Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

van onheilig, leeg gezwets
echter, sta afzijdig, want tot 
meer oneerbiedigheid zullen
zij voortgaan
     2 Timotheüs 2:16

Onheilige, profane, lege
geluiden zouden wij mijden.
Tevens benoemt Paulus die
geluiden als oneerbiedig.
In 1 Timotheüs 4:7 en 6:20
gebruikt de apostel ook dit
woord onheilig of profaan.
Dan gaat het over mythen en
kennis (gnōsis), deze leiden
af van Gods woord zelf.
Onheilige lege geluiden zijn
onder meer redeneringen;
die leiden af van geloof.
Het tekstverband hier maakt
duidelijk wat Paulus onder
meer bedoelt. Afwijken van
Gods woord, van de feiten.
Het sta afzijdig is letterlijk:
rondom-staan, je hoort het
mogelijk wel. Je signaleert
dat het lege geluiden zijn en
daarom blijf je staan, maar
wel op afstand.
Laten wij luisteren naar de
opbouwende woorden van
de apostel, onze leraar.

een niet te beschamen werker, 
die het woord van de waarheid 
recht snijdt
     2 Timotheüs 2:15^b

Gelovigen blijven regelmatig
hardnekkig vasthouden aan
een mengsel van 2 evangeliën.
Traditie is taai, zoals het vlees.
Paulus’ evangelie klinkt al bijna
2000 jaar. Zo zijn 2 evangeliën
en apostelschappen te zien
(Paulus en Petrus). Zonder dat
onderscheid loop je vast in
kennelijk tegenstrijdige tekst.
Lees je Jakobus 2:24:

jullie zien dat uit werken een 
mens gerechtvaardigd wordt, 
en niet uit geloof alleen

en daarnaast Romeinen 3:28:

want wij rekenen een mens 
gerechtvaardigd te zijn (in) 
geloof, los van werken van
wet

dan is dit onoplosbaar als je
beiden in deze genadetijd op
jezelf toepast.

Jakobus schrijft aan de 12
stammen in verstrooiing.
Het lichaam van Christus
heeft Romeinen als leidraad.
Jakobus geldt pas weer als
het lichaam van Christus van
de aarde weggenomen is.

een niet te beschamen werker, 
die het woord van de waarheid 
recht snijdt
     2 Timotheüs 2:15^b

Het snijden zou zeer zorgvuldig
gebeuren. Een chirurg moet ook
snijden. Te diep snijden is fataal,
want dan wordt iets afgesneden
wat niet de bedoeling is.
Te ondiep snijden is ook onjuist,
omdat niet datgene geraakt kan
worden wat wel de bedoeling is.
Dit geldt ook bij Gods woord, dat
een tweesnijdend scherp zwaard
is en dat diep doordringt. Zodat
het ziel en geest uit elkaar houdt
en aantoont (Hebr.4:12).
Alleen een juist snijden laat zien
wat bij Israël en het lichaam van
Christus hoort. Alleen een juist
snijden toont aan wat vleselijk,
ziels en geestelijk is.
Moge God Zijn genade geven aan
degenen die Zijn woord uitleggen
en spreken, opdat zij recht snijden!

een niet te beschamen werker, 
die het woord van de waarheid 
recht snijdt
     2 Timotheüs 2:15^b

Zoals we gisteren zagen, is
het woord van de waarheid
recht snijden niet ‘een goede
preek in 3 punten’, of ‘mooie
woorden die aanzetten tot
actie’ of iets dergelijks.
Het gaat om de waarheid, die
in Gods woord klinkt. Wat voor
Israël ooit waar was en in de
toekomst waar zal zijn, is dat
nu niet als het om het lichaam
van Christus gaat. Israël is als
volk bedoeld om een koninklijk
priesterschap op aarde uit te
oefenen. Het lichaam van de
Christus is bedoeld om boven,
te midden van de hemelsen,
die onder de voeten van Hem
te brengen.

Beijver je jezelf beproefd voor 
God te stellen, als een niet te
beschamen werker, die het 
woord van de waarheid recht 
snijdt
     2 Timotheüs 2:15

De waarheid van God blijft,
verandert niet; ons begrijpen
ervan neemt toe. Ook dat is
Gods genade.
Het woord dat God geeft,
spreekt Zijn waarheid uit. Nu
gaat het om het recht snijden
(ortho tomeō in het Grieks).
Het woord wordt in de Schrift
vergeleken met brood.
Voedsel voor je geest, je hart.
Wanneer je van een brood iets
snijdt, zijn er 2 delen, 1 brood.
De Schrift is vooral gericht aan
Israël. Het gaat over dat volk,
door God uitgekozen in liefde.
De brieven van Paulus vormen
de uitzondering. Het lichaam
van Christus is hét onderwerp.
Weer vergeleken met brood:
je snijdt 13 boterhammen uit
één gebakken brood, dan zijn
12 boterhammen Israël.
De ene boterham die resteert,
is het lichaam van Christus.