Woord vandaag

Want welke dank kunnen wij God 
teruggeven aangaande jullie voor 
al de vreugde waarmee we ons 
vanwege jullie verheugen vóór 
onze God?
         1 Thessalonicenzen 3:9

Paulus was zich bewust: hij leefde
voor God, voor Gods aangezicht.
Dat is wat Tenach (OT) ook zegt.
Hij was in unieke bediening door
door de Heer gesteld. Het lichaam
van Christus uitroepen; wat een
grote en bijzondere opdracht.
Daarom kwam vreugde in zijn hart
als hij dacht aan al de gelovigen in
Thessaloniki. Des te meer kon het
hem bezighouden als hij hoorde
dat zij verdrukkingen ondergingen.
Voortdurend gebed en dank, en
vreugde, dat de genade van God
krachtig werkte in deze gelovigen.
En zo kun je kijken naar die ander
in Christus; in Gods liefde.  


Woord vandaag

omdat wij nu leven wanneer júllie 
vast staan in de Heer
         1 Thessalonicenzen 3:8

Paulus was blij dat hij dit zo kon
noteren over de gelovigen.
Hij leefde op toen hij vernam dat
zij vast staan in de Heer.
Het geloof werkte, de Heer gaf
de kracht door Zijn geest om tot
Zijn eer te leven. De bemoediging
die Paulus in deze brief schrijft, is
ook bedoeld, dat de gelovige vast
staat in de Heer
. U, jij en ik, we
laten ons aanspreken door dit
woord uit deze brief. Wat een
dank zal in het hart van de
apostel geweest zijn, laten ook
wij Vader danken.

Handelingen studie 22

Petrus en de andere apostelen van de Besnijdenis
werden opnieuw gevangen genomen door het Sanhedrin.
S’nachts werden ze echter bevrijd door de boodschapper
die Jahweh, de God van Israël, stuurde. Ze gingen
opnieuw spreken, de leiders van het volk Israël waren
daar niet blij mee, toch kregen ook die iets geweldigs
te horen. Naluisteren: hier

Woord vandaag

worden wij daardoor vertroost 
over jullie, broeders, in al onze 
nood en verdrukking, door jullie 
geloof

         1 Thessalonicenzen 3:7

Paulus werd bemoedigd door wat
Timotheüs aan hem overbracht.
De Thessalonicenzen hadden goe-
de herinnering
aan de dagen, we-
ken, dat Paulus bij hen was. De a-
postel onderging nood en verdruk-
king
, maar de Heer troostte hem.
Niet alleen via het goede bericht
uit Thessaloniki. Maar iets anders,
dat wat hij van Christus Jezus ont-
ving. Dat lezen we later, in het vol-
gende hoofdstuk van deze brief.
Een uitzicht, een andere verwach-
ting dan tot dusver bekend was.