Woord vandaag

‘Vers 10 geldt zeker specifiek voor Israël in het beloofde land?’

Daar lijkt het wel op:
dan zullen je schuren gevuld worden met overvloed
en je perskuipen openbreken van nieuwe wijn

Het is een belofte met een voorwaarde; als je de eerstelingen vrucht
aan Jahweh geeft, dan zal Hij je rijk zegenen met opbrengst van het
land. De tarwe en de gerst (graansoorten) zullen goed groeien en veel
opleveren voor het vee en voor brood. Maar ook in onze tijd zal God
diegene die Hij het in het hart geeft om te geven (in materiële zin), de
vreugde in het hart geven na het doen.

‘Het is wel speciaal voor Israël, maar en voorbeeld voor ons?’

Jawel, er zit een mooie typologie aan verbonden, maar dat komt wel
een andere keer. De wijn komt van de rijke oogst aan druiven, de vrucht
van de wijnstok. Dat brengt vreugde, bij de maaltijden konden de Israë-
lieten van de wijn genieten. Jahweh geeft dat! Die zegen zullen zij in het
komende aardse koninkrijk opnieuw in volheid genieten.

‘Dat is prachtig, want dan zullen zij dat doen onder leiding van de Heer
Jezus Christus!’

Hij is de vervulling van al het verlangen van het volk. Dat volk zal dan
opnieuw één zijn, de huizen van Israël en Juda zullen samengevoegd
zijn tot één onder deze geweldige Messias. Hij is degene, die hen een
overvloed aan geest zal geven en zij zullen als volk rijke vrucht dragen
voor Hem, tot zegen voor de volkeren.

‘Mooi vooruitzicht, er moet nog veel gebeuren voordat het zo ver is!’

Hij zal hen leiden als de ideale Herder. Zij zullen Zijn kudde zijn. Eén
kudde, Eén Herder. Hun perskuipen zullen openbarsten dan wel open-
breken en dat is het woord parats in het Hebreeuws. Breken, openen-
barsten gebeurt in de natuur ook, met vruchten zoals olijven, om de
olie eruit te kunnen persen. Eerst breken, dan de vrucht! En dat zal
Hij ook geestelijk geven in het land aan Zijn volk. Nieuwe wijn!

Woord vandaag

Mooi ook wat vers 9 zegt, dan gaat het om geven.’

Vereer Jahweh met je bezit
met de eerstelingen van heel je opbrengst

Dat kan zeker verwijzen naar het geven van de eerstelingvrucht van
het land, zoals dat in de Thora aangegeven is (Numeri 15:20,21 o.a.).
Het land was/is namelijk niet van Israël, maar van Jahweh. Dat zegt
Hij ook zonder omwegen in Leviticus 25:23.
De Israëliet was gehouden een zeker deel van de opbrengst aan (de
dienst aan) Jahweh te geven. Hij kan dat doen, en geeft daarmee te
kennen dat het van Jahweh ontvangen werd.

‘Zo is het ook voor ons, in zekere zin?’

Ja. Wij hebben, wat wij noemen, ‘bezittingen’. Deze zijn van God ont-
vangen. Al wat wij ‘hebben’, hebben wij van Hem ontvangen. Het is
al genade. Voor ons als leden van het lichaam van Christus geldt, dat
wij geestelijke zegeningen hebben ontvangen in Christus. Dat is een
onvoorstelbaar grote rijkdom! Veel meer dan het aardse ‘bezit’ dat
aan Israël werd toevertrouwd. Deze rijkdom is ons gegeven om niet.

‘We genieten elke dag van de zonneschijn van Zijn genade.’

Zeker weten! Die genade is vaste grond onder je voeten, want het Zijn
de zegenende handen van onze Vader, die ons bestaan dragen. Dan be-
sef je, dat je al wat je hebt in feite van Hem is. Dan is het ook niet moei-
lijk meer, het aardse bezit los te laten en het alleen van Hem te ver-
wachten. Dat houdt in, dat we gewoon doorgaan met wat we doen en
in ons hart die overtuiging dragen. God geeft wat Hij nodig vindt om te
geven en doet dat naar Zijn rijkdom in heerlijkheid in Christus Jezus!

Woord vandaag

‘Vers 8 van Spreuken 3 vervolgt in feite vers 7. Wat het in je uitwerkt.’

Het vers zegt:
Het zal een medicijn zijn voor je navel
en verfrissing
voor je beenderen

Het woord ‘medicijn’ doelt meer op het middel; er staat in de grond-
tekst een woord dat met ‘genezen’ te maken heeft. Het woord wordt
onder andere in Exodus 15:27 gebruikt; daar staat, dat Jahweh de
heelmeester of genezer van Israël is. Daarom lijkt hier de vertaling
genezing beter dan medicijn. En het woord navel is mogelijk
vlees.

‘Dan heb je wel vlees en beenderen, en dat komt vaker naast elkaar
voor in de Schrift.’

Jawel, en het geheel van vers 5-7 heeft een genezende werking op je
vlees. Het geeft ont-spanning en dat werkt helend voor je lijf en leden.
Veel lichamelijke klachten (niet alle!!) komen voort uit een verkeerd
denken en handelen, het bewandelen van eigen wegen waardoor een
mens in de problemen kan komen omdat hij in de knoop zit van bin-
nen. God zegt: vertrouw op Mij en geeft het alles aan Mij over!

‘Ja, een fijn Engels lied zegt: Give them all to Jesus, and He will turn
your sorrows into joy.’

Ja, geef het al aan Jezus over en Hij zal je zorgen/smart doen keren in
vreugde. Mooi lied. Het tweede deel van de tekst van Spreuken 3:8 zegt,
dat het verfrissing of verkoelend drinken is voor je beenderen. Het werkt
zich uit tot in het wezen, de kern van je bestaan.  Je bent dan in de ont-
spannenheid van het loslaten van dat wat je zo krampachtig wilde vast-
houden gekomen in het kunnen overgeven aan Hem, de Heer Jezus
Christus, van je leven. Niet langer eigen inzicht of eigenwijsheid meer.
Je overgeven aan die Heer die je niet veroordeelt, maar Zijn genade schenkt!

Woord vandaag

‘We kijken naar vers 7, en dat is wel een die aanspreekt.’

Wees niet wijs in je eigen ogen:
vrees Jahweh en wijk van het kwaad

Paulus haalt dit in Romeinen 12:16 aan en schrijft ons:

Wees niet wijs in eigen oog, of: wees niet eigenwijs.

Een waar woord, dat ons allen aanspreekt. Gelovigen hebben wel de nei-
ging, eigenwijs te zijn. Dan meen je het allemaal beter te weten dan een
ander. Dat kan op den duur een vervelende uitwerking krijgen. Sommi-
gen die het steeds maar weer beter weten dan de ander en daarbij ook
nog eens slecht luisteren, worden op den duur genegeerd. Pijnlijk, maar
een aanwijzing dat er iets niet goed zit.

‘Eigenwijsheid kan dus verwoestend werken in relaties tussen mensen.’

Helaas gaat eigenwijsheid vaak hand in hand met betweterigheid en dat
is op den duur -ook onder gelovigen komt dit voor- bijzonder irriterend.
Kijk, je kunt wel menen het beter te weten dan de rest, maar of jouw visie
of inzicht de enig juiste / de enig mogelijke / meest logische is, is maar de
vraag. Wat beslissend is, is wat de Schriften zelf zeggen.

‘Blijft wel lastig, soms zijn er moeilijk te begrijpen gedeelten in de Schrift.’

Dat wel, maar we zouden volgens onze dagtekst en Romeinen 12:16 niet
wijs
bij onszelf zijn, maar al de wijsheid van Hem, uit de Schriften ver-
wachten. Het gaat om Jahweh te eerbiedigen en zeer diep respect voor
Zijn woord te hebben. Zo wijk je van het kwaad. Welk kwaad? Dat van de
eigenwijsheid. Want als je dat bent, loop je God voor de voeten omdat je
jouw visie/mening zo belangrijk vindt dat je niet langer open staat voor
kritiek, ook in feite het licht van het woord van God niet kunt verdragen
als dat jouw mening onderuit haalt.

‘Tsja, zo gezien is het zeker een kwaad waar we ons van zouden afkeren.’

Het is een van de grondbeginselen van het leven in geloof: het afleggen
van de eigen visie / eigen mening en die inleveren bij God en daarvoor
in de plaats de heldere uitspraken van de Schrift zelf!


Woord vandaag

‘Vandaag gaan we kijken naar Spreuken 3:6. Mooi.’

Ken Hem in al je wegen,
dan zal Híj je paden rechtmaken.

Wel duidelijk, deze. Als je God betrekt bij de wegen die je moet
gaan, worden je paden door Hem recht gemaakt.
Zoals de bekende koning Hizkia gered werd door Jahweh en dat
gaf Jeruzalem uitredding van de grote vijnand, de Assyriërs.

‘Wel heel bijzonder. Dit is een garantie dat je niets kan gebeuren?’

Nee hoor. Er kan je van alles overkomen. Ziekte, pijn, noem maar
op. Gelovigen ondergaan dat net zo.
Maar wat Paulus schrijft is de
zekerheid: De Heer is nabij! Als je Hem vertrouwt, je aan Hem toe-
vertrouwt, zullen de paden die je bewandelt, rechte zijn. Veel men-
sen lopen -vaak onwetend- kromme wegen.

‘Daar zijn wel voorbeelden van in Zijn woord.’

Absoluut zeker, ja. Dat gold bijzonder ook voor Saulus, die meende
in gerechtigheid te handelen en te wandelen. Intussen -in zijn grote
ijver- wandelde hij kromme wegen. En hij werd rechtgezet door God
op weg naar Damascus. Daarna was hij wel blind, het licht van de ver-
heerlijkte Heer was te groot voor hem. Maar hij reikt ons in Filippen-
zen 4 wel aan, hoe we kunnen wandelen -met Hem. Alles met gebed
en smeking met dank bekendmaken bij God, en zo leven met Zijn
vrede in het hart!