En ik schrijf jullie juist dit,
opdat ik niet, komend,
droefheid heb door hen die
mij moesten verheugen,
vertrouwen hebbend in jullie
allen, dat mijn vreugde van
jullie allen is.
2 Korinthiërs 2:3
Nadat het evangelie van de
genade van God in ons hart
is geland, leert het ons ook
om in die genade te leven.
Het geeft ook de kracht die
daartoe nodig is.
De Korinthiërs kregen die
grote vreugde in hun hart.
Dat gaf verlangen om ook
die genade en vreugde aan
anderen door te geven.
In hun midden ontstond de
mogelijkheid om genade in
de praktijk toe te passen.
Je kan zeggen: die ernstige
zonde was een test. Paulus’
woorden in 1 Korinthiërs
hadden effect gehad.
De zondaar was tot inkeer
gekomen en de gelovigen
konden de vreugde daarna
ook met hem delen.