14 augustus 2019
‘God bepaalt de uitroeping.’
Het ligt tevoren vast in God. Dat wij
daar als mensen niet bij kunnen, is
onze zwakheid. Wij kunnen niet van-
af het begin het einde zien. God wel.
God heeft alle kosten doorgerekend
en deed dat veel beter dan wij dat e-
ventueel zouden kunnen. Hij zonder-
de Saulus en Jeremia bijvoorbeeld af
van de moederschoot af aan. En we
hebben gezien hoe dat verder ging.
God had tevoren vastgelegd hoe die
levens zouden verlopen.
‘Je kunt dat niet ontlopen.’
We zouden wel bedenken, dat dit
vanuit God gezien zo is. Wij zien erg
beperkt. Door informatie uit Gods
woord weten wij dat God de levens
van mensen kent, voorafgaand aan
hun geboorte. Als dat zo was bij Ja-
kob en Esau, bij Jeremia, bij Paulus,
zou dit dan bij ons ook zo zijn? Kan
niet anders, net zoals we lazen van
David in Psalm 139. Al de dagen van
ons leven zijn bij Vader bekend.
‘En Vader heeft ons lief.’
Niets kan ons scheiden van Zijn lief-
de in Christus Jezus. Daar eindigt Ro-
meinen 8 mee. Enkele dagen terug
lazen we nog, dat geen veroordeling
kán komen op hen die in Christus Je-
zus zijn. De genade was ons gegeven
in Christus Jezus voor eonische tijden.
Toen waren onze zonden door Vader
al ingecalculeerd. En wat wij ook aan
missers (zonden) produceren, de ge-
nade van God stroomt over.