‘Maar het werd niet alleen om Abraham geschreven, dat hem
gerechtigheid wordt toegerekend, maar ook om ons, aan wie
het toegerekend wordt, wij die Hem geloven, die Jezus onze
Heer uit de doden opwekt, die overgegeven werd om onze kren-
kingen en opgewekt werd om onze rechtvaardiging. Wij dan,
gerechtvaardigd door geloof, hebben vrede met God door onze
Heer Jezus Christus.’ (Romeinen 4:24-5:1)
Het evangelie van de algenoegzaamheid van God werd tevoren
aan Abraham gepredikt, zodat hij kon erkennen dat de uitwer-
king van Gods beloften alleen van Hem afhing, en God onthult
Zichzelf op precies dezelfde manier aan ons door Zijn apostel
Paulus.
Want zegt Paulus niet in 2 Corinthiërs 5 dat wij van nu aan nie-
mand meer naar het vlees kennen? Het vlees wordt opzij gezet,
weggeworpen, zoals God in het beeld van besnijdenis dat aan
Abraham demonstreerde. En Paulus voegt er aan toe, dat zelfs
wanneer wij Christus naar het vlees gekend hebben, wij Hem nu
niet langer zo kennen. Waarom? Omdat Christus Zijn vlees op
Golgotha opgaf. Dus is een ieder die in Christus is, een nieuwe
schepping. En wij vragen op dit punt: Wie is de Schepper van die
nieuwe schepping? God! Hij is de Schepper van de nieuwe net
zoals Hij dat van de oude was. Had de mensheid iets te zeggen in
de eigen schepping? Hebben wij zelf iets in te brengen in dat wij
een nieuwe schepping werden?
Paulus voegt toe: ‘Alles echter is uit God..’.
God zei tot Abraham: ‘Ik ben El-Sjaddai (de Algenoegzame)’.
Kunnen wij het geestelijke feit aanvaarden, dat in onze redding en
in ons leven alles uit God is, en niet proberen de compleetheid van
Zijn werk in ons te ondergraven door iets van onze eigen inspannin-
gen proberen er aan toe te voegen?
Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex , UR LXIV, blz.68,69