9 mei 2020
‘Losgekocht, vrij.’
Geen belemmeringen voor de gelovi-
ge, die vist niet meer. De zonden zijn
weggedaan. Christus Jezus gaf Zichzelf
tot vervangend losgeld voor allen. Hij
is de Middelaar tussen God en de men-
sen. De zonden zijn weggedaan; de ge-
lovige is vrij, zonder belast geweten, te
leven voor Hem. Daar waar die aankla-
ger (de satan) ons eventueel nog iets
uit het verleden wil laten herinneren,
zingen we: ‘Het is al genageld aan het
kruis’.
‘Ja, fijn lied om te zingen.’
God wierp alles achter Zich in de zee,
en daar staat het bordje: verboden te
vissen. Dus hoe graag de tegenwerker
ook wil, dat wij wel vissen; we laten de
hengel voor wat ie is. We laten al dat
aanklagen geen vat op ons krijgen, nu
wij gerechtvaardigd zijn in Zijn bloed.
En: met God verzoend zijn, doorheen
de dood van de Zoon. We hebben vrij
toegang tot de Vader door Zijn geloof.
‘Hier ben ik zó blij mee.’
We zijn verzoend, ja, heerlijk, geen en-
kele belemmering om met Vader om te
gaan. Dat wil Hij graag en wij kunnen in
Zijn tegenwoordigheid komen zonder
eerst iets te hoeven doen. Want alles is
al gedaan. Wij ervaren Zijn nabijheid, in
alle omstandigheden en ervaringen. Hij
zal alles doen om ons dicht bij Zich te
houden. Hij heeft ons lief, allen passen
in Zijn armen. Niets kan ons scheiden in
Zijn Zoon, van Zijn liefde.