19 september 2009

‘Ja, dat staat daar wel, maar dat moet je zo niet lezen’. ‘Dat heeft Paulus zo geschreven, maar dat heeft hij anders bedoeld’. ‘Je moet dat helemaal zien tegen de achtergrond van de cultuur van die dagen, maar dat geldt voor ons niet. Wij leven in een andere cultuur’. ‘Wij weten nu meer dan Paulus’. ‘Dat heeft God zo niet bedoeld, dat moet je echt anders zien’. ‘Dit moet je genuanceerd lezen; kijk naar de bedoeling áchter de tekst’…
Dit zijn allemaal (soms subtiele) ontkrachtingen van wat geschreven staat. Misschien wel de meest omzichtige manier van de tegenstander (satan) om Gods woord krachteloos te maken.
Van broeder A.E. Knoch heb ik geleerd, de conclusies die je baseert op Schriftgegevens, ook te toetsen aan de Schrift zelf. Kan mijn conclusie die toets niet doorstaan, dan kan ie gelijk de prullenbak in. Leuk geconcludeerd misschien, maar stelt niets voor in het licht van wat geschreven staat.
Men filosofeert liever over het woord van God, dan het werkelijk lezen en bestuderen ervan, in een onderschikkende houding om dat Woord gezag te laten hebben over het denken, het leven en al het andere. Je kunt een hele Talmoed kennen, maar missen wat er geschreven staat. Laten wij in ons hart sluiten (en dus doen) wat de Heer Jezus tegen de schriftgeleerden van Zijn dagen zei: ‘Onderzoekt de Schriften!’ (Johannes 5:39)… ‘want deze zijn het, die van Mij getuigen!’

18 september 2009

Mensen geloven vaak meer van de traditie van dan de Schriften zelf. Dat komt, omdat zij in kerkelijke, dan wel evangelische kring opgroeiden en van jongs af aan de dingen hoorden en als vanzelf aanvaardden, dat dat ook zo in de Bijbel staat. De geloofsbelijdenis die men in de kerk zingt, wordt er van jongs af aan ingeslepen, en heel weinigen vragen zich af, of wat zij zingen, ook zo in de Bijbel staat. Wijlen professor dr. C. Graafland, al eerder geciteerd, heeft de opmerking gemaakt, dat de kerken de belijdenisgeschiften eens zouden moeten toetsen aan de Schrift zelf. Sola Scriptura! Jawel. De drie formulieren van enigheid zouden die toets grotendeels namelijk niet kunnen doorstaan. De Dordtse leerregels (u weet misschien wel, die over de uitverkiezing, dubbele predestinatie) hebben een waar schrikbewind gevoerd over de kerken van de (Nadere) Reformatie. Mensen zijn erdoor in inrichtingen terechtgekomen en toch worden ze gehandhaafd, want het is een heel systeem wat eromheen opgebouwd is. En dat breek je niet zomaar af. De Heer Jezus ging tegen de tradities van Zijn tijd in en verwierf steeds meer aanhang, zeker toen Hij Lazarus uit de doden opwekte. Dat zou Hem zijn leven gaan kosten. De wetgeleerden, de farizeeën, de orthodoxie van die dagen, zeg maar, spanden tegen Hem samen en Hij moest uit de weg geruimd worden. Zo diep zat die traditie (en de eer van mensen) in het hart van deze keiharde orthodoxen. Het is maar, dat u het weet….

17 september 2009

Romeinen 8. Een hoofdstuk waar je niet omheen kan, en na enige tijd ook absoluut niet meer omheen wil. Vers 2 proclameert heel beknopt de grote vrijheid: die van de geest. ‘Waar de geest van de Heer is, daar is vrijheid’. Welke? Vrij zijn van de wet van de zonde en de dood! In de nieuwe situatie (die van vrijheid) ben je vrij van het juk van de wet. Want het opleggen van de wet maakt het zondigen allen maar erger. Je bent niet langer gebonden onder de wet(matigheid) of het principe van zonde en dood. De macht van de zonde is gebroken. Genade regeert. Wij zijn geen slaven van zonde meer! Eindelijk vrij! In ons is een andere wet(matigheid): die van geest en leven in Christus Jezus! Vrij, om God als slaaf te dienen. ‘In Christus Jezus’ is geen veroordeling; dat gold al van vóór de tijden van de eonen, het geldt vandaag en het zal altijd blijven gelden. Wij kunnen elkaar niet veroordelen, wij veroordelen onszelf niet, want Hij dat doet niet! Schenk elkaar, jezelf, genade! Wij leven nu nog met fouten, die wij maken, maar in déze rijkdom verheugen wij ons!

16 september 2009

Sinds 1 september is er iets ergs aan de hand. Nou…erg(?)… Dat weet ik eigenlijk niet. Weervrouwen en weermannen vertellen ons, dat vanaf 1 september de meteoro-logische (moeilijk uit te spreken he) herfst is begonnen. Dat schijnt erg te zijn. Want dan is de zomer voorbij. Minder zon, blaadjes gaan van de bomen vallen, meer mist en regen, een vervelende tijd. Of…… Wat voor mij onvergetelijk is, is wat een uitnemend bijbelleraar ons ooit op bijbelschool vertelde naar aanleiding van Romeinen 1. (Ja, daar is ie weer: Romeinen). Namelijk, dat wij de Schepper kunnen kennen uit de schepping. Wat gebeurt er in de herfst? Dan gaan de bladeren verkleuren. Het eigenaardige is, dat die kleuring naar rood toe is. Daar zit een bijzondere symboliek in. Rood spreekt van bloed, het is die kleur. Het belangrijkste bloed in de Schrift is dat van Christus. In de herfst wordt alles doods. Dus we kunnen zeggen, dat de dingen in deze periode spreken van het lijden en de dood van Christus. Dan kijk je weer anders tegen de herfst aan, lijkt mij….

15 september 2009

Jezus’ relatie met de wet? Hij leefde onder de wet (Torah), dat is: onder het oude verbond. En waar gesproken wordt van een nieuw verbond, is het oude niet ver van de verdwijning (Hebreeën 8:13). En als Jeremia (31) er al van sprak, was het al tijden duidelijk, dat het oude moest verdwijnen; het oude was allang door het volk gebroken (Jeremia 11).  Inderdaad leefde Jezus (de naam van Zijn vernedering) onder de Torah; maar dat was dus helemaal de oude situatie. De nieuwe situatie is: een nieuw verbond, een opgestane Heer: Christus Jezus. Heeft deze Opgestane iets te maken met het oude verbond? Nee! Alleen en uitsluitend met het nieuwe! Hij is er zelfs de hogepriester van naar de ordening van Melchi-zedek. Nemen we in dit licht nog eens de uitspraak van de blogger onder de loep: ‘Jezus en de Torah zijn niet los verkrijgbaar’, dan horen daar wel wat aantekeningen bij. Bovendien zei de Heer toen Hij op aarde was: ‘Neemt Mijn juk op je, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart’. Dat was dus een ander juk dan dat van de Torah.  Tijdens het uitspreken van de ‘bergrede’ was de Heer al bezig, de principes van het leven onder het nieuwe verbond te laten zien. Het oude is nu voorbij (2 Corinthiërs 5:14). Christus is Heer van de nieuwe schepping, de hogepriester van het nieuwe verbond en zit op de troon van genade. Als gelovigen doen wij de nieuwe mens aan, in en door de kracht van Gods geest. Alleen in die kracht, Zijn kracht, kun je echt leven! Onder Gods genade!