22 juli 2019
‘Geen zonde(n) bij de bema?’
Ook op dit punt zouden wij niet rede-
neren, maar geloven wat Gods woord
zegt. In verband met de bema worden
de woorden zonde en zonden niet ge-
bezigd. Toch zou je denken dat slechte
praktijken of daden wél zonden zijn. En
we moeten dan wel rekenschap geven
over onze daden, daar zitten dan toch
allerlei missers bij? Maar geloof kan zo
niet redeneren, want de woorden zon-
de en zonden worden niet gebruikt.
‘Ja, denken vanuit geloof.’
Het doelmissen of zondigen is niet aan
de orde bij de bema. Dit kun je zo zeg-
gen, omdat we dan onsterfelijk zijn. En
juist ons stervend zijn doet ons zondi-
gen. Bij de grote witte troon zullen de
mensen gericht worden naar hun wer-
ken, die zondig waren. Zij zijn dan niet
onsterfelijk. Omdat wij onsterfelijk zijn
bij de bema, hebben we ook geen nei-
ging tot zondigen. Wij zullen dan géén
verdrukking en benauwdheid hebben
zoals anderen bij de grote witte troon
dat wel zullen ervaren (Romeinen 2:9;
Openbaring 20:12).
‘Dat verschil is duidelijk.’
Als we over de bema nadenken, dan
zien we dat er ook veel goede daden
gedaan zijn. En daarvoor is nog geen
juiste compensatie gegeven. Dat zal
bij de bema gebeuren. Wanneer de
verborgen zaken van het hart blijken,
zien we nochtans (1 Corinthiërs 4:5):
En dan zal lofprijs tot ieder komen,
vanuit God
Zo zal het goede dat we deden door
het lichaam, terugontvangen worden.