…van wie de mond boordevol is
van verwensing en bitterheid
Romeinen 3:14
Dat is de treurige toestand van
de mens – ook hier en nu.
Tweedracht en tweespalt: aan
de orde van de dag. De polemiek
leidt tot verwensingen die sterk
getuigen van onderliggende, in
het hart aanwezige bitterheid.
De verwensingen doen mensen
niet alleen onderling, ook naar
de grote God toe. De bitterheid
van het lijden is daar. Machten
van duisternis blazen in het oor,
dat God, de Vader de mens niet
zou liefhebben. Dat leidt ertoe,
dat mensen Hem verwensen, in
soms zeer akelige zinnen. God
daarentegen, blijft de mens lief-
hebben. Het is en blijft een tijd
van verzoening waar we in zijn.
Goede woorden spreken, tot de
nodige opbouw; laten we dat in
elk geval onderling doen.