en nog steeds
hebben zij Tenach.
Lichtdrager – dat is de olijfboom
in wezen. De takken van de wilde,
geënt op Israël, symboliseren de
natiën aan wie de woorden van
God werden gegeven. Het gaat
nu niet om individuele gelovigen.

Woord vandaag

Indien nu enkele van de takken 
uitgebroken zijn, en jíj echter, 
een wilde olijfboom zijnde, 

daar tussen geënt en jij 
gezamenlijk-deelnemer aan de 
wortel van de vettigheid van
de olijfboom geworden bent
          
Romeinen 11:17

Weer het indien bij de start van
de zin. Het beeld van de heilige
wortel en takken (vers 16) blijkt
nu om de olijf(boom) te gaan.
Een wilde olijf(boom) geeft niet
zo’n vrucht als de veld-olijf of
gecultiveerde-olijf. Enkele takken
van de veld-olijf zijn uitgehouwen
en daar zijn takken van de wilde
olijf op geënt. Het gaat dan om
de natiën, uitgebeeld in de wilde
olijf(boom). Via enting kregen zij
deel aan wortel en vettigheid van
de ‘tamme’ olijf(boom), Israël.
Het gaat om de olie (vettigheid)
die uit de olijven geperst wordt.
Deze werd gebruikt voor licht.
In tabernakel en tempel werd
de olijfolie de ‘brandstof’ voor
verlichting; uitbeelding van wat
het woord van God geeft.