Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Genade voor jullie en vrede 
van God, onze Vader, en van 
de Heer Jezus Christus.
     2 Korinthiërs 1:2

Onze Kurios, de Heer Jezus
Christus. Ook van en via Hem
ontvangen wij genade en de
vrede in ons hart. 
Hij is Heer van allen en is ook
bepalend voor ons gedrag.
Paulus wijst ons daarop in de
Heer. Als gebondene in de
Heer begint onze leraar over
de wandel (Efeze 4:1).
In komende seizoenen (D.V.)
zal daar in de Efeze studies
veel aandacht voor zijn.
Dat scherpt weer aan, ja en
we lezen intussen Efeze 4-6
voortdurend om in alles tot
eer van Hem te zijn.  
 

Genade voor jullie en vrede 
van God, onze Vader, en van 
de Heer Jezus Christus.
     2 Korinthiërs 1:2

God is de Plaatser, en tegelijk
voor ons Vader. Hij geeft aan
alles en iedereen de juiste en
terechte plaats, op Zijn tijd.
Dat God genadig is, wordt al
duidelijk bij Adam en Eva, die
nog lang leefden na de eerste
overtreding. Dat was genade
van God. Ook bij het geven
van de Thora riep Jahweh,
dat Hij genadig is voor wie
Hij genadig zal zijn.
De grootste heerlijkheid van
Gods genade blijkt in het
evangelie dat Paulus brengt.
Zo kent de gelovige van nu
Hem als Vader.
Hij zorgt; hoort het gebed
van ons altijd, verhoort zo
wat het beste in Zijn plan
past.  

Genade voor jullie en vrede 
van God, onze Vader, en van 
de Heer Jezus Christus.
     2 Korinthiërs 1:2

De vrede is gemaakt doordat
God Zijn Zoon overgaf in de
dood. De vrede is dan ook van
God, onze Vader en Hij geeft
die aan ons. Het is nog steeds
een welaangename tijd, nog
een dag van redding.
Het ongeloof, de verharding
van Israël in de dagen van de
apostel Paulus, het leidde tot
verzoening van de wereld.
Romeinen 11:12-15 maakt
duidelijk hoe God wonderlijk
handelt. Ook in uw, jouw en
mijn leven doet Vader Zijn
verbazingwekkende werk.

Genade voor jullie en vrede 
van God, onze Vader, en van 
de Heer Jezus Christus.
     2 Korinthiërs 1:2

De gebruikelijke opening in
Paulus’ brieven.
Genade wordt geschonken
op basis van het bloed van
Christus. Zijn dood en Zijn
opstanding zijn fundament
voor al wat God geeft aan
Zijn heiligen en gelovigen.
De rechtvaardiging is door
het geloof van Christus; het
is om niet. Daaruit konden
de gelovige Korinthiërs (en
wij) leven.
Later in deze brief zal
verzoening klinken.
De ondertoon ervan valt in
Ieder vers van deze brief te
horen, Gods liefde!