Woord vandaag

5 april 2019
‘Jezus op weg naar het kruis.’

Hij kreeg mensen om zich heen, en
leerde hen. Hij deed tekenen, won-
deren. En zo kon de vraag naar Zijn
bevoegdheid (volmacht) niet uitblij-
ven. Hij had niet aan de officiële in-
stituties gestudeerd, was niet door
een van de lerende rabbi’s of pries-
ters opgeleid. Hij had geen akte, of
diploma of iets dergelijks. Dus kon
Hij in de ogen van de leidslieden
niet de waarheid verkondigen.

‘Ja, ze hadden geen antwoord.’

We lezen het in Mattheüs 21:23-27.
De Heer draait het om en laat zien,
dat de autoriteit van de leiders niet
van God was. De hogepriester was
in Zijn dagen niet afkomstig van de
lijn van Aäron, maar door de politie-
ke partijen en de Romeinen aange-
steld. Het gezag van de geestelijke
leiders was dus niet van boven. In
plaats daarvan van beneden, door
mensen aangesteld.

‘De Heer had wel gezag.’

Hij leerde als Gezaghebbende, want
Hij was door God gezonden en leer-
de rechtstreeks uit de Schriften en
wat Vader Hem verder onthulde. In
Hem hadden juist de schriftgeleer-
den en farizeeën en overpriesters
de ware Messias moeten zien zoals
de profeten hadden aangekondigd.
Zij waren daarvoor blind, zoals Hij bij
gelegenheid zei. Zo bleef Hij ge
lijke-
nissen vertellen aan te tonen
wat de
werkelijke geestelijke situatie was.
Hij had Zijn volk lief.

Woord vandaag

4 april 2019
‘De vijgenboom.’

De Heer liep langs een vijgenboom en
keek onder de bladeren: geen vrucht.
Dat was een beeld van de politieke si-
tuatie van Israël. Het was een volk dat
niet geloofde en zo was de dienst aan
God een dode vormendienst. In plaats
van geestelijk leven en dito vrucht zag
de Heer wel veel bladeren, uiterst te-
kenend voor alleen uiterlijk vertoon. Dat
was ook bij de leiders van het volk,
 de
de overpriesters en schriftgeleer
den,
het geval.

‘Er was ongeloof.’

De Heer verwijst ook naar geloof als Hij
spreekt van het
verzetten van een berg
(beeld van ‘t
 aardse koninkrijk). Dat ko-
ninkrijk was
 toen in de handen van de
natiën, de
Romeinen. Geloof werkt niet
als het over de vervulling van ons gebed
gaat. Geloof is altijd in wat God zegt. De

profeten hebben voorzegd dat na over-
heersing door de natiën, Israël het konin-
krijk zal ontvangen. Dan zullen zij wer-
kelijk de vrucht van de vijgenboom ge-
nieten, en die van de wijnstok.

‘Wat een grote toekomst!’

We zien nu een uitbotten van de vij-
genboom zoals voorzegd door Hem.
De Joodse staat is een feit. Zo wordt
het bestaan ervan verondersteld in
de profetieën over de laatste jaar-
week van Daniël 9:24-27, die nog in
de nabije toekomst zal plaatsvinden.
De Heer Jezus Christus zal komen.
Op exact de juiste tijd zal Hij arrive-
ren en Zijn geliefde volk Israël ver-
lossen. Wij als lichaam van Christus
hebben een eerdere verwachting in
Hem. Zijn heerlijkheid is nabij.    

Woord vandaag

3 april 2019
‘Hoe ging dat verder?’

De Heer is in Jeruzalem en was op het
tempelterrein, het gebied rondom het
heiligdom. Daar ziet Hij de wisselaars,
Hij keert hun tafels om, met al het geld
dat erop lag. De eredienst, daar was zo-
veel bij gekomen. Ze hadden er een ro-
vershol van gemaakt
. Daarbij nam de
Heer de woor
den van Jesaja (56:7) en
Jeremia (7:11)
 in de mond. De dienst
aan God was tot
 winstgevende zaken
verworden. Dat
 vond de Heer vreselijk.

‘Ja dat kun je wel zeggen.’

Je kunt met de vinger wijzen, maar in
het christendom gebeurt hetzelfde. In
1 Timotheüs 6:5 zegt de apostel iets
van mensen, die het als wetmatig zien,
dat godsvrucht geld, winst
(kapitaal)
moet opleveren. Deze con
clusies laten
zien: ze zijn losgeraakt
 van de waarheid.
Precies zo was het
 in de dagen dat de
Heer op aarde te
 midden van Zijn volk
wandelde. We
zenlijk is niets veranderd.

‘Het zou een gebedshuis zijn.’

Zo was het door Jahweh bedoeld. In
de dagen van de Heer. Wat geestelijk
nodig was, deed de Heer letter
lijk. Hij
genas (Mattheüs 21:14) kreu
pelen en
blinden. Het volk was gees
telijk gezien
blind en liep mank (Jakob).  Er
was her-
stel nodig, en kinderen rie
pen terecht:
Hosanna, want de Red
der, de Koning
(Zoon van David) was
 er! Men nam het
ze kwalijk, teke
nend genoeg.

Woord vandaag

2 april 2019
‘Men juichte bij Jeruzalem.’

Ook in zogeheten ‘praise’ liedjes zingt
men vol overtuiging ‘Hosanna!’. Men
denkt daarmee de Heer te loven en te
prijzen, maar het woord Hosanna be-
tekent: Red ons! Wanneer je dat dan
zingt als praiseliedje dan vraag je God
in feite om je te redden. Dat is allang
gebeurd, je weet je al gered door Zijn
werk. De menigte riep het toen Hij Je-
ruzalem naderde als de Koning, want
overeenkomstig de profetie (Zacharia
9:9) zou Hij zo komen als beschreven
in Mattheüs 21:5-11.

‘Weer wat opgehelderd.’

Dit geldt ook het woord maranatha.
Net zo’n begrip dat volkomen onjuist
in bepaalde kringen wordt gebruikt.
Men bedoelt te zeggen: Hij komt! En
in feite zegt men: een vloek ben je.
Maranatha betekent: gewijd aan de
vernietiging
. Woorden worden soms

herhaald, denk aan Abba, Vader. Zo
ook in 1 Corinthiërs 16:22, anathema,
maranatha. Het heeft niet te maken
met je redding. Je bent gered in gena-
de, het eonisch leven is een genade-
geschenk
. Voor wat betreft de prak-
tijk 
van het leven gaf Paulus aan, dat

nogal wat Corinthiërs de Heer Jezus
Christus niet lief hadden.

‘Een ernstig woord is het.’

Een anathema, net zoals we lezen in
Galaten 1:8,9 van het gemixte ‘evan-
gelie’ dat het geen legitiem evangelie is.
De Heer Jezus Christus niet liefhebben
in de praktijk. Daar spreekt Paulus een
maranatha over uit. Je leven is dan on-
der een vloek, het draagt geen vrucht,
je bent als dorens en distels voor ande-
ren. Kijk naar het gedrag van de Corin-
thiërs. Het is onterecht dit woord in de
zin van ‘Hij komt!’ te gebruiken. We kij-
ken uit naar Hem, Die bij de bazuin van
God 
komt!