‘Wat is jouw ervaring? Heb jij weleens, dat je jezelf ver-
oordeelt om wat er misgelopen is?’
Dat kan voorkomen, in welke mate heeft te maken met je
opvoeding, je achtergrond et cetera. Zo is dat gegaan, en dan
komt het evangelie van Gods genade in je leven, en dan gaat
je denken en je hart veranderen. Je leert gaandeweg, dat Gods
genade betekent, dat je niet onder veroordeling staat.
‘Ja, dat heeft bij mij wel even geduurd, dat wel. Het kost ge-
tijd om dat tot diep in je hart te laten doordringen.’
Het veroordelende van de wet, Thora van Mozes, is voorbij.
Je leeft daar niet meer onder, ook al was je daar vroeger ten
onrechte onder geplaatst. Je schoot altijd tekort. De wet
werd elke zondag voorgelezen en dan wist je weer wat je te doen
stond: je proberen eraan te houden, en je wist van tevoren, dat
je eraan tekort zou schieten in de komende week. Er wordt dan
mooi bij gezegd: uit dankbaarheid de wet houden, maar als het
tot een innerlijke ellende leidt, wat dan?
‘En nog harder proberen, dan was een heilloze weg. De genade
van Christus werd nauwelijks gepredikt.’
Het is goed, dat we ons daarnaar richten. Wij zijn niet onder wet,
maar onder genade. Die stroomt over en volledig in overeen-
stemming daarmee, is dat er geen veroordeling mogelijk is voor
hen die in Christus Jezus zijn. Niet opdat zij in het vlees maar wat
aanrommelen, maar leven in, uit, van, door en onder Gods genade!