7 oktober 2019
‘Verlossing uit Egypte.’
Iets dat in de geschiedenis van Israël
als een huis staat. En steeds verfilmd
wordt. God bepaalde, dat in het gezin
van Amram en Jochebed Mozes gebo-
ren werd. Ondanks het decreet van
Farao dat al de geboren jongetjes van
het volk Israël direct na hun geboorte
gedood moesten worden lees je dit:
Hij (Jahweh, onze God vers 7) zond
Mozes, Zijn dienaar, en Aäron die Hij
gekozen had
Psalm 105:26
Mozes kwam, want God opent de baar-
moeder van Jochebed (vergelijk Gene-
sis 29:31, 30:22 e.a.).
‘Ja, alles is uit God.’
Dat bevestigt de Schrift keer op keer.
In Exodus lezen we hoe Farao instru-
ment in de hand van God is. We lezen
Exodus 4:21:
Jahweh zegt tegen Mozes: wanneer jij
terugkeert naar Egypte, zie toe, dat jij
al de wonderen die Ik in jouw hand
plaats, dat jij ze doet voor de Farao.
Toch zal Ik zijn hart standvastig maken
en Hij zal het volk niet laten gaan
Vaak wordt de geschiedenis uitgelegd,
dat Farao eerst zijn eigen hart verhard-
de en dat God als reactie het hart van
Farao verder verhardde.
‘Dat hoor je, ja.’
We gaan zien dat deze redenering niet
kan standhouden wanneer je Schrift-
gegevens leest. En in Exodus stond al:
En Ik weet dat de koning van Egypte
jullie niet zal laten gaan, ook niet door
een sterke (standvastige) hand
Exodus 3:19
Mensen beweren, dat God Zijn schepse-
len kan sturen en beheersen, maar dat
niet doet uit respect voor hun waardig-
heid. We lezen anders in Exodus 4:21;
Hij zegt dat Hij dat wél doet. En je leest
bovendien:
En Ik Zelf zal het hart van Farao doen
verstijven (verharden) en Mijn tekenen
en wonderen doen toenemen in het
land Egypte Exodus 7:3