Woord vandaag
voltooit thans echter ook
het doen, zodat net als de
gretigheid van het willen,
zo ook het voltooien zou zijn,
uit wat jullie hebben
2 Korinthiërs 8:11
Paulus geeft in genade aan,
dat hun willen heel fijn is.
En zij kunnen dat voltooien,
door het werken, in dezelfde
gretigheid als het willen uit
te voeren. Het stille gebed
van de apostel was mogelijk,
dat van de goed bemiddelde
Korinthiërs een milde gave
gevoegd kon worden bij wat
de Macedoniërs gaven. Alles
voor de arme heiligen die in
Jeruzalem dreigden weg te
kwijnen. Een hart vol liefde
van God wil geven zonder
er iets voor terug te willen
hebben. Dat werd ook bij
de Korinthiërs zichtbaar.
Woord vandaag
En hierin geef ik een mening,
want dit is bevorderlijk voor
jullie, en jullie, wie dan ook,
hebben niet alleen het doen
maar ook het willen vanaf
vorig jaar tevoren
ondernomen
2 Korinthiërs 8:10
Bij de Korinthiërs was het
willen ontstaan; God was het,
Die dat bewerkte. Zij wilden
ook geven, wat hét kenmerk
van liefde van God is.
Wanneer Paulus deze brief
schreef, is onbekend.
Hij verwijst naar ‘vorig jaar’;
toen bleek kennelijk dat zij
wilden deelnemen aan de
inzameling. Paulus is uiterst
voorzichtig, schrijft positief
over hun ontwikkeling.
In veel geduld met vreugde,
is hij stapje voor stapje bezig
de Korinthiërs meer en meer
op Christus Jezus te richten.
Woord vandaag
En hierin geef ik een mening,
want dit is bevorderlijk voor
jullie, en jullie, wie dan ook,
hebben niet alleen het doen
maar ook het willen vanaf
vorig jaar tevoren
ondernomen
2 Korinthiërs 8:10
Op basis van het werk van
Christus geeft Paulus naar
de Korinthiërs iets aan.
De apostel dwingt niets af,
en heeft ook geen middel
uit de Thora, zoals de tienden,
om druk op hen te zetten.
Genade heerst, dan kan van
afdwingen geen sprake zijn.
Paulus leefde zelf uit geloof,
waar nodig werkte hij zelf om
levensonderhoud te hebben.
Inzameling voor de armen in
Jeruzalem was ook in genade.
Hij zet daarom voorzichtig in
veel liefde uiteen, dat al enige
tijd inzameling plaatsvond, en
dat ook de Korinthiërs daarin
deel zouden kunnen hebben.
Van wat hij van Titus gehoord
had, was kennelijk gebleken,
dat van hen wel een bijdrage
zou kunnen komen.
Woord vandaag
Want jullie kennen de genade
van onze Heer Jezus Christus,
dat Hij vanwege jullie arm is
geworden, rijk zijnd, opdat
jullie door Diens armoede rijk
zijn. 2 Korinthiërs 8:9
Zo waren de Macedoniërs in
hun materiële armoede rijk
geworden in Christus Jezus.
Hij was arm geworden om
ook hen rijk te maken.
Dat bewoog de harten om
veel, boven vermogen, te
geven voor de heiligen.
Tevredenheid mét godsvrucht
is een groot kapitaal; dan is
voldoende eten, kleding en
onderdak genoeg. En dat is
óók genade van God, in Zijn
voorzienigheid.
De vreugde die Hem voor
ogen was gesteld, was ook
dat Hij de leden mocht gaan
roepen, die bij Zijn lichaam
horen. Dat is nu Zijn deel,
maar bovenal is voor Hem
de liefde van Zijn Vader iets,
dat Hem verheugt.