Woord vandaag

Want indien vanwege voedsel 
jouw broeder bedroefd is, 
wandel jij niet langer in
overeenstemming met de 
liefde. Richt niet door jouw 
voedsel hem te gronde voor 
wie Christus stierf

          Romeinen 14:15

‘Wordt dan navolgers van God
als geliefde kinderen’, zegt de
apostel in Efeziërs 5:1. God is
liefde en heeft ons allen in de
genade geroepen. Dat grote
voorbeeld is na te volgen. En:
‘wandelt in liefde, zoals ook
Christus jullie liefheeft en Zich
ter wille van jullie overgeeft’
klinkt het in Efeziërs 5:2.
Uitwerking hiervan lees je in
onze dagtekst. De zwakkere
in geloof mag rekenen op alle
begrip van de sterken. Het
voedsel en het al dan niet
houden van dagen zijn
illustraties van veel meer
waarover gelovigen het van
harte oneens kunnen zijn.
Verwijdering van elkaar kan
zomaar gebeuren. In liefde
zou de sterke de zwakke tot
zich nemen.

Woord vandaag

Want indien vanwege voedsel 
jouw broeder bedroefd is, 
wandel jij niet langer in
overeenstemming met de 
liefde. Richt niet door jouw 
voedsel hem te gronde voor 
wie Christus stierf

          Romeinen 14:15

Door jouw sterk zijn te etaleren
terwijl de zwakke(re) dat ziet en
hoort, wandel je niet naar de
liefde van God. In het bijzijn van
de zwakke(re) in geloof zou de
sterke vanuit Gods liefde niet
dat eten wat de ander bedroefd
maakt. In een sterke beeldspraak
zegt Paulus zelfs, dat je daarmee
de broeder (of zuster) ombrengt.
Sommige vertalingen zeggen: ‘te
gronde richten’. Ook kun je dat
vertalen met ‘verloren gaan’ of
‘omkomen’.
Door jouw eten kan het zwakke
geloof van de ander nog verder
afzwakken. Die ander is echter
zó kostbaar, dat Christus ook
voor diegene stierf.

Woord vandaag

Ik weet en ben overtuigd in de 
Heer Jezus dat níets uit zichzelf 
algemeen is, tenzij voor wie iets 
rekent algemeen te zijn; voor 
hem is het algemeen

            Romeinen 14:14

In deze tijd van genade gelden
de verschillen in de wet van
Mozes tussen rein en onrein
niet. Niets kan ceremonieel
onrein geacht worden.
De sterke in het geloof erkent:
niets is uit zichzelf ‘algemeen’
of ‘besmet’. De Heer Jezus zei,
dat wat de mond uitgaat een
mens ‘algemeen’ of ‘besmet’
maakt; niet wat de mond in
gaat (Mattheüs 15:11).
Daarmee verklaarde Hij al het
voedsel ‘rein’, en dat tegen de
farizeeën en schriftgeleerden!
Paulus zegt (1 Timotheüs 4:5):

al het geschapene van God is
uitstekend en niets, met dank 
genomen, is verwerpelijk
.

Woord vandaag

Ik weet en ben overtuigd in de 
Heer Jezus dat níets uit zichzelf 
algemeen is, tenzij voor wie iets 
rekent algemeen te zijn; voor 
hem is het algemeen

            Romeinen 14:14

Het woord algemeen wijst op
iets dat besmet is. Uit het
tekstverband blijkt, dat het
om eten (en drinken) gaat.
Het kon zijn, dat het geweten
van sommigen ‘besmet’ was.
De wet van Mozes wijst op het
verschil tussen rein en onrein.
Romeinen 14:20 zegt, dat het
eten voor iemand ‘kwaad’
kan zijn als diegene het onrein
acht of rekent. Niet langer ge-
schikt voor een gelovige, zo
rekent iemand met een zwak
geweten, zwak in het geloof.
Maar dit kan ook gelden voor
voor het houden van dagen.
Wie sterk is in het geloof zou
rekening met zulke broeders
en zusters houden.