voedsel dat God schept tot 
genieting met dank door de 
gelovigen, die ook de 
waarheid erkend hebben
dat al het geschapene van
God uitstekend is en dat niets, 
met dank nemend, 
verwerpelijk is           
          
1 Timotheüs 4:3

In dit korte gedeelte leest u
de vrijheid voor gelovigen.
Al wat God geschapen heeft
kan onder dank genuttigd.
Iets is ‘onrein’ voor degene
die dat zo rekent/acht, zegt
Romeinen 14:14.
We houden we in Gods liefde
rekening met elkaar, 14:15.
God schept het voedsel; het
is er, overvloedig. Dit zou de
gelovigen onderling vrede en
rust geven. We rekenen met
degene van wie het geweten
(nog) zwak is in dit en allerlei
andere aspecten. Zoals een
dag boven een andere dag in
acht nemen (zater-/zondag).
Anders is het bij gelovigen die
eerst wel, en later niet meer
de vrijheid erkennen, zoals
onder de Galaten. ‘Jullie zijn
begonnen in geest, eindigen
jullie in vlees?’ (Gal.3:3)
Voor de vrijheid maakt
Christus ons vrij! (Gal.5:1)