Jij die jezelf beroemt op de wet,
door de overtreding van de wet
onteer jij God!
Romeinen 2:23
Israëls mondeling belijden bij
Sinaï was: ‘ja wij zullen doen’.
Hun gedrag daarna was tegen-
gesteld aan deze uitspraak. In
ieder geval was het volk niet zo
consequent. Paulus laat zien in
zijn brieven: het vlees onder de
zonde is niet in staat aan eisen
van de wet te voldoen. Dat was
niet eerder zo helder gezegd.
In de loop van de tijd roemden
zij op het feit, dat zij toch Thora
ontvingen van God. Overigens
met daarnaast een mondelinge
traditie (‘gesproken Thora’).
Niettemin overtraden, ze ‘hun’
Thora (onderwijzing).
Daarmee gaven ze niet de eer
aan Wie dat als Enige toekomt:
God, de Onderschikker, Vader
van de Heer Jezus Christus.