Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘We zijn bijzonder gezegend met zoveel geestelijke rijkdom.’

De rijkdom is altijd in Christus Jezus. De Zoon van Zijn liefde is het
in Wie het al geschapen is. In Hem en door Hem en tot Hem is het al
geschapen, dus ook u jij en ik. Tot Hem wil zeggen, tot Zijn eer en
heerlijkheid. Hij verheerlijkt ons te Zijner tijd en dat zal tot Gods
eer zijn. Wij zijn er om op Hem gericht te zijn. Hij zal uiteindelijk
allen naar Zich toe trekken.

‘God heeft al het werk aan de Zoon gegeven?’

Je kunt het ook zo zeggen, dat Gods plan van eonen uitgevoerd
wordt in Christus Jezus. In Hem is het alles besloten. Al het nodige
wordt door en in Hem gemaakt en uitgevoerd. Van meet af aan was
het Lam als geslacht. Petrus zegt dat het Lam tevoren gekend was,
vóór de nederwerping van de wereld. En Johannes geeft aan, dat
het Lam geslacht was vanaf de nederwerping van de wereld.

‘Alles lag van tevoren vast in Hem, wat een rust geeft dat in je hart.’

En daarbij beseffen wij, dat Vader niet zal laten varen het werk wat
Zijn hand begon. Hij voltooit wat Hij ooit ondernam. In liefde. Steeds
weer zijn wij ons dat bewust. Dat is zó geweldig, Hij laat ons nooit los
en zal ons altijd blijven liefhebben. God zal dat doen wat Hij beloofde.
Geen belofte zal onvervuld blijven. Al die beloften zijn ja en amen in
Hem. Daar kun je God vandaag voor danken, wij hebben vrij toegang
tot de Vader door Zijn geloof.

‘Je kunt je maar nauwelijks voorstellen, dat God van het begin af aan
echt alles al gezien en overzien heeft.’

God is veel en veel groter dan wij denken. Wij denken altijd nog veel
te menselijk over Hem. Hij zal alles doen wat Hij beloofde. Dat houdt
in dat de profeten en de schrijvers van God ingegeven kregen en door
Zijn geest geleid werden om dat alles op te schrijven ook al begrepen
zij vaak niet wat zij noteerden. Na veel jaren bijbelstudie zien wij er iets
van, een fractie. Wat zal het allemaal groots zijn, wat ons te wachten
staat!

‘Eigenlijk heel mooi, dat wij beseffen, dat niets ons kan scheiden van de
liefde van God.’

Paulus bezingt de liefde van God in Christus Jezus in Romeinen 8:35-39.
Een bijzonder gedeelte uit de Schriften. Paulus begint het hele hoofdstuk
met dat niets tot veroordeling is voor hen die in Christus Jezus zijn. Dat
is op zich al iets geweldigs. En zij, die in Christus Jezus zijn, wandelen in
overeenstemming met de geest van God, en niet naar het vlees.

‘Bedoel je daarmee, dat wij voor God alleen in Christus Jezus zijn?’

Dat kun je zo zeggen ja. In Efeziërs 1 staat, dat wij gelovigen in Christus Jezus
zijn, die door God alleen in Hem gezien worden. Wij zijn voor Hem niet lang-
er in Adam, maar in Christus Jezus. Hij ziet ons altijd als onbeschuldigbaar en
heilig en smetteloos voor Zijn aangezicht. Het is voor ons iets dat misschien
langzaam maar zeker tot ons doordringt. Een geestelijke waarheid, die wij
niet zouden onderschatten.

‘In feite onvoorstelbare liefde van God, Hij begenadigt ons in de Geliefde.’

Wij wandelen daarmee in geloof, niet in wat wij met onze ogen tastbaar kun-
nen zien en waarnemen. Het zijn geestelijke werkelijkheden, die ons deel zijn
en die wij ons in geloof toe-eigenen. We zijn in Hem geborgen, zeker van Zijn
liefde. Hij heeft ons van meet af aan op het oog gehad, zonder dat wij er invloed
op konden uitoefenen. Die zekerheid van Gods liefde is bijzonder en wij zijn
door Hem verzekerd van een toekomst in heerlijkheid.

‘Daar word ik stil van.’

Gelukkig kunnen wij daar nog stil van worden. In deze tijd maken veel mensen
veel lawaai. De stilte van de stem van God -door Zijn woord- wordt door steeds
minder ervaren. We leven in een tijd met ongelooflijk veel verwarring en aller-
lei wind van leer. Daarin heb je het vaste van de Schrift nodig. Het korte zwaard
van de geest is ons tot verdediging geschonken, allerlei uitspraken van God in
ook deze Efezebrief zijn ons geschonken om af te weren! Weet je diep in je hart
verzekerd van Zijn liefde!

‘We zijn wel heel rijk, als we ons bewust zijn van de liefde van God.’

Die Corinthiërs waren ook heel rijk, in alle woord en alle kennis en het
getuigenis van Christus was onder hen bevestigd. Paulus dankte voor de
genade van God die hen gegeven was in Christus Jezus. Dat was de bijzon-
dere overmaat aan genade, zoals die daarvoor nog nooit geschonken was.
Met de bediening van Paulus werd duidelijk, dat de redding van de mens
puur en alleen genade van God is.

‘We zeggen wel tegen elkaar: genade is Gods liefde in actie.’

Jawel, als Gods liefde in actie is, dan houdt dat genade voor de mens in. Er
is geen enkele prestatie van de mens nodig om die genade in ontvangst te
nemen. Zelfs het kunnen ontvangen van die genade is genade van God. Al
het werk is door de Zoon van Zijn liefde gedaan. Hij zit nu aan Gods rechter
(hand) en bidt en pleit voor ons. Hij deelt gaven uit aan de mensen.

‘Heerlijk, dat we dat beseffen. Zo’n Heer die aan ons denkt, elke dag. Dan kun
je op zulke moeilijke dagen vol lijden weer verder.’

Dat is geweldig bemoedigend. We kijken in deze dagen onwillekeurig terug,
heel even, naar dat wat was in het afgelopen jaar. Daarin heeft ook veel rijk
evangelie geklonken als troost en opbouw voor ons geloof. Dat zouden wij
koesteren, terwijl wij ons gedragen weten door Zijn liefde. Die liefde die im-
mers nooit uitvalt. Het is die ononderbroken liefde vanuit God naar ons
toe. Laten wij ons daarin verheugen!

‘Dat 1 Corinthiërs 13 gaat nu met andere facetten verder.’

De apostel laat zien, dat de liefde blijft. Geloof zal overgaan in zien en
de verwachting zal ook werkelijkheid worden bij de terugkeer van de
Heer als wij door Hem in wolken weggerukt worden. Maar de liefde?
Die zal blijven. Daarom lezen wij als een uitnodiging in 1 Corinthiërs
14:1 ‘Jaag de liefde na’.

‘Eigenlijk mooi als afsluiter van zo’n prachtig hoofdstuk.’

Het is tegelijk de brug naar het beroemde 14e hoofdstuk en we zien,
dat de liefde belangrijker is dan kennis en ook belangrijker dan het
kunnen spreken in tongen of in talen en heeft ook voorrang boven
het profeteren. Door de woorden heen  blijkt, de liefde van God daar
boven uit stijgt.

‘We verzuchten weleens: ….als nu die liefde eens echt zou doorwerken
onder gelovigen, dan…..’

Het is wel zo, dat je, als je echt doordrongen bent van het evangelie, dat
God redder van alle mensen is, je ook echt de ander kunt liefhebben, om-
dat je beseft, dat die ander ook een geliefd mens is. Door God. Eén van de
nazaten van Adam, en in Kolossenzen 1:15-18 blijkt, dat alles in de Zoon
Zijner liefde geschapen werd. Dus ook de mensheid.

‘Ja zo is het, deze dingen vergeet je zo snel, als je door het leven van alle
dag in beslag genomen wordt.’

Zo gaat dat, daarom is het goed je deze dingen steeds in herinnering te
brengen. En goed middel tegen malende gedachten is, een bijbelstudie
of zondagse spreekbeurt te beluisteren als je gaat slapen. Dan val je met
het Woord in slaap. En dan slaap je best lekker!

‘Het volgende aspect wat ik in 1 Corinthiërs 13:8 lees, is: de liefde vergaat
nooit. Wat staat er nu precies?’

Er staat: ‘de liefde valt nooit uit’. Er zit geen onderbreking in de stroom van
Gods liefde die uitgaat van Hem naar de schepping. Alle mensen zullen er in
delen. De onontkoombare liefde van God zal uiteindelijk alles en iedereen
overwinnen. Nooit zal zij te stoppen zijn. De liefde van God is sterker dan de
dood.

‘Mooi, dat wij ons dagelijks kunnen koesteren in de liefde van God.’

God is degene, die zegt, dat niets ons kan scheiden van Zijn liefde in Christus
Jezus. Hij zal ons altijd blijven liefhebben. Wat ons in ons leven overkomt, al
zijn het erge of moeilijke dingen zelfs – het zijn geen bewijzen van Zijn onge-
noegen, maar tekenen van Zijn liefde. Dat is voor ons ook als gelovigen soms
of misschien wel vaak moeilijk te begrijpen, niettemin is het zo.

‘Romeinen 8:35-39 zegt dat veel uitgebreider dan in 1 Corinthiërs 13:8.’

Het is heel bijzonder, en Paulus mocht dat als enige apostel bekendmaken.
Als geen ander werd hij in staat gesteld de diepte van Gods liefde te tonen.
De Heer Jezus toonde die door Zijn discipelen lief te hebben tot het einde –
een bewijs van dat de liefde van God nooit uitvalt. Zelfs aan het kruis bad Hij
voor Zijn vijanden: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.’

‘Indrukwekkend. Stel je voor: Hij in vreselijke pijnen bidt dat toch maar.’

Ook Stefanus, toen hij gestenigd werd, bad dat voor degenen die hem stenig-
den waar Saulus met instemming bij stond te kijken. Dat gebed werd in elk ge-
val waar het Saulus betreft, verhoord. Vader verhoort zulke gebeden, die Hem
in feite verheerlijken. Later zien we dus ook die geest van echte liefde bij de
apostel van de natiën terug. Hij schreef Galaten 5:22,23 waarbij die liefde van
God voorop staat. Het is fijn dat die geest ook in ons werkt!